-
1 fluent
vloeiend -
2 flowing with milk and honey
vloeiend met melk en honing -
3 fluent Hebrew
vloeiend hebreeuws -
4 fluent reading
vloeiend lezen -
5 bending
vloeiend verlopend -
6 fluent
adj. welbespraakt, vlot, vloeiend[ floe:ənt]1 vloeiend2 welbespraakt ⇒ vlot, vloeiend♦voorbeelden: -
7 flowing
-
8 fluid
adj. vloeibaar, niet vast, vloeiend; veranderlijk--------n. vloeistoffluid1[ floeid] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————fluid2〈bijvoeglijk naamwoord; zelfstandig naamwoord: fluidity〉1 vloeibaar ⇒ niet vast, vloeiend♦voorbeelden: -
9 articulate
adj. vloeiend sprekend, bespraakt; met duidelijk en onderscheiden lettergrepen uitsprekend; in staat te spreken; bestaande uit opvallende onderdelen of delen; in verbonden eenheid geordend; opvallend gemaakt--------n. levend schepsel door gewrichten verbonden--------v. zich goed kunnen uitdrukken, zich duidelijk kunnen uitdrukkenarticulate1[ a:tikjoelət] 〈bijvoeglijk naamwoord; articulateness〉1 zich goed/duidelijk uitdrukkend 〈 persoon〉4 geleed ⇒ met gewrichten, scharnierend♦voorbeelden:————————articulate2[ a:tikjoeleet]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:articulated lorry • truck met oplegger -
10 be fluent in English
be fluent in English -
11 cadence
-
12 facile
adj. oppervlakkig, makkelijk; vlot vaardig; aangenaam1 oppervlakkig ⇒ luchtig, luchthartig -
13 glib
adj. pratend met een vlotte tong; vloeiend (spreken); glad; niet serieus[ glib] 〈glibber; glibness〉♦voorbeelden: -
14 liquid
adj. vloeibaar; liquide; binnen bereik; vloeit, stroomt; doorlopend; duidelijk, helder; onstabiel--------n. vloeistof; medekers (fonetisch)liquid1[ likwid] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————liquid2♦voorbeelden:liquid food • vloeibaar voedsel3 liquid sounds • melodieuze/glasheldere klanken -
15 continuous tone
continue tinten, afbeelding waarin de kleuren vloeiend in elkaar over gaan -
16 flowingly
adj. op vloeiende wijze, vloeiend; in overvloed -
17 glibness
n. vloeiend in spraak -
18 ineloquent
adj. Niet vloeiend -
19 land flowing with milk and honey
land vloeiend van melk en honing -
20 non-fluent
niet stromend, niet vloeiend, uitgeput
- 1
- 2