-
101 van toeten noch blazen weten
van toeten noch blazen weten -
102 ze zullen niet weten waar ik blijf
ze zullen niet weten waar ik blijfDeens-Russisch woordenboek > ze zullen niet weten waar ik blijf
-
103 zich drijvende weten te houden
zich drijvende weten te houden -
104 zich geen houding weten te geven
zich geen houding weten te gevenDeens-Russisch woordenboek > zich geen houding weten te geven
-
105 zich met een handigheidje weten te redden
zich met een handigheidje weten te reddenDeens-Russisch woordenboek > zich met een handigheidje weten te redden
-
106 zich weten te bewegen
zich weten te bewegen -
107 zich weten, zien te helpen
zich weten, zien te helpen -
108 zichzelf weten te verkopen
zichzelf weten te verkopen -
109 zij weten niet beter
zij weten niet beteril ne faut pas leur en vouloir, ils n'y peuvent rien -
110 zijn beleid goed weten te verkopen
zijn beleid goed weten te verkopenDeens-Russisch woordenboek > zijn beleid goed weten te verkopen
-
111 zijn mondje weten te roeren
zijn mondje weten te roeren -
112 zijn plaats niet weten
zijn plaats niet weten -
113 zijn weetje wel weten
zijn weetje wel weten -
114 dank u wel
-
115 dat zal mij niet deren
-
116 deren
-
117 doen
doen1〈 het〉♦voorbeelden:¶ iemands doen en laten • les faits et gestes de qn.uit zijn gewone doen zijn • ne pas être dans son assiettein goeden doen zijn • vivre dans l'aisanceergens mee van doen hebben • avoir à voir dans qc.voor hun doen • pour euxdat is geen doen • ça n'est pas faisable————————doen21 [algemeen] faire2 [ergens plaatsen; ook m.b.t. tijdsduur] mettre3 [+ het][gewenste (uit)werking hebben] faire♦voorbeelden:1 iemand iets cadeau doen • faire cadeau de qc. à qn.die toeristen deden Europa in 7 dagen • ces touristes ont fait l'Europe en 7 joursze doet het erom • elle le fait exprèsde kamer doen • faire le ménageeen oproep doen • faire un appelgewichtig doen • faire l'importantiemand doen begrijpen dat … • faire comprendre à qn. que …wat heeft dat kind gedaan? • qu'est-ce qu'il a fait de mal, ce petit?het is met hem gedaan • c'en est fait de luinu is het gedaan • c'est la fin de toutiets gedaan weten te krijgen • obtenir qc. (de qn.)als je het dan toch moet doen … • tant qu'à faire …roken doet hij niet • il ne fume pasdoen toenemen • augmenterdat wordt altijd zo gedaan • c'est l'habitudedat doet men niet • cela ne se fait pasik doe het • d'accordhet deed me niets • ça ne m'a rien faitwat doet die man (voor de kost)? • que fait cet homme (dans la vie)?moet je wat doen? • tu dois aller quelque part?zo'n ervaring doet je wat • une expérience comme ça, ça (te) fait quelque choseal doende leert men • en faisant, on apprendwat moet ik daarmee doen? • qu'est-ce que vous voulez que j'en fasse?u zou er beter aan doen uw mond te houden • vous feriez mieux de vous taireik doe er twee uur over • je mets deux heures (à <+ onbepaalde wijs>); 〈m.b.t. werk ook〉 je le fais en deux heureszout erbij doen • ajouter du seldat doet mij goed • cela me fait du bienheb ik daar kwaad aan gedaan? • est-ce que j'ai mal fait?lief doen • se montrer aimablehij heeft het meer gedaan • il n'en est pas à son coup d'essaizij deed niets dan praten • elle n'a fait que parlerverstandig doen • agir de façon raisonnablevreemd doen • avoir un comportement bizarrehij zingt beter dan hij vroeger deed • il chante mieux qu'avantzij doen niets aan hun geloof • ils ne sont pas pratiquantsaan de slanke lijn doen • faire un régime (amaigrissant)aan sport doen • faire du sporthij doet in textiel • il est dans le textilehij doet lang over dat boek • il met du temps à lire ce livreveel te doen hebben • avoir beaucoup à fairein die stad is veel te doen • dans cette ville on peut faire un tas de chosesniet weten wat te doen • ne savoir que fairedat is te doen • c'est faisableer is veel over te doen geweest • cela a fait du bruitkunt u iets voor hem doen? • pouvez-vous (faire) qc. pour lui?je doet maar! • (tu) fais ce que tu veux!2 iets in zijn zak doen • mettre qc. dans sa pochedie poster doet het daar goed • cette affiche fait bien à cet endroithet zijn onze programma's die het hem doen • c'est la qualité de nos programmes qui fait notre succèsde kleur doet het hem • tout est dans la couleurik doe het ermee • avec ça, j'arrive à m'en tirerhij kan het ermee doen • ça lui apprendrahet moeten doen met … • devoir se contenter de …ik kan er niets aan doen • je n'y peux rienkan ik er iets aan doen! • qu'est-ce que tu veux que j'y fasse!er het zwijgen toe doen • préférer se tairedat doet er niets toe • cela ne fait rienmet iemand te doen hebben • 〈 ruzie〉 avoir un compte à régler avec qn.; 〈 medelijden〉 avoir pitié de qn.met iemand te doen krijgen • avoir affaire à qn.het is hem te doen om • ce qu'il veut, c'esthet is me niet om het geld te doen • ce n'est pas pour ce que ça me rapportezich aan iets te goed doen • se régaler de qc. 〈 ook figuurlijk〉 -
118 namelijk
-
119 nuttig
1 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 utile (à <+ zelfstandig naamwoord>, de, à <+ onbepaalde wijs>); 〈 bijwoord〉 utilement♦voorbeelden:het is nuttig om te weten, dat … • il est utile de savoir que …dat is nuttig om te weten • cela est utile à savoirzich nuttig maken • se rendre utilenuttig zijn voor iets, iemand • être utile à qc., qn.het nuttige met het aangename verenigen • joindre l'utile à l'agréable -
120 raad
♦voorbeelden:de raad van bestuur • le conseil d'administrationiemand met raad en daad bijstaan • apporter aide et conseil à qn.de Raad van State • le Conseil d'Etatde Hoge Raad • la Haute Cour (de justice)Sociaal-Economische Raad • Conseil Economique et Socialiemand raad geven • conseiller qn.iemand om raad vragen • demander conseil à qn.hij weet overal raad op • il trouve toujours une solutionhij weet wel raad met zijn geld • il ne laisse pas moisir son argentgeen raad weten met iets • ne pas savoir comment s'y prendremet zijn geld geen raad weten • ne savoir que faire de son argentbij iemand te rade gaan • demander conseil à qn.ik weet me geen raad • je ne sais à quel saint me voueriemand met raad terzijde staan • aider qn. de ses conseils〈 spreekwoord〉 goede raad is duur 〈 on ne sait à quel saint se vouer〉¶ met voorbedachten rade • de propos délibéré; 〈 juridisch, als bijwoord〉 avec préméditation; 〈 als bijvoeglijk naamwoord〉 prémédité→ link=tijd tijd
См. также в других словарях:
Weten — Man ward nich eher wêten (witzig, klug), ehr man is half verslêten. – Richey, 338. Verstand kommt nicht vor den Jahren … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
WETEN — Akademie van Wetenschappen, Proceedings (informationswissenschaftl. Veoeffentlichungen) … Acronyms
WETEN — Akademie van Wetenschappen, Proceedings (informationswissenschaftl. Veröffentlichungen) … Acronyms von A bis Z
weten — Hamburg • bei sich haben, dulden • tadeln • wissen, das Wissen … Plattdeutsch-Hochdeutsch
Weten — Hamburg • Weizen … Plattdeutsch-Hochdeutsch
weten — sabi … Woordenlijst Sranan
KONINKLIJKE NEDERLANDSE AKADEMIE VAN WETEN SCHAPPEN — (KNAW; ROYAL NETHERLANDS ACADEMY OF ARTS AND SCIENCES) Institution founded in 1808 by King Louis Napoleon. Its statutory purpose is to promote the natural sciences (section Natuurkunde) and the humanities (section Let terkunde). Only a limited … Historical Dictionary of the Netherlands
Wissen — 1. A Niada woas, wou n da Schuig druckt. (Steiermark.) – Firmenich, II, 765, 21. Ein jeder weiss, wo ihn der Schuh drückt. 2. Ach gott, wie gerne ich wissen wolt, wem ich auf erden vertrawen solt. Wenn einer zu mir spricht: Gott grüsse dich! so… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Leute — 1. A de richa Lüta werd ma nüd rüdig1. – Sutermeister, 143; Tobler, 371. In Appenzell: Von den reichen Leuten bekommt man nicht leere Hände. (Tobler.) 2. Albern Leut dienen nicht in die Welt. – Petri, II, 4. 3. Alberne Lüe sind ock Lüe. (Hannover … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Rijksuniversiteit Groningen — Vorlage:Infobox Hochschule/Professoren fehlt Universität Groningen Motto Werken aan de grenzen van het weten an den Grenzen des bekannten Wissens arbeiten … Deutsch Wikipedia
Theo Maassen — Chartplatzierungen Erklärung der Daten Singles Doodsbedreiging NL 28 07.08.2004 … Deutsch Wikipedia