-
1 vastmaken
-
2 vastmaken
attacher, fixer, nouer, relier -
3 iets aan een spijker vastmaken
iets aan een spijker vastmakenfixer qc. à un clou -
4 iets aan een touwtje vastmaken
iets aan een touwtje vastmakenattacher qc. à une ficelle -
5 iets stevig vastmaken
iets stevig vastmakenattacher qc. solidement -
6 zijn veters strikken, vastmaken
zijn veters strikken, vastmakenDeens-Russisch woordenboek > zijn veters strikken, vastmaken
-
7 aan elkaar vastmaken
allier, rellier -
8 vastknopen
1 [knopend vastmaken] boutonner2 [met een knoop verbinden] nouer3 [d.m.v. een touw vastmaken] attacher avec une corde4 [figuurlijk][verbinden] relier♦voorbeelden: -
9 aanbinden
-
10 aaneenrijgen
-
11 aanrijgen
-
12 aanschroeven
-
13 aanspannen
-
14 aanzetten
1 [vastmaken] fixer2 [aansporen] stimuler3 [in werking stellen] mettre en marche4 [meer nadruk geven] accentuer5 [(bijna) tegen iets anders zetten] mettre plus près♦voorbeelden:iemand tot wraak aanzetten • pousser qn. à se venger1 [dik maken] faire grossir♦voorbeelden:met iets komen aanzetten • 〈 meebrengen〉 s'amener avec qc.; 〈 te berde brengen〉 mettre qc. sur le tapis -
15 bevestigen
1 [algemeen] confirmer2 [vastmaken] fixer♦voorbeelden:een vonnis bevestigen • confirmer un jugementop mijn vraag bevestigde hij dat hij er geweest was • il répondit en confirmant qu'il y était allé2 iets met schroeven bevestigen • fixer qc. avec des vis -
16 bevestiging
-
17 binden
3 [boekwezen] relier♦voorbeelden:hij weet zijn personeel aan zich te binden • il sait s'attacher son personnelII 〈wederkerend werkwoord; zich binden〉1 [dik worden] épaissir2 [figuurlijk][een band smeden] créer un lien -
18 hechten
2 [+ aan][vastmaken] attacher (à)3 [+ aan][toekennen] accorder (à)♦voorbeelden:3 een bepaalde betekenis aan iets hechten • attacher un certain sens à qc.waarde aan iets hechten • accorder de la valeur à qc.1 [vast blijven zitten] tenir2 [+ aan][waarde toekennen aan] tenir (à)♦voorbeelden:III 〈wederkerend werkwoord; zich hechten〉1 [+ aan] s'attacher (à)♦voorbeelden: -
19 opschroeven
1 [iets opdrijven] faire monter (en vissant)2 [opkloppen] grossir3 [iets vastmaken op] visser (sur)♦voorbeelden:zijn luidruchtigheid was wat opgeschroefd • il faisait un tapage exagéréeen opgeschroefde stijl • un style ampoulé -
20 rijgen
- 1
- 2
См. также в других словарях:
vastmaken — fasi … Woordenlijst Sranan