-
1 verkassen
перебраться; перекочевать* * *гл.1) общ. переезжать (синоним: verhuizen)2) разг. удирать, убираться -
2 переезжать
vgener. verkassen (ñèíîíèì: verhuizen), verhuizen, betrekken (на квартиру), overrijden -
3 убираться
-
4 удирать
v1) gener. uitknijpen, ' smeren (от кого-л.), aan de haal gaan, benen maken, de benen nemen, de plaagzucht poetsen, een goed heenkomen zoeken, er van door gaan, met de noorderzon vertrekken (тайком), op de loop gaan, opkrassen, zich uit de voeten maken2) colloq. verkassen, de piek schuren, ophoepelen, pleite gaan
Перевод: с нидерландского на русский
с русского на нидерландский- С русского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Французский