-
1 verbleken
2 [m.b.t. kleuren] passer3 [dof worden] (se) ternir4 [vervagen] s'estomper♦voorbeelden:3 iets doen verbleken • ternir qc.4 verbleken bij iets • faire pâle figure à côté de qc. -
2 verbleken
-
3 verbleken
(по)бледнеть; выцвести, выгореть; выцвести, (по)тускнеть; (по)блёкнуть; (вы)линять; выцветший, выгоревший; выцветший, потускневший; поблёкший; линялый* * *гл.общ. бледнеть, линять, стираться (из памяти), выцветать (о красках) -
4 verbleken
verblassen -
5 verbleken
v. pale, grow white, fade, tarnish, bleach, discolour, discolor, blanch, effloresce -
6 verbleken
solgunlaşmak [-ır] v -
7 verbleken
pâlir -
8 verbleken bij iets
verbleken bij ietsfaire pâle figure à côté de qc. -
9 de kleuren verbleken in de was
de kleuren verbleken in de was -
10 iets doen verbleken
iets doen verblekenternir qc. -
11 doen verbleken
pâlir, -
12 бледнеть
vgener. verbleken, verschieten (от страха и т.п.), ontkleuren, verkleuren -
13 выцветать
vgener. verbleken (о красках), verschieten (о ткани, платье) -
14 линять
vgener. afgeven, doorlopen (о краске), haren, verbleken, verkleuren (о краске), verschieten, muiten (о птицах, змеях), ruien (о животных, птицах), verharen (о животных), vervellen -
15 стираться
vgener. verbleken (из памяти), afslijten, verslijten, vervagen -
16 verschieten
1 [schietend verbruiken] épuiser ses munitions1 [verbleken] passer2 [m.b.t. mensen] pâlir3 [Algemeen Zuid-Nederlands][schrikken] sursauter♦voorbeelden: -
17 verkleuren
♦voorbeelden: -
18 verschieten
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Турецкий
- Французский