-
1 voortglijden
-
2 voortglijden
скользить, катиться* * *гл.общ. катиться, скользить -
3 катиться
vgener. voortglijden, oprollen (по чему-л.), rollen, biggelen -
4 скользить
vgener. voortglijden, (в танце) zwieren, schuiven, slieren, strijken, vagen, scheren, glibberen, glijden, glippen, glissen, slibberen, slippen -
5 glippen
2 [voortglijden, voortschieten] glisser3 [ontglijden, ontschieten] échapper♦voorbeelden:de gelegenheid laten glippen • laisser passer l'occasion (de)ik heb hem laten glippen • 〈 ontsnappen〉 il m'a filé entre les doigts; 〈 aan z'n lot overgelaten〉 je l'ai laissé tomberiets laten glippen • laisser échapper qc.het touw glipte hem door de vingers • la corde lui glissa entre les doigtshij liet het glas uit de handen glippen • le verre lui échappa des mains -
6 glippen
2 [voortglijden, voortschieten] slide♦voorbeelden:2 langs iemand heen glippen • slip/sneak/steal past someonenaar buiten glippen • sneak/steal outhij liet het glas uit de handen glippen • he let the glass slip from his hands
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский