-
1 power of attorney
-
2 доверенность
volmacht, machtiging -
3 полномочие
volmacht, mandaat, bevoegdheid -
4 доверенность
volmacht, procuratie, machtigingРусско-голландский словарь коммерческих терминов > доверенность
-
5 уполномочивать
Русско-голландский словарь коммерческих терминов > уполномочивать
-
6 уполномочить
Русско-голландский словарь коммерческих терминов > уполномочить
-
7 доверенность
volmacht, procuratie, machtigingРусско-голландский словарь коммерческих терминов > доверенность
-
8 уполномочивать
Русско-голландский словарь коммерческих терминов > уполномочивать
-
9 уполномочить
Русско-голландский словарь коммерческих терминов > уполномочить
-
10 authorization
n. vergunning; permissie; volmachtauthorization, authorisation[ o:θərajzeesjn]1 autorisatie ⇒ machtiging, volmacht♦voorbeelden: -
11 proxy
-
12 pouvoir
pouvoir1 [poevwaar]〈m.〉2 macht ⇒ invloed, gezag, regering3 volmacht ⇒ machtiging, mandaat4 bevoegdheid ⇒ recht, macht♦voorbeelden:cela dépasse mon pouvoir • dat gaat mijn macht te bovenêtre en pouvoir de • in staat, bij machte zijn om tecela n'est pas en mon pouvoir • dat ligt niet in mijn vermogenles pouvoirs publics • de overheiddétenir le pouvoir • de macht uitoefenen, aan de macht zijnporter qn. au pouvoir • iemand aan de macht brengentomber au pouvoir de qn. • onder iemands invloed raken, in iemands handen vallen4 excéder ses pouvoirs • zijn bevoegdheden, zijn macht te buiten gaan————————pouvoir2 [poevwaar]1 kunnen ⇒ in staat zijn, vermogen2 mogen ⇒ toestemming hebben, het recht hebben♦voorbeelden:1 n'en plus pouvoir • niet meer kunnen, doodop zijn, uitgeput zijn; 〈 informeel〉in treurige staat verkeren, versleten zijnje n'y peux rien • ik kan er niets aan doenon ne peut pas ne pas l'admirer • men moet hem wel bewonderenoù est-ce que j'ai bien pu mettre mes lunettes? • waar heb ik nu toch mijn bril neergelegd? 〈 in vraagzinnen〉il peut beaucoup sur leurs décisions • hij heeft veel invloed op hun beslissingenon ne peut plus aimable • alleraardigst〈aanvoegende wijs + inversie〉 puissent les événements vous donner raison! • mogen de gebeurtenissen u in het gelijk stellen!♦voorbeelden:1. m1) vermogen2) macht3) volmacht, machtiging4) recht, bevoegdheid2. v1) kunnen2) mogen3) mogelijk -
13 Vollmacht
-
14 authority
n. autoriteit; bevoegdheid; instantie[ o:θorrətie, ə-]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; meervoud: authorities〉♦voorbeelden:to have something on good authority • iets uit gezaghebbende bron vernomen hebben1 autoriteit ⇒ gezag, wettige macht2 autoriteit ⇒ (moreel) gezag, invloed♦voorbeelden:who's in authority? • wie heeft de leiding?, wie is verantwoordelijk?on/under the authority of • in opdracht van -
15 authorize
v. toestaan; toestemming geven; volmacht verlenen, autoriseren (ook "authorize")authorize, authorise[ o:θərajz]1 machtigen ⇒ recht geven tot, volmacht verlenen2 goedkeuren ⇒ inwilligen, toelaten3 rechtvaardigen ⇒ verantwoorden, billijken♦voorbeelden:1 authorized agent • gevolmachtigd vertegenwoordiger, gevolmachtigdeauthorized persons • bevoegde personen3 custom and tradition authorize us to act this way • gewoonte en traditie rechtvaardigen onze handelwijze -
16 carte blanche
vrije hand,blanco volmacht[ ka:t bla:nsj] 〈meervoud: cartes blanches [ka:ts-]〉1 carte blanche ⇒ blanco/onbeperkte volmacht, (de) vrije hand -
17 limited power of attorney
beperkte volmacht (volmacht om bepaalde handelingen voor een ander uit te voeren) -
18 délégation
délégation [deeleegaasjõ]〈v.〉1 volmacht ⇒ lastgeving, opdracht♦voorbeelden:f1) lastgeving, opdracht2) delegatie, afvaardiging3) tijdelijke aanstelling [ambtenaar] -
19 procuration
procuration [prokkuuraasjõ]〈v.〉 〈 juridisch〉1 volmacht ⇒ procuratie, machtiging♦voorbeelden:par procuration • bij volmacht -
20 subdéléguer
subdéléguer [suubdeeleegee]〈 werkwoord〉1 volmacht overdragen aan ⇒ volmacht geven aan, afvaardigen♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Vollmacht — Befugnis; Ermächtigung; Mandat; Prokura; Bevollmächtigung; Freibrief; Handlungsvollmacht; Vollziehungsbefehl * * * Voll|macht [ fɔlmaxt], die; , en: schriftlich gegebene Erlaubnis, bestimmte Handlungen anstelle eines anderen vorzunehmen … Universal-Lexikon
Vollmacht — Sf std. (14. Jh.), spmhd. volmaht, mndd. vulmacht, mndl. volmacht(e) Stammwort. Lehnübersetzung von l. plēnipotentia gleicher Bedeutung. Ebenso nndl. volmacht, ne. full power(s), nfrz. plein(s) pouvoir(s), nschw. fullmakt, nnorw. fullmakt.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache