-
1 asphyxiate
v. verstikken, doen stikken[ æsfiksie▪eet]I 〈onovergankelijk werkwoord; zelfstandig naamwoord: asphyxiation〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
2 choke
n. verstikking; choke (v.d. auto)--------v. verstikken; wurgenchoke1[ tsjook] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————choke21 (ver)stikken ⇒ naar adem snakken, zich verslikken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verstikken ⇒ doen stikken, smoren2 verstoppen ⇒ versperren, volproppen3 beroeren ⇒ overstuur maken, van z'n stuk brengen4 onderdrukken ⇒ inslikken, bedwingen♦voorbeelden:choke down food • eten met moeite naar binnen slikken 〈door pijn enz.〉; eten vlug naar binnen werken 〈 uit haast〉choke the life out of somebody • iemand wurgen4 choke back/down feelings/anger • gevoelens/woede onderdrukken/inslikken -
3 smother
n. stikkende rook; smoren--------v. verstikken, uitdoven, onderdrukkensmother1[ smuðə] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 massa————————smother2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:smothered in cream • rijkelijk met room bedekt -
4 suffocate
v. stikken; verstikken[ suffəkeet] 〈zelfstandig naamwoord: suffocation〉 -
5 constipate
v. verstoppen, last van obstipatie hebben[ konstippeet] 〈zelfstandig naamwoord: constipation〉♦voorbeelden: -
6 stifle
v. laten stikken; stikken; onderdrukken; stoppen[ stajfl]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
7 throttle
n. smoorklep; vol gas--------v. de keeldichtknijpen, doen stikken, verstikken, worgen, smorenthrottle1[ θrotl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————throttle2〈 werkwoord〉2 wurgen -
8 nitrify
v. verstikken -
9 stifling of the economy
het doen verstikken van de economie -
10 to choke
smorenverstikkenverstoppen -
11 to decay
afvallenuitklinkenuitslingerenuitstervenverlopenverstikken door vochtvervallenwegsterven -
12 to suffocate
stikkenverstikken
См. также в других словарях:
verstikken — yokro … Woordenlijst Sranan