-
1 heat stroke
-
2 sunstroke
-
3 a touch of the sun
-
4 sun
n. zon--------v. zich koesteren in de zonsun1[ sun] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:touch of the sun • (lichte) zonnesteekrise/be up with the sun • bij het krieken van de dag opstaanagainst the sun • tegen de wijzers van de klok in, tegen de zon inbeneath/under the sun • onder de zon, op aardewith the sun • met de klok mee, met de zon mee————————sun2〈 werkwoord〉1 (zich) zonnen ⇒ in de zon leggen/gaan liggen -
5 touch of the sun
-
6 touch
n. aanraking; contact; tikje; trekje; aanslag--------v. aanraken; betreffen--------zes punten in Amerikaanse voetbal verkregen bij het treden in het gebied van de tegenstander als de bal vastgehouden wordttouch (touchdown)touch1[ tutsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 toets ⇒ stijl, manier♦voorbeelden:it will break at a touch • het breekt zodra men het aanraaktbe/keep in touch with • contact/voeling hebben/onderhouden metbe out of touch with • geen contact/voeling (meer) hebben metlose touch with • uit het oog verliezenwithin touch of • binnen bereik vanhave a touch of the tarbrush • enig neger/indianenbloed hebbennot the least touch of • niet het minste beetjegive/put the final/finishing touch(es) to something • de laatste hand leggen aan ietslose one's touch • achteruitgaan, het verleren¶ play at touch • krijgertje/tikkertje spelen————————touch2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:you haven't touched your meal • je hebt nog geen hap gegetentouch a topic • een onderwerp aanroerenblossom touched by the frost • door de vorst aangetaste bloesemnothing will touch those stains • niets kan deze vlekken wegkrijgenthe matter touches him closely • de zaak is van groot belang voor hem6 the thermometer touched 50° • de thermometer liep tot 50° opnothing can touch his talent • niets kan zijn talent evenarentouch someone for a fiver • iemand vijf pond aftroggelen7 touch in • bijtekenen/schilderen -
7 heatstroke
n. zonnesteek -
8 insolation
n. blootstelling aan de zon; zonnebad, zonnebaden; zonnesteek -
9 siriasis
n. zonnesteek -
10 sunstruck
adj. zonnesteek hebbend
См. также в других словарях:
Sonnenstich — * Er hat den Sonnenstich. Es wirbelt bei ihm im Kopfe. Holl.: Hij heeft den zonnesteek. (Harrebomée, II, 507a.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon