-
1 wegschleichen
wegschleichen -
2 уйти украдкой
vgener. er vandoor gaan, wegsluipen -
3 улизнуть
-
4 edge away/off
edge away/off -
5 edge
verhoogde standaard van draadloze communicatie (volgende stap vooruit van GSM)EDGE (Enhanced Data Rates for Global Evolution)edge1[ edzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 rand ⇒ boord, oever, grens♦voorbeelden:she gave me the rough/sharp edge of her tongue • zij sprak mij bits toeput an edge on • slijpentake the edge off • het ergste wegnemenbe on edge • gespannen/prikkelbaar zijn→ fine fine/————————edge21 (langzaam/voorzichtig) bewegen♦voorbeelden:edge up • dichterbij schuivenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 omranden ⇒ omboorden, omzomen♦voorbeelden:she edged herself to the front • zij drong ongemerkt naar vorenthe dog edged me off the seat • de hond duwde mij van de bank af→ edge out edge out/ -
6 ooze out
sijpelen, druppelen, lekken; uitlekken (v. geheim)ooze out -
7 ooze
n. modder, slik (op bodem van rivier); stroompje--------v. bubbelen; sijpelen; uitlekken (van informatie)ooze1[ oe:z] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 modder ⇒ slijk, drab————————ooze21 (binnen/door/in)sijpelen ⇒ doordringen, druipen, druppelen♦voorbeelden:1 ooze out of/from • sijpelen/lekken uitooze with • druipen/doortrokken zijn vanhis letter oozed with hatred • zijn brief zat vol hatelijke toespelingenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:they ooze self-importance • de verwaandheid druipt van hen af -
8 slink
n. (vlees v.) onvoldragen jong (i.h.b. kalf)--------v. sluipen, wegsluipen; koe vrouwtje van een diers♦voorbeelden:s in • heimelijk binnensluipen -
9 sneak away
sneak away -
10 sneak
n. gluiper; kruiper; klikspaan (slang)--------v. binnensluipen; wegslippen; onttrekken, eruit knijpen; verklikken (slang), pikken (slang)sneak1[ snie:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————sneak2♦voorbeelden:————————sneak31 sluipen♦voorbeelden:sneak (up)on someone • naar iemand toesluipen¶ 〈Brits-Engels; kindertaal〉 sneak on someone • over iemand klikken, iemand verklikkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
11 edge someone out
voorzichtig wegsluipen -
12 slinky
adj. sluipen, wegsluipen; strakke kleding -
13 fortschleichen
fortschleichen -
14 fortstehlen
fortstehlen, sich -
15 wegstehlen
wegstehlen, sich
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский