-
1 transporter
transporter [trãsportee]2 overbrengen ⇒ verplaatsen, overdragen5 meeslepen ⇒ in vervoering, in verrukking brengen♦voorbeelden:v1) vervoeren, transporteren2) verplaatsen3) overdragen4) meeslepen -
2 canaliser
canaliser [kaanaaliezee]〈 werkwoord〉3 in banen leiden ⇒ (in een bepaalde richting) sturen, groeperenv1) kanaliseren, bevaarbaar maken3) transporteren [water, olie, elektriciteit] -
3 véhiculer
См. также в других словарях:
Cornelis Rudolphus Theodorus Krayenhoff — Corneli(u)s Rudolphus Theodorus, Baron Krayenhoff[1] (Nijmegen, 2 June 1758 Nijmegen, 24 November 1840) was a physicist, artist, general, hydraulic engineer … Wikipedia
transportieren — Vsw std. (17. Jh.) mit Adaptionssuffix. Entlehnt aus frz. transporter, dieses aus l. trānsportāre überführen, hinübersetzen , zu l. portāre tragen, führen, befördern und l. trāns . Abstraktum: Transport. Ebenso nndl. transporteren, ne.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache