-
1 uitstorting
1 [het (zich) uitstorten] pouring out ⇒ outpouring 〈 figuurlijk〉, 〈 vloeistof ook〉 effusion, ejaculation 〈 sperma〉, emission 〈 sperma〉2 [met betrekking tot bloed] contusion, effusion♦voorbeelden: -
2 uitstorting
-
3 uitstorting
сущ.общ. излияние -
4 uitstorting
n. outpour, outpouring, effusion -
5 de uitstorting van de Heilige Geest
de uitstorting van de Heilige GeestVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de uitstorting van de Heilige Geest
-
6 issue of stock
uitstorting van maatschappijbeleggingen -
7 dégorgeage
dégorgeage [deegorzĵaazĵ],dégorgement [deegorzĵəmã]〈m.〉2 uitvloeiing ⇒ uitstorting, (het) zich uitstorten3 (het) doorsteken ⇒ (het) ruimen, (het) ledigen -
8 излияние
ngener. ontboezeming, uitstorting -
9 discharge
n. (het) lossen; uitlaat; vrijlating; schuld afbetalen; schot--------v. vracht lossen; uitwerpen, uitscheiden; bevrijden; verwijderen; sturen, wegsturen; schietendischarge1[ distsja:dzj]1 bewijs van kwijting/ontslag1 lossing ⇒ ontlading, het uitladen4 kwijting ⇒ aflossing, vervulling♦voorbeelden:a purulent discharge • een etterige afscheidingthe discharge of one's duties • het vervullen van zijn plicht————————discharge2[ distsja:dzj]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ontladen ⇒ uitladen, lossen2 afvuren ⇒ afschieten, lossen4 wegsturen ⇒ ontslaan, ontheffen van; 〈 leger〉 pasporteren; 〈 juridisch〉 vrijspreken, in vrijheid stellen5 uitstorten ⇒ uitstoten, afgeven6 vervullen ⇒ voldoen, zich kwijten van♦voorbeelden:discharge the jury • de jury van zijn plichten ontslaandischarge a patient • een patiënt ontslaandischarge a sailor • een zeeman afmonsterendischarge someone from service • iemand uit de dienst ontslaandischarge oaths/screams • vloeken/kreten uitstotendischarge one's debts • zijn schulden voldoendischarge one's duties • zijn taak vervullen -
10 flood
n. vloed, stroom; overstroming--------v. (over)stromen; buiten zijn oevers treden; (doen) overstromenflood1[ flud] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vloed2 uitstorting ⇒ stroom, vloed♦voorbeelden:flood of light • zee van lichtflood of rain • stortregenflood of reactions • stortvloed van reacties————————flood2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:they were flooded out • ze werden door het water (uit hun huis) verdrevenwe were flooded (out) with letters • we werden bedolven onder de brieven -
11 outflow
n. uitstroming; uitstorting; wegvloeien van kapitaaloutflow2 uitstroming ⇒ uit/afvloeiing♦voorbeelden: -
12 extravasation
n. uitstorting (bij geneeskunde) -
13 effusion
-
14 épanchement
-
15 infusion
infusion [ẽfuuzjõ]〈v.〉♦voorbeelden: -
16 regorgement
-
17 излияние
ngener. ontboezeming, uitstorting
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский