-
1 lying-in
-
2 lying
-
3 lying is bad policy
-
4 lying in ambush
verdekt opgesteld liggen, in hinderlaag liggen -
5 lying in his own vomit
in zijn eigen braaksel liggen -
6 lying in wait
op de loer liggen -
7 lying on one's back
op zijn rug liggen, rugligging -
8 lying spread-eagled
liggend met uitgestrekte armen en benen -
9 low-lying
low-lying -
10 she took it lying down
-
11 the next thing I knew I was lying in the gutter
English-Dutch dictionary > the next thing I knew I was lying in the gutter
-
12 we won't take this lying down
-
13 take it lying down
over kant laten gaan, erbij laten zitten, erbij neerleggen -
14 lie
n. leugen--------n. ligging, plaats; leugen--------v. liegen, een leugen vertellen; oplichten; voor de gek houden--------v. liggen; rusten; zich thuisvoelen; zijnlie1[ laj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 leugen♦voorbeelden:tell a lie • liegen2 〈 Brits-Engels〉 the lie of the land • de natuurlijke ligging van het gebied/stuk grond; 〈 figuurlijk〉 de stand van zakengive the lie to • weerleggen→ white white/————————lie2I 〈onovergankelijk werkwoord; lied, lying〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:lie oneself out of something • zich ergens uit liegen————————lie31 (plat/uitgestrekt/vlak) liggen ⇒ rusten♦voorbeelden:1 lie ill • ziek in/te bed liggenlie asleep • liggen te slapen〈voornamelijk Brits-Engels; slang〉 lie doggo • zich schuil/koest/gedeisd houden2 here lies … • hier ligt/rust …lie at the mercy of • overgeleverd zijn aanlie in ruins/in the dust • in puin liggenlie dormant • sluimerenlie fallow • braak liggenlie heavy • zwaar op de maag liggen; (zwaar) op het geweten drukken, dwars zittenlie at anchor/its moorings • voor anker liggen, vastliggenmy sympathy lies with … • mijn medeleven/sympathie gaat uit naar … -
15 lie down
ga liggen,rustenlie down1 (gaan) liggen/rusten♦voorbeelden: -
16 next
adj. volgend, volgende; verwant--------adv. volgend; volgende keernext1[ nekst] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:the girl next door • het meisje van hiernaastthe next turn past the traffic lights • de eerste afslag na de stoplichtenthe next best • het beste op één na, de tweede keusthe next but one • de volgende op één na2 the next day • de volgende dag, de dag daaropnext Monday • volgende week maandagthe next few weeks • de komende wekenthe next thing I knew I was lying in the gutter • vóór ik goed en wel wist wat er gebeurde lag ik in de goot————————next2♦voorbeelden:¶ next of kin • (naaste) bloedverwant(en), nabestaande(n)next! • volgende!————————next3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:next to Jill • naast/vergeleken bij Jillhe placed his chair next to mine • hij zette zijn stoel naast de mijnenext we had tea • daarna dronken we theefor next to nothing • bijna voor niks -
17 policy
n. politiek; positie, mening; verzekeringspolis; polis[ pollissie] 〈meervoud: policies〉1 beleid ⇒ gedragslijn, politiek♦voorbeelden: -
18 take
n. vangst; ontvangst, recette (van schouwburg); opname (v. film)--------v. nemen; pakken; brengen; begrijpen, snappentake1[ teek] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vangst————————take21 pakken ⇒ aanslaan, wortel schieten2 effect sorteren ⇒ inslaan, slagen4 worden♦voorbeelden:4 he took cold/ill • hij werd verkouden/ziekI took against him at first sight • ik vond hem al direct niet aardig→ take away take away/, take off take off/, take on take on/, take over take over/, take to take to/, take up take up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 nemen ⇒ grijpen, (beet)pakken4 nemen ⇒ zich verschaffen, gebruiken5 vergen ⇒ vereisen, in beslag nemen8 krijgen ⇒ vatten, voelen9 opnemen ⇒ noteren, meten11 aanvaarden ⇒ accepteren, incasseren♦voorbeelden:he took me unawares • hij verraste mijtake a degree • een graad/titel behalenthis seat is taken • deze stoel is bezetdo you take sugar in your tea? • gebruikt