-
1 tons chauds
tons chauds -
2 tons de chasse
tons de chasse -
3 tons rompus
tons rompusgebroken kleuren, kleuren met diverse schakeringen -
4 des tons mode
des tons mode -
5 sur tous les tons
sur tous les tonsin alle toonaarden, op alle mogelijke manieren -
6 ton
ton1 [tõ]〈m.〉3 tint ⇒ toon, kleur(schakering), hoofdkleur4 toon ⇒ stijl, manier (van optreden), (spreek)trant♦voorbeelden:ton frappé • accentsur tous les tons • in alle toonaarden, op alle mogelijke manierenton de voix familier • gewone toon, bekende stemfaire baisser le ton à qn. • iemand een toontje lager laten zingen(faire) chanter sur un autre ton • uit een ander vaatje (laten) tappenélever, hausser le ton • zijn, haar stem verheffenne le prenez pas sur ce ton • sla niet zo'n (hoge) toon aan, neem het niet zo hoog opton majeur, mineur • grote, kleine hele toonton principal d'un morceau • grondtoon van een muziekstukse mettre dans le ton • stemmensortir du ton • detoneren, uit de toon rakentons rompus • gebroken kleuren, kleuren met diverse schakeringenêtre dans le ton • harmoniëren, bij elkaar passencette couleur n'est pas dans le ton • deze kleur vloektton sur ton • kleur op kleurle bon ton • de goede toon, goede manierenavoir le ton, être dans le ton • ‘in’ zijn, bij de tijd zijnchanger de ton • een andere toon aanslaanne pas être dans le ton • uit de toon vallense mettre au ton de qn. • iemand nadoen, iemand als voorbeeld nemense mettre dans le ton • zich aanpassen, mee gaan doende bon ton • zoals het hoort, smaakvol————————ton2 [tõ],1 jouw ⇒ van jou, je→ pommeI m1) toon, klank2) toonsoort, toonhoogte [muziek]3) tint, kleur4) stijl, manier (van optreden)II = ta; = tes; adjjouw, je, van jou -
7 mode
mode [mod]I 〈m.〉♦voorbeelden:mode de vie • levensstijlmode mineur • kleine tertsII 〈v.〉1 mode♦voorbeelden:des tons mode • modekleurenc'est passé de mode • dat is uit de modetravailler dans la mode • in de mode-industrie werkenà la mode • in de mode, in zwangromancier à la mode • auteur die in is→ boeuf1. m1) manier, wijze2) wijs [taal]3) toonaard [muziek]2. f
См. также в других словарях:
Töns — ist der Name folgender Personen: Christian Töns (1958–2008), deutscher Chirurg Markus Töns (* 1964), deutscher Politiker Diese Seite ist eine Begriffsklärung zur Unterscheidung mehrerer mit demselben Wort bezeichneter Begriffe … Deutsch Wikipedia
Tons — can refer to: * Tons River, a major river in India * plural of ton, a unit of force (usually weight) * slang: for many of something, there were a ton of people at the party … Wikipedia
tons of — INFORMAL ► a lot of: »We ve had tons of replies to our advertisement. Main Entry: ↑ton … Financial and business terms
tons — [tʌnz] adv informal very much ▪ I feel tons better after a rest … Dictionary of contemporary English
tons — [ tʌnz ] adverb INFORMAL a lot: She felt tons better after eating … Usage of the words and phrases in modern English
Tons — TonsVorlage:Infobox Fluss/GKZ fehlt Lage Uttarakhand, Uttar Pradesh (Indien) Flusssystem GangesVorlage:Infobox Fluss/FLUSSSYSTEM falsch Abfluss über … Deutsch Wikipedia
Tons — (Thoens, Thons, Tous, Dons) The Tons were a family of tapestry weavers and painters of cartoons for canvases. Members included Jan I Tons (1456 to 1467 1556), a painter in Brussels who was fined for listening to Lutheran preaching at the home… … Historical Dictionary of Brussels
tons — bâ·tons; cor·net à pis·tons; tons; … English syllables
tons — lots, very much/many, a holy pile There were tons of people at the wedding and tons of food! … English idioms
tons — noun a large number or amount (Freq. 2) made lots of new friends she amassed stacks of newspapers • Syn: ↑dozens, ↑heaps, ↑lots, ↑piles, ↑scores, ↑ … Useful english dictionary
tons — noun A lot; a large quantity (of something). I have tons of pens, but none of them work. Syn: a lot, a thing or two, loads … Wiktionary
