-
1 wapperen
-
2 wapperen
v. wave, waver, float, flaunt -
3 de handjes laten wapperen
de handjes laten wapperenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de handjes laten wapperen
-
4 laten wapperen
laten wapperenfly, blow, stream, wave -
5 handje
♦voorbeelden:een handje helpen • give/lend a (helping) hand; give someone a boost 〈 om over iets heen te klimmen〉de handjes laten wapperen • get busy -
6 vliegen
1 [zich (in de lucht) voortbewegen, ook figuurlijk] fly ⇒ 〈 wapperen ook〉 flap, 〈 snel voorbijgaan, (zich) voortbewegen ook〉 race, 〈 snel voorbijgaan, (zich) voortbewegen ook〉 shoot♦voorbeelden:de dagen vliegen (om) • the days fly/race byhij ziet ze vliegen • he's got bats in the belfry, he's off his rockerwerken dat de stukken eraf vliegen • work with a vengeanceeruit vliegen • 〈 figuurlijk〉 get sacked/the sackmet Pan Am vliegen • fly Pan Amuit de rails vliegen • jump the railsII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door de lucht vervoeren] fly -
7 waaien
1 [blazen] blow♦voorbeelden:de pannen waaien van het dak • the roof tiles are being blown off the roofeen laat-maar-waaienpolitiek • a laissez-faire policyII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
wabern — Vsw per. Wortschatz reg. (14. Jh.), mhd. waberen, vgl. nndl. wapperen Stammwort. Aus g. * wabrō Vsw. sich hin und herbewegen , auch in anord. vafra, vgl. ae. wæfre flackernd . Wohl mit weben zusammenhängend (als hin und herfahren ). Ebenso… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
wapper — /wopˈər/ (dialect) intransitive verb 1. To blink 2. To move tremulously ORIGIN: Cf Du wapperen to oscillate • • • wappˈer eyed adjective Blinking wappˈer jaw noun A projecting under jaw wappˈer jawed adjective … Useful english dictionary