-
1 bust
adj. kapot, stuk; bankroet gaan--------n. borstbeeld, buste; borsten; hechtenis; bankroet--------v. aanhouden, in hechtenis nemen; breken; verliezen; een stap naar beneden op de ladderbust1[ bust] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 buste ⇒ borstbeeld, tors2 boezem ⇒ buste, borsten————————bust21 kapot ⇒ stuk, naar de knoppen♦voorbeelden:————————bust3〈 slang〉1 barsten ⇒ breken, kapotgaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 breken ⇒ mollen, kapot/stuk maken2 laten springen ⇒ door/verbreken, bankroet laten gaan, platzak maken→ bust up bust up/ -
2 butt
n. peuk; aanhangsel; achterwerk (slang); doel; een groot vat--------v. stoten; botsen; hinderen; rammen; vooruit springenbutt13 〈 benaming voor〉 (dik) uiteinde ⇒ kolf, handvat; restant, eindje; peuk 〈 van sigaret〉; 〈 slang〉 achterste, krent; 〈 Amerikaans-Engels〉 romp, tors5 (bier/wijn)vat ⇒ (regen)ton————————butt2〈 werkwoord〉2 met de uiteinden/een stootvoeg verbonden zijn/aan elkaar verbinden ⇒ aangrenzen/sluiten3 (voor)uitsteken/springen→ butt in butt in/ -
3 torso
n. torso, lichaam van een mens zonder hoofd, armen en benen; beeld of beeldhouwwerk van een lichaam zonder ledematen en hoofd; iets dat incompleet en verminkt is -
4 trunk
n. boomstam, romp; koffer; slurf; kofferbak (AE), zwembroek; slurf[ trungk]
См. также в других словарях:
tors — tors … Dictionnaire des rimes
tors — tors, orse (tor, tor s ) adj. 1° Synonyme de tordu ; tors est l ancien participe passé de tordre. De la soie torse. Du fil tors. • Les chairs sont composées de divers filets qu on appelle fibres, tors en différents sens, qui peuvent s… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Tors — may refer to:* Ivan Tors (1916 1983), playwright, screenwriter and film and television producer * Tors (geology), a type of rock outcropee also* Ten Tors * Tor (disambiguation) * Tors Cove … Wikipedia
tors — {{/stl 13}}{{stl 8}}rz. mnż I, D. u, Mc. torssie {{/stl 8}}{{stl 20}} {{/stl 20}}{{stl 12}}1. {{/stl 12}}{{stl 7}} górna część tułowia : {{/stl 7}}{{stl 10}}Potężny, muskularny tors. Owłosiony tors. {{/stl 10}}{{stl 20}} {{/stl 20}}{{stl 12}}2.… … Langenscheidt Polski wyjaśnień
tors — Tors, torse. adj. v. Qui est tordu, ou qui en a la figure. Col tors. colonnes torses. de la soye torse. du fil tors. On dit quelquefois Torte, au feminin. Jambe torte. bouche torte, & par mépris, gueule torte … Dictionnaire de l'Académie française
Tors — Tors, s. Hanf, S. 769 … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Tors — Tors, s.v.w. Hanfwerg (s. Hanf) … Kleines Konversations-Lexikon
tors — Mot Monosíl·lab Nom masculí … Diccionari Català-Català
tors — Tors, Torse, Torsement, voyez Tordre … Thresor de la langue françoyse
tors — 1. tors, torse [ tɔr, tɔrs ] adj. • XIIe; a. p. p. de tordre 1 ♦ Qui est tordu (matière souple). Fil tors. Soie torse : organsin. (1671) Archit. Colonne torse, à fût contourné en spirale. 2 ♦ Qui est tordu, présente des courbes anormales (parties … Encyclopédie Universelle
tors — TORS1 s.n. 1. Faptul de a toarce. 2. Sunet produs de pisici când torc. – v. toarce. Trimis de LauraGellner, 13.09.2007. Sursa: DEX 98 TORS2, torsuri, s.n. Sculptură reprezentând partea superioară a corpului omenesc, fără membre (şi fără cap). ♦ … Dicționar Român