u suiker in de thee?we take the Times • we zijn geabonneerd op de Timesthe man took her by force • de man nam haar met geweldtake five/ten • even pauzeren/rustenhave what it takes • aan de eisen voldoentake about • rondleidentake someone around • iemand rondleidentake someone aside • iemand apart nemenit took her mind off things • het bezorgde haar wat afleidingtake five from twelve • trek vijf van twaalf aftake fire • vlamvattentake it into one's head • het in zijn hoofd krijgentake it easy! • kalm aan!, maak je niet druk!take for granted • als vanzelfsprekend aannementake as read • voor gelezen houdenI take it that he'll be back soon • ik neem aan dat hij gauw terugkomthow am I to take that? • hoe moet ik dat opvatten?take it badly • het zich erg aantrekkentake it well • iets goed opvattenwhat do you take me for? • waar zie je me voor aan?take sides • partij kiezenyou may take it from me • je kunt van mij aannemenI can take it • ik kan het wel hebbenyou (can) take it from there • daar neem jij het wel (weer) over, verder kun je het wel alleen aantake a decision • een besluit nementake an exam • een examen afleggentake notes • aantekeningen makentake a trip • een reisje makenshe took a long time over it • zij deed er lang overtake it or leave it • graag of nietshe took it lying down • zij verzette zich niettake aback • verrassen, van zijn stuk brengen, overdonderenshe was rather taken by/with it • zij was er nogal mee in haar schiktake it (up)on oneself • het op zich nemen, het wagen, zich aanmatigen
См. также в других словарях:
Lying — • As defined by St. Thomas Aquinas, a statement at variance with the mind Catholic Encyclopedia. Kevin Knight. 2006. Lying Lying † … Catholic encyclopedia
Lying-in — is an old childbirth practice involving a woman resting in bed for a period of time before giving birth. Though the term is now usually defined as the condition of a woman in the process of giving birth, it previously referred to a period of bed… … Wikipedia
Lying in — may refer to:*Lying in, an old childbirth practice *Lying in repose, the process of displaying a deceased person *Lying in state, the process of displaying a coffin … Wikipedia
Lying — Ly ing, p. pr. & vb. n. of {Lie}, to be supported horizontally. [1913 Webster] {Lying panel} (Arch.), a panel in which the grain of the wood is horizontal. [R.] {Lying to} (Naut.), having the sails so disposed as to counteract each other. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
Lying to — Lying Ly ing, p. pr. & vb. n. of {Lie}, to be supported horizontally. [1913 Webster] {Lying panel} (Arch.), a panel in which the grain of the wood is horizontal. [R.] {Lying to} (Naut.), having the sails so disposed as to counteract each other.… … The Collaborative International Dictionary of English
lying — pres part of lie Merriam Webster’s Dictionary of Law. Merriam Webster. 1996. lying I … Law dictionary
Lying-in — Ly ing in , n. 1. The state attending, and consequent to, childbirth; confinement; as, a lying in hospital. [1913 Webster] 2. The act of bearing a child. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
lying-in — [lī′iŋin′] n. confinement in childbirth adj. of or for childbirth [a lying in hospital] … English World dictionary
Lying — Ly ing, p. pr. & vb. n. of {Lie}, to tell a falsehood. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
lying — mendacious, untruthful, *dishonest, deceitful Analogous words: *false, wrong: deceptive, *misleading, delusive, delusory Antonyms: truthtelling Contrasted words: honest, just, *upright, conscientious, scrupulous, honorable: candid, * … New Dictionary of Synonyms
lying — [adj] dishonest committing perjury, deceitful, deceptive, delusive, delusory, dissembling, dissimulating, double crossing*, doubledealing*, equivocating, false, falsifying, fibbing, guileful, inventing, mendacious, misleading, misrepresenting,… … New thesaurus