-
1 cross one's heart
zweren -
2 make an oath
zweren -
3 swear by
zweren bij; volledig vertrouwen op -
4 swear
v. zweren; vloeken; rechtsgeldig verklaren; zweren; uitscheldenswear1♦voorbeelden:————————swear21 〈+at, about〉vloeken (op, over)1 zweren ⇒ een eed afleggen; met kracht beweren, wedden♦voorbeelden:swear to do something • plechtig beloven iets te zullen doenswear by (all that is holy) • zweren bij (alles wat heilig is)〈informeel; figuurlijk〉 swear by someone/something • bij iemand/iets zweren, volkomen op iemand/iets vertrouwenswear on the Bible that • op de bijbel zweren datswear to something • zweren dat iets het geval is, een eed doen op ietsswear to God that • zweren bij God dat♦voorbeelden:sworn evidence • verklaring/getuigenis onder edeswear in • beëdigenswear to secrecy/silence • een eed van geheimhouding afnemen van -
5 ulcerate
v. zweren, verzweren; doen zweren[ ulsəreet] 〈zelfstandig naamwoord: ulceration〉 -
6 fealty
n. (leenmans)trouw, geloof[ fie:(ə)ltie] 〈 geschiedenis〉♦voorbeelden:1 take an oath of fealty • trouw zweren, een gelofte van trouw afleggenswear fealty to one's country • trouw zweren aan zijn land -
7 plight
n. (benarde) toestand--------v. plechtig beloven; iemand trouw zwerenplight1[ plajt] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 a sorry/hopeless plight • een benarde/hopeloze toestand————————plight2♦voorbeelden:1 plight one's troth/faith to someone • iemand trouw zweren/zijn woord geven 〈 met huwelijksbelofte〉 -
8 ulcerous
-
9 vow
n. wens; gelofte--------v. wensen; plechtig belovenvow1[ vau] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 gelofte ⇒ eed, plechtige belofte♦voorbeelden:take vows • kloostergelofte afleggenbe under a vow • plechtig beloofd hebben————————vow2〈 werkwoord〉1 (plechtig) beloven ⇒ gelofte afleggen van, zweren♦voorbeelden:vow revenge • wraak zweren -
10 ulcerative
adj. zweer-, van zweren, (doen) zweren -
11 allegiance
-
12 by
adv. door; bij; met--------pref. langs, voorbij; bij, vlakbij, naast--------prep. door; met, per; bijby12 nabij ⇒ dichtbij, in de buurt♦voorbeelden:he drove by in a red car • hij reed voorbij in een rode autoin years gone by • in vervlogen jaren2 be by • erbij/in de buurt zijnby and large • over 't algemeen————————by2[ baj] 〈 voorzetsel〉3 〈 tijd〉 tegen ⇒ vóór, niet later dan; 〈 bij uitbreiding〉 op, om 〈 bepaald tijdstip〉; in 〈 bepaald jaar〉5 〈 duidt een relatie van betrokkenheid, vergelijking aan〉 ten opzichte van ⇒ met betrekking tot, ten aanzien van, wat … betreft♦voorbeelden:North by East • noord ten oostenhe sat by the river • hij zat aan de kant van de riviera house by the sea • een huis aan zeesit by my side • kom naast mij zittenI keep it by me all the time • ik heb het altijd bij meby oneself • alleenhe went by the motorway • hij ging via de autowegtaught by radio • via de radio geleerdshe dropped by Sheila's • zij ging bij Sheila langsby 1980 it had become clear that … • (al) in 1980/zo tegen 1980 was het duidelijk geworden dat …by now • nu (al)two meters by fifty centimeters • twee meter bij vijftig centimeterby sheer chance • door zuiver toevalby force • met gewelddeceived by his friend • bedrogen door zijn vriendthey came by the hundreds • ze kwamen met honderdenhe missed by an inch • hij miste op een paar centimeterI can tell by your looks • ik kan het aan je (uiterlijk) zienknown by the name of Jack • bekend onder de naam Jackhe died by the sword • hij sneuvelde door het zwaarddivide four by two • deel vier door tweea daughter by his first wife • een dochter van zijn eerste vrouwhe began by tidying up • hij begon met op te ruimenI did it all by myself • ik heb het helemaal alleen gedaanpaid by the hour • per uur betaaldby profession • van beroepplay by the rules • volgens de regels spelenit's eight o'clock by my watch • het is acht uur op mijn horlogethat's fine by me • ik vind het/wat mij betreft is het goed/bestby day • overdagby night • 's nachtshe got worse by the hour • hij ging van uur tot uur achteruitlittle by little • beetje bij beetje -
