-
1 transient
adj. voorbijgaand, vergankelijk--------n. voorbijgaand, van korte duur, kortstondig, vergankelijktransient1[ trænziənt] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————transient21 voorbijgaand ⇒ kortstondig, vergankelijk -
2 fleeting
adj. vluchtig, vergankelijk; kortstondig[ flie:ting]2 kortstondig ⇒ vluchtig, vlug♦voorbeelden:a fleeting visit • een bliksembezoek -
3 brittle
adj. broos, bros; breekbaar[ britl]1 broos ⇒ breekbaar, fragiel2 onbestendig ⇒ vergankelijk, wankel♦voorbeelden: -
4 mortal
adj. kritiek; dodelijk; van de dood; menselijk; vreselijk, afgrijselijk; erg, enorm (slang)--------n. sterveling, schepselmortal1[ mo:tl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————mortal2♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:mortal fear • doodsangst(en)it's a mortal shame • het is een grof schandaala mortal sin • een doodzonde3 she did every mortal thing to please him • ze wrong zich in de gekste bochten om het hem naar de zin te maken -
5 perishable
adj. beperkt houdbaar, bederfelijk--------n. bederfelijk product; iets dat kan bederven (vooral voedingsmiddelen)perishable1[ perrisjəbl] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk meervoud〉————————perishable2〈bijvoeglijk naamwoord; perishably〉 -
6 transitory
adj. kortstondigheid, vergankelijkheid[ trænsitrie, -zi-] 〈 transitorily〉1 voorbijgaand ⇒ kortstondig, vergankelijk -
7 perishably
adv. vergankelijk -
8 transiently
adv. voorbijgaand, van korte duur, kortstondig, vergankelijk
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский
