-
1 verversen
1 [weer vers maken] rafraîchir2 [door nieuwe vervangen] renouveler♦voorbeelden:1 de herinnering aan iets verversen • remémorer qc. -
2 verversen
-
3 verversen
гл.общ. обновлять, освежать -
4 verversen
v. refresh, renew, freshen -
5 verversen
• to change• to renew• to ventilate -
6 verversen
rafraîchir -
7 de herinnering aan iets verversen
de herinnering aan iets verversenremémorer qc.Deens-Russisch woordenboek > de herinnering aan iets verversen
-
8 de lucht verversen
de lucht verversen -
9 de olie verversen
de olie verversen -
10 de olie verversen
de olie verversenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de olie verversen
-
11 ventileren
-
12 обновлять
vgener. renoveren, vernieuwen, verversen -
13 освежать
vgener. laven, opfleuren (о дожде), opfrissen, verfrissen, afkoelen, opfrissen (в памяти), opluchten, verkoelen, verversen -
14 change oil
-
15 change
n. verandering, wijziging; wisselgeld, kleingeld--------v. wijzigen, veranderen; wisselen; zich verkleden; overstappenchange1[ tsjeendzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 verandering ⇒ ver/afwisseling, overgang, variatie♦voorbeelden:1 a change for the better/worse • een verandering ten goede/kwadechange of heart • bekering, verandering van ideeënthe change of seasons • de wisseling der seizoenenfor a change • voor de verandering/afwisseling4 I had a change between L. and M. • tussen L. en M. moest ik overstappen5 keep the change! • laat maar zitten!ring the changes on something • iets op alle mogelijke manieren aanpakken; niet uitgepraat raken over iets〈Brits-Engels; informeel〉 ring the changes • veranderen, het anders aanpakkenthe change • overgang(sjaren)————————change21 veranderen ⇒ anders worden, wisselen2 zich verkleden ⇒ andere/schone kleren aantrekken♦voorbeelden:1 his voice is changing • zijn stem is aan het wisselen/brekenchange back into • weer veranderen inchange from a child into a man • van een kind een man wordenchange up • (naar een hogere versnelling) schakelenchange into second gear • in zijn twee zetten→ change over change over/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 veranderen ⇒ anders maken, transformeren2 (om/ver)ruilen ⇒ (om/ver)wisselen♦voorbeelden:change gear • (over)schakelenchange oil • olie verversenchange something for something else • iets (om)ruilen (voor iets anders)change the bed • het beddengoed verschonen -
16 do an oil-change
-
17 oil-change
-
18 renew
-
19 sweeten
v. zoeten; verzachten[ swie:tn]1 zoeten ⇒ zoet(er) maken/wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verzachten ⇒ verlichten, veraangenamen -
20 renouveler
renouveler [rənoevlee]♦voorbeelden:renouveler ses efforts • zich opnieuw inspannenrenouveler un usage • een gebruik weer in zwang brengen2 vervangen, vernieuwd worden♦voorbeelden:3 que ça ne se renouvelle pas! • laat dat niet meer gebeuren!il ne se renouvelle pas • hij vervalt in herhalingenv1) vernieuwen2) verlengen
Страницы
- 1
- 2