13 fester
n. verzwering--------v. verzweren, veretteren, verrotten, invreten; irriteren, knagen[ festə] -
14 foreswear
-
15 pledge allegiance to the flag
-
16 pledge allegiance to
-
17 pledge
n. belofte; verplichting; pand; oorkonde--------v. beloven; verplichten; verpandenpledge1[ pledzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————pledge2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:pledge oneself • zich (op erewoord) verbinden -
18 plight one's troth/faith to someone
plight one's troth/faith to someoneiemand trouw zweren/zijn woord geven 〈 met huwelijksbelofte〉English-Dutch dictionary > plight one's troth/faith to someone
-
19 swear an oath
-
20 swear by (all that is holy)
swear by (all that is holy)
См. также в других словарях:
schwören — Hoch und heilig schwören, auch: Sich hoch und teuer verschwören: etwas unter Berufung auf alles, was einem besonders wert ist (Götter, Sterne, Gesetz, Weib, Kind, Ehre, Seligkeit), mit der zum Schwur erhobenen Hand versprechen und bekräftigen.… … Das Wörterbuch der Idiome
Schwören — 1. Besser geschworen als verloren. – Petri, III, 2; Henisch, 322, 26; Eiselein, 230; Simrock, 3002; Soltau, Goethe s Reineke Fuchs, 6. Ges. Mhd.: Beter gesworen wan vorloren. (Lübben, Reinke de Vos, 2973.) 2. Es kann einer nicht leicht schwören,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Germanic strong verb — In the Germanic languages, a strong verb is one which marks its past tense by means of ablaut. In English, these are verbs like sing, sang, sung. The term strong verb is a translation of German starkes Verb , which was coined by the linguist… … Wikipedia
Sware — Swear Swear, v. i. [imp. {Swore}, formerly {Sware}; p. p. {Sworn}; p. pr. & vb. n. {Swearing}.] [OE. swerien, AS. swerian; akin to D. zweren, OS. swerian, OHG. swerien, G. schw[ o]ren, Icel. sverja, Sw. sv[ a]rja, Dan. sv[ae]rge, Icel. & Sw.… … The Collaborative International Dictionary of English
Swear — Swear, v. i. [imp. {Swore}, formerly {Sware}; p. p. {Sworn}; p. pr. & vb. n. {Swearing}.] [OE. swerien, AS. swerian; akin to D. zweren, OS. swerian, OHG. swerien, G. schw[ o]ren, Icel. sverja, Sw. sv[ a]rja, Dan. sv[ae]rge, Icel. & Sw. svara to… … The Collaborative International Dictionary of English
Swearing — Swear Swear, v. i. [imp. {Swore}, formerly {Sware}; p. p. {Sworn}; p. pr. & vb. n. {Swearing}.] [OE. swerien, AS. swerian; akin to D. zweren, OS. swerian, OHG. swerien, G. schw[ o]ren, Icel. sverja, Sw. sv[ a]rja, Dan. sv[ae]rge, Icel. & Sw.… … The Collaborative International Dictionary of English
Swore — Swear Swear, v. i. [imp. {Swore}, formerly {Sware}; p. p. {Sworn}; p. pr. & vb. n. {Swearing}.] [OE. swerien, AS. swerian; akin to D. zweren, OS. swerian, OHG. swerien, G. schw[ o]ren, Icel. sverja, Sw. sv[ a]rja, Dan. sv[ae]rge, Icel. & Sw.… … The Collaborative International Dictionary of English
Sworn — Swear Swear, v. i. [imp. {Swore}, formerly {Sware}; p. p. {Sworn}; p. pr. & vb. n. {Swearing}.] [OE. swerien, AS. swerian; akin to D. zweren, OS. swerian, OHG. swerien, G. schw[ o]ren, Icel. sverja, Sw. sv[ a]rja, Dan. sv[ae]rge, Icel. & Sw.… … The Collaborative International Dictionary of English
To swear by — Swear Swear, v. i. [imp. {Swore}, formerly {Sware}; p. p. {Sworn}; p. pr. & vb. n. {Swearing}.] [OE. swerien, AS. swerian; akin to D. zweren, OS. swerian, OHG. swerien, G. schw[ o]ren, Icel. sverja, Sw. sv[ a]rja, Dan. sv[ae]rge, Icel. & Sw.… … The Collaborative International Dictionary of English
To swear off — Swear Swear, v. i. [imp. {Swore}, formerly {Sware}; p. p. {Sworn}; p. pr. & vb. n. {Swearing}.] [OE. swerien, AS. swerian; akin to D. zweren, OS. swerian, OHG. swerien, G. schw[ o]ren, Icel. sverja, Sw. sv[ a]rja, Dan. sv[ae]rge, Icel. & Sw.… … The Collaborative International Dictionary of English
Flanders — Flandre and Flandern redirect here. For the ships, see SS Flandre and SS Flandern. For other uses, see Flanders (disambiguation). Flanders Vlaanderen (Dutch) Flandre (French) Region of Be … Wikipedia