-
1 grate
n. haard; rooster (voor het houden van kolen)--------v. krabbelen; verkruimelen; knarsen; irriteren; raspengrate1[ greet] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 haard————————grate21 knarsen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 raspen♦voorbeelden: -
2 grating
-
3 grid
-
4 lattice
n. tralie(werk), rooster; symmetrische net; structuur, kader (in de elektronica)--------v. van traliewerk voorzien, van latwerk voorzien[ lætis], 〈in betekenis 1 ook〉 latticework3 〈 verkorting〉[lattice window] -
5 trellis
n. traliewerk, latwerk, leilatten--------v. steun geven aan-, ondersteunentrellis1[ trellis] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————trellis2〈 werkwoord〉 -
6 grillage
-
7 grille
grille [griej]〈v.〉1 hek♦voorbeelden:pousser la grille • het hek openduwen3 la grille des horaires • het uur-, lesroosterla grille des programmes • het programmaoverzichtla grille des salaires • de loonschaalgrille muette • doorloperf1) hek, traliewerk2) rooster3) vakjes [kruiswoordpuzzel]4) denkschema, interpretatie -
8 treillis
treillis [trejjie]〈m.〉1 traliewerk ⇒ roosterwerk, netwerk♦voorbeelden:m1) traliewerk, roosterwerk2) gevechtspak3) zakkenlinnen -
9 решётка
ngener. latwerk, omrastering, raster, rooster, tralie, afrastering, een latten afscheiding, hek, hekwerk, traliewerk -
10 gridiron
-
11 grill
n. grill, rooster; geroosterd (vlees)gerecht; grill-room--------v. grillengrill1[ gril] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 → grille grille/4 〈 verkorting〉[grill-room]————————grill2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈 voornamelijk voltooid deelwoord〉van rooster/traliewerk voorzien♦voorbeelden: -
12 grille
n. sierscherm, kijkraampje; smartelijk, pijnlijkgrille, grill[ gril]1 traliewerk ⇒ rooster, rasterwerk -
13 latticework
-
14 railing
-
15 latticing
n. laag; traliewerk -
16 grillager
-
17 treillage
-
18 treillager
-
19 grating
roostertraliewerk -
20 Drahtgitter
Страницы
- 1
- 2