-
121 krabben
1 [krabbelen] scratch♦voorbeelden:de kat krabt op/aan de deur • the cat is scratching at the doorII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door krabben verwijderen] scratch out/off♦voorbeelden:een vlek van de muur krabben • scratch a spot off the wall -
122 lozen
-
123 ontstoppen
-
124 pitten
1 [informeel] [slapen] turn in ⇒ Bkip♦voorbeelden:gaan pitten • hit the sackII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [pitten verwijderen uit] stone♦voorbeelden: -
125 snuiten
-
126 uitbijten
2 [met de tanden wegnemen uit] bite (out)1 [door een bijtende werking aantasten] corrode (away)♦voorbeelden: -
127 uitbranden
1 [opbranden] burn up2 [door vuur verwoest worden] be burnt down/out ⇒ be guttedII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door vuur verwoesten] burn down/out -
128 uitrukken
Страницы