-
1 aflaten
♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [bij het naar beneden gaan vergezellen] raccompagner jusqu'en bas♦voorbeelden: -
2 aflaten
♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [bij het naar beneden gaan vergezellen] show down♦voorbeelden:1 ik zal je even de trap aflaten • I'll show/let me show you down the stairs -
3 aflaten
опустить, спустить; опускать; спускать; сливать; сбавить; сбавлять; перестать; переставать; оставлять* * *гл.общ. опускать, переставать, сливать, сбавлять (цену), оставлять, спускать -
4 aflaten
v. stop, cease, desist, put an end to -
5 aflaten
1) sluta2) upphöra -
6 aflaten
abaisser, cesser -
7 ik zal je even de trap aflaten
ik zal je even de trap aflaten -
8 ik zal je even de trap aflaten
ik zal je even de trap aflatenI'll show/let me show you down the stairsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik zal je even de trap aflaten
-
9 van aflaten
предл.общ. (iem.) оставлять (кого-л.) в покое -
10 ablassen
ablassenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 (over)laten ⇒ verkopen, overdoen♦voorbeelden:4 jemandem eine Ware billig ablassen • iemand een waar goedkoop laten, verkopen -
11 désarmer
désarmer [deezaarmee]2 schepen opleggen ⇒ schepen afdanken, onttakelen, aftuigen3 tot bedaren komen ⇒ tot rust komen, kalmer worden4 aflaten ⇒ opgeven, ophoudenII 〈 overgankelijk werkwoord〉4 ontwapenen ⇒ vermurwen, vertederen, ontroeren♦voorbeelden:v1) ontwapenen2) afdanken [schip]4) aflaten5) demonteren6) ontladen [wapen]7) ontroeren -
12 опускать
v1) gener. aflaten, neerslaan, laten schieten, laten vallen, laten zinken, neerlaten, neigen, wegblijven2) gram. afkappen (букву, звук) -
13 оставлять
vgener. begeven, laten, nalaten (после себя), overlaten, verlaten, (iets) laten varen (что-л.), (iets) laten zwemmen (что-л.), achterlaten (после себя), aflaten, opgeven (надежду и т.п.), zich voorbehouden -
14 оставлять в покое
vgener. (кого-л.) (iem.) met rust laten, afblijven van (iem.), buiten spel laten (с чем-л.), laten rusten, met vrede laten, ongemoeid laten, (кого-л.) van (iem.) aflatenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > оставлять в покое
-
15 переставать
vgener. aflaten, nalaten, ophouden, uitregenen (о дожде), uitscheiden, uitwerken (действовать), haperen, laten -
16 сбавлять
-
17 сливать
v1) gener. afgieten, aflaten, aftappen, afschenken, samendoen, samentrekken, versmelten2) liter. amalgameren -
18 спускать
v1) gener. aflopen (о пружине), afstrijken, losdoen (собак), losmaken (собак), spuien (âîäó), afhalen (âíèç), aflaten, (флаг) inhalen, laten aflopen (завод часов), laten vallen, neerlaten, neerslaan2) navy. neerhalen -
19 lapse
n. vergissing; struikeling; eruit geflapt; uitwijking; tijdperk; kwijnen, langzaam achteruit gaan; verlopen--------v. achteruit gaan; afzakken; zinken; aflopen; verlopen; verdwijnen; wegkwijnenlapse1[ læps] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kleine vergissing ⇒ abuis, fout(je)2 misstap ⇒ (af)dwaling, vergrijp————————lapse2〈 werkwoord〉1 aflaten ⇒ verslappen, versagen2 (gaandeweg) verdwijnen ⇒ achteruitgaan, afnemen3 vervallen ⇒ terugvallen, afglijden♦voorbeelden: -
20 cesser
cesser [sessee]1 ophouden ⇒ stoppen, uitscheiden♦voorbeelden:le vent a cessé • de wind is gaan liggenfaire cesser • doen ophouden, een einde maken aanne pas cesser • doorgaan, niet aflaten, voortdurenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ophouden met ⇒ staken, afbrekenvophouden (met), stoppen
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Gereby — ist der frühere Name eines seit ca. 1807 als Carlsburg, Schwansen oder Karlsburg bezeichneten Dorfes im heutigen Schleswig Holstein. Das Dorf liegt am südlichen Ufer der Schlei südlich der Stadt Kappeln zwischen den Dörfern Karby im Nordosten und … Deutsch Wikipedia
Karlsburg (Winnemark) — Karlsburg ist ein Ortsteil der Gemeinde Winnemark in Schleswig Holstein. Gereby ist der frühere Name des seit ca. 1807 als Carlsburg, Schwansen oder Karlsburg bezeichneten Dorfes, welches am südlichen Ufer der Schlei südlich der Stadt Kappeln… … Deutsch Wikipedia
Ablassen — *[1.] Er wird nicht eher ablassen, bis er auf dem Rücken zur Kirche geht. – Agricola, 530. Von denen, die irgendetwas so leidenschaftlich treiben, dass es zerstörend auf ihren Körper einwirkt. [Zusätze und Ergänzungen] zu 1. Holl.: Gij zult niet… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kirchweihe — 1. Auf der Kirchweih isst man gern den Gauch in Pfeffer. – Fischart. 2. Auff der Kirchweyh mach ich mich breit. – H. Sachs, II, VI, 2. 3. Auff solcher kirchweih gibt man solchen (oder: keinn andern) ablass. – Franck, I, 81b; II, 471a; Petri, II,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Spiel — 1. A grundehrlichs Spiel, sägt der Hämmerle von Aalen. (Aalen.) 2. Am Ende des Spiels wartet der Teufel. Engl.: Gaming has the devil at the bottom. 3. Am Spiel erkennt man, was in einem steckt. – Petri, II, 14. 4. An ein schön Spiel denkt man… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon