-
1 defensive driving
defensief rijden/sturen -
2 defensive
adj. verdedigend, beschermend, zelfverdedigend--------n. defensiefdefensive1[ diffensiv] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 be on the defensive • een verdedigende/defensieve houding aannemen————————defensive2〈bijvoeglijk naamwoord; defensiveness〉 〈→ Sporttermen: American footballSporttermen: American football/〉1 verdedigend ⇒ verdedigings-, defensief♦voorbeelden:defensive strategy • defensiestrategie -
3 act defensively
-
4 at bay
-
5 defence
n. verdediging, protectie, bescherming2 verdediging(srede) ⇒ apologie, verweer♦voorbeelden:1 verdediging ⇒ afweer, defensief♦voorbeelden:in defence of • ter verdediging vanIII 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉 -
6 protective
adj. beschermend; bewaken; defensief; verdedigings-[ prətektiv] 〈 protectiveness〉♦voorbeelden:protective colouring • schutkleurtake someone into protective custody • iemand in hechtenis nemen/gevangen zetten (zogezegd) om hem te beschermen/voor zijn eigen veiligheidprotective sheath • condoom -
7 defensive driving course
cursus in defensief rijden/sturen (een cursus voor bestuurders/chauffeurs die veel verkeersovertredingen hebben gemaakt) -
8 defensively
adv. defensief, verdedigend
См. также в других словарях:
defensiv — Adj zurückhaltend, verteidigend erw. fach. (16. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus ml. defensivus, einer Ableitung aus dem PPP. von l. dēfendere (dēfēnsum) abwehren, wegstoßen . Moderne Verwendungen (defensives Fahren usw.) nach amerikanisch… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache