-
1 content
content (de) [kõtã]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 tevreden (over) ⇒ vergenoegd, voldaan, blij♦voorbeelden:être content de soi, de sa personne • met zichzelf ingenomen zijnadj(de) tevreden (over), blij -
2 satisfaction
satisfaction [saatiesfaaksjõ]〈v.〉1 voldoening ⇒ tevredenheid, genoegen♦voorbeelden:donner satisfaction • voldoen, voldoening gevenà la satisfaction générale • tot ieders tevredenheid2 donner, obtenir satisfaction • genoegdoening geven, krijgenf1) voldoening, tevredenheid2) bevrediging -
3 satisfait
satisfait (de) [saatiesfe]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 tevreden (met, over) ⇒ voldaan, bevredigd♦voorbeelden:un(e) satisfait(e) • zelfgenoegzaam iemandvous voilà satisfait! • hebt u nu uw zin?adj(de) tevreden (met, over) -
4 soif
soif [swaaf]〈v.〉1 dorst2 (hevig) verlangen ⇒ begeerte, behoefte♦voorbeelden:boire à sa soif • zoveel drinken als men wildonner soif • dorstig maken→ poiref1) dorst2) begeerte, zucht -
5 acquit
acquit [aakie]〈m.〉♦voorbeelden: -
6 pour acquit
pour acquit -
7 repu
repu [rəpuu] -
8 rester sur sa soif
rester sur sa soifniet voldoende te drinken krijgen; 〈 figuurlijk〉niet voldaan, bevredigd worden -
9 saturé
-
10 sentiment de satisfaction
sentiment de satisfactionDictionnaire français-néerlandais > sentiment de satisfaction
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский