-
1 vermorzelen
-
2 vermorzelen
-
3 vermorzelen
раздробить; размозжить; разбить в пух и прах* * *гл.общ. разбивать, раздроблять -
4 vermorzelen
v. crash, smash, pulverize, crunch, shatter -
5 vermorzelen
slå sönder -
6 vermorzelen
briser, fracasser, réduire en miettes -
7 een record vermorzelen
een record vermorzelen -
8 разбивать
vgener. aanleggen (ïàðê), aanplanten, afbreken, afsteken, ineenslaan, kapotmaken, kapotslaan, omschieten, slaken, verbrijzelen (на куски), verslaan, afsloffen, breken, in (iets) omhakken, inslaan (стёкла и т.п.), omhakken, op (iets) omhakken, slaan, vermorzelen -
9 раздроблять
vgener. verbrokkelen, versnipperen, brokken, verbrijzelen, vergruizelen, vergruizen, vermorzelen, versplinteren -
10 dash
n. ietsje; scheutje (drank); slag, dreun; spurt, uitval; (100 m.) sprint--------v. (vooruit)stormen, denderen; (met grote kracht) slaan, smijten, beukendash1[ dæsj]1 ietsje, tik(kelt)je ⇒ scheutje; snu(i)fje2 (snelle, krachtige) slag ⇒ dreun3 spurt ⇒ sprint, uitval5 penne/penseelstreek♦voorbeelden:dash of pepper • snufje peperthe prisoners made a dash for freedom • de gevangenen deden een snelle uitbreekpoging1 elan ⇒ zwier, durf————————dash21 (vooruit)stormen ⇒ (zich) storten, denderen♦voorbeelden:dash along/past • voorbijstuivendash away • wegstormen, zich uit de voeten makendash off • er (als de gesmeerde bliksem) vandoor gaandash up • komen aansnellen1 (met grote kracht) slaan ⇒ smijten, beuken♦voorbeelden:dash down • neersmijtenthe waves dashed against the rocks • de golven beukten tegen de rotsen2 (be)spatten ⇒ besmeuren, (be)sprenkelen3 snel/gehaast doen♦voorbeelden:dash one's/someone's brains out • zijn hersenpan kraken, iemand de hersens inslaan2 dash mud over something, dash something with mud • iets met modder bespatten/besmeuren3 dash something down/off • iets nog even gauw eruit stampen/opschrijven4 dash it (all)! • verdraaid!, nondeju! -
11 pulverize
v. vermalen tot poeier; fijnstampen; verstuiven; verpulveren; vermorzelen[ pulvərajz] 〈zelfstandig naamwoord: pulverization〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
12 smash
adj. met een klap; geweldig (succes)--------n. slag; gerinkel; klap, slag, dreun; groot succes; smash (tennis)--------v. breken, inslaan; verpletteren, vergruizen, vermorzelen, verpletteren; verpletterd worden, vermorzeld worden; failliet gaan; laten neerkomen; botsensmash1[ smæsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 klap ⇒ slag, dreun♦voorbeelden:————————smash21 razen ⇒ beuken, botsen♦voorbeelden:♦voorbeelden:2 smash in • in elkaar slaan, inslaan————————smash3〈 bijwoord〉 -
13 fracasser
fracasser [fraakaasee]1 verbrijzelen ⇒ vermorzelen, stukslaan1 breken ⇒ verbrijzelen, stuk gaan1. vverbrijzelen, stukslaan2. se fracasservbreken, stuk gaan -
14 réduire
réduire [reedŵier]3 onderwerpen ⇒ vernietigen, tot overgave dwingen4 terugbrengen ⇒ omzetten, herleiden♦voorbeelden:réduire au silence • tot zwijgen brengenréduire en esclavage, en servitude • tot slavernij, tot onderwerping brengenréduire en miettes • verkruimelen, vermorzelenréduire en poudre • verwoesten, fijnwrijven1 zich beperken (tot) ⇒ zich bepalen (tot), neerkomen (op)v1) verminderen, reduceren3) onderwerpen4) terugbrengen, herleiden6) indikken7) zetten [been]8) verkleinen -
15 pulvériser
pulvériser [puulveeriezee]〈 werkwoord〉2 verstuiven ⇒ vernevelen, sprayen3 vermorzelen ⇒ verpletteren, vernietigen♦voorbeelden: -
16 réduire en miettes
réduire en miettesverkruimelen, vermorzelen -
17 разбивать
vgener. aanleggen (ïàðê), aanplanten, afbreken, afsteken, ineenslaan, kapotmaken, kapotslaan, omschieten, slaken, verbrijzelen (на куски), verslaan, afsloffen, breken, in (iets) omhakken, inslaan (стёкла и т.п.), omhakken, op (iets) omhakken, slaan, vermorzelen -
18 раздроблять
vgener. verbrokkelen, versnipperen, brokken, verbrijzelen, vergruizelen, vergruizen, vermorzelen, versplinteren -
19 slå sönder
1) intrappen2) vermorzelen3) verbrijzelen -
20 zermalmen
zermalmen1 vermorzelen, verpletteren
См. также в других словарях:
morsch — Adj std. (15. Jh., Form 16. Jh.), nndl. mors morsch , vermorzelen zerreiben Stammwort. Älter mursch, wozu mhd. mürsen zerstoßen ; die Bedeutung ist also etwas, das beim Berühren, Zerreiben, zerfällt . Keine klare Vergleichsmöglichkeit; Formal und … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache