-
1 defensive
adj. verdedigend, beschermend, zelfverdedigend--------n. defensiefdefensive1[ diffensiv] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 be on the defensive • een verdedigende/defensieve houding aannemen————————defensive2〈bijvoeglijk naamwoord; defensiveness〉 〈→ Sporttermen: American footballSporttermen: American football/〉1 verdedigend ⇒ verdedigings-, defensief♦voorbeelden:defensive strategy • defensiestrategie -
2 apologetic
adj. verontschuldigend[ əpollədzjettik] 〈 apologetically〉♦voorbeelden:she was most apologetic about her mistake • zij zei dat het haar zeer/oprecht speet -
3 pleading
adj. pleitend, verdedigend--------n. pleidooi, betoog[ plie:ding]3 〈meervoud; juridisch〉 schriftelijke uiteenzettingen van de zaak van beide partijen 〈 ingediend vóór de zitting〉 -
4 apologetical
adj. verontschuldigend, heeft spijt; verdedigend -
5 defensibly
adv. verdedigend, beschermend -
6 defensively
adv. defensief, verdedigend -
7 sheltered
adj. beschermd; onderdak verlenend; verdedigend -
8 sit on the splice
al verdedigend spelen (bij cricket) -
9 take the defensive
zich verdedigend opstellen -
10 vindicatory
adj. verdedigend, rechtvaardigend; wrekend, straffend
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский