-
1 pawn
n. (onder)pand; verpand; pion (in schaakspel); marionet--------v. verpanden, belenenpawn1[ po:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————pawn2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 pledge
n. belofte; verplichting; pand; oorkonde--------v. beloven; verplichten; verpandenpledge1[ pledzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————pledge2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:pledge oneself • zich (op erewoord) verbinden -
3 hock
n. spronggewricht; rijnwijnhock1[ hok] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————hock2〈 werkwoord〉 -
4 mortgage
n. hypoteek; verpanding, verpachting--------v. hypotheek (bedrag)mortgage1[ mo:gidzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————mortgage2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:mortgage one's house to • zijn huis verhypothekeren bij -
5 forfeitable
adj. te verbeuren, te verpanden; wat kwijt te raken valt -
6 lienable
adj. te verpanden (in rechten) -
7 negative pledge
plechtige belofte geen hypotheek te leggen op bezit, het niet verpanden van bezitting -
8 remortgage
v. opnieuw verpanden -
9 second mortgage
tweede lening (toegevoegde lening, tweede lening voor verpanden van bezit)
См. также в других словарях:
verpanden — panti … Woordenlijst Sranan