-
1 accent
accent [aaksã]〈m.〉2 accent ⇒ tongval, uitspraak4 stembuiging ⇒ uitdrukking, toon, klank♦voorbeelden:3 accent aigu (´), grave (´), circonflexe (ˆ) • accent aigu (´), grave (´), circonflexe (ˆ)m1) klemtoon, nadruk2) accent3) toon -
2 accent circonflexe
accent circonflexeaccent circonflexe, ‘dakje’ 〈bijv. ê〉 -
3 accent du terroir
accent du terroir -
4 accent faubourien
accent faubourien -
5 accent pointu
accent pointu -
6 accent qui porte sur la dernière syllabe
accent qui porte sur la dernière syllabeDictionnaire français-néerlandais > accent qui porte sur la dernière syllabe
-
7 accent aigu (´), grave (´), circonflexe (ˆ)
accent aigu (´), grave (´), circonflexe (ˆ)accent aigu (´), grave (´), circonflexe (ˆ)Dictionnaire français-néerlandais > accent aigu (´), grave (´), circonflexe (ˆ)
-
8 accent tonique
accent tonique -
9 attraper un accent
attraper un accent -
10 avoir l'accent anglais
avoir l'accent anglais -
11 il parlait avec une pointe d'accent espagnol
il parlait avec une pointe d'accent espagnolDictionnaire français-néerlandais > il parlait avec une pointe d'accent espagnol
-
12 dire qc. avec un accent plaintif
dire qc. avec un accent plaintifDictionnaire français-néerlandais > dire qc. avec un accent plaintif
-
13 pointu
pointu [pwẽtuu]♦voorbeelden:écriture pointue • hoekig handschriftparler pointu • met een Parijs' accent sprekenadj1) puntig, spits2) scherp, schel -
14 accentuer
accentuer [aaksãtuu.ee]1 de klemtoon, nadruk leggen op ⇒ beklemtonen, accentueren2 het toonteken, accent plaatsen op♦voorbeelden:1 sterker, heviger, groter worden ⇒ toenemen1. v2) benadrukken, beklemtonen3) vergroten, versterken2. s'accentuervduidelijker/sterker/groter worden, toenemen -
15 attraper
attraper [aatraapee]1 pakken ⇒ grijpen, (op)vangen2 beetnemen ⇒ erin laten lopen, foppen3 betrappen ⇒ snappen, verrassen7 treffen ⇒ raken, vatten♦voorbeelden:attraper qn. par le bras • iemand bij de arm pakkense faire attraper • gepakt wordenil m'a bien attrapé • hij heeft me flink beetgenomen, er mooi in laten lopen3 tu serais bien attrapé si • je zou er raar, vreemd van opkijken alsque je t'y attrape! • laat ik het niet merken, waag het eens!attraper qn. à qc. • iemand op iets betrappen♦voorbeelden:v1) (beet)pakken, grijpen2) beetnemen, foppen3) betrappen, verrassen5) oplopen, opdoen [ziekte]6) halen [bus, trein]7) vatten [kou]8) treffen, raken -
16 pointe
pointe [pwẽt]〈v.〉4 steek ⇒ toespeling, rake opmerking6 driehoekige doek ⇒ hoofd-, halsdoek, luier♦voorbeelden:s'asseoir sur la pointe des fesses • op het puntje van zijn stoel zittenpointe fine • fijnschrijvermarcher sur la pointe des pieds • op de tenen lopense terminer en pointe • spits toelopenpointe sèche • drogenaald(gravure)vitesse de pointe • topsnelheidêtre à la pointe de qc. • zich in de voorhoede van iets bevindende, en pointe • geavanceerd, speerpunt-, voorhoede-une pointe d'ironie • een zweempje ironie1. f1) punt, spits2) scherpe punt3) toppunt5) een beetje2. pointesf pl -
17 porter
porter [portee]♦voorbeelden:porter sur le public • aanslaan bij het publiekII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 dragen ⇒ meevoeren, bij zich hebben, aan, op hebben, drachtig zijn2 brengen (naar) ⇒ (ver)voeren (naar), leggen (op), wenden (naar), drijven (tot)5 bevatten ⇒ hebben, vertonen, bezitten7 vermelden ⇒ doorgeven, inschrijven, noteren♦voorbeelden:porter le deuil • in de rouw zijnmes jambes ne me portent plus • ik kan niet meer op mijn benen staanporter le poids de • de last torsen vanelle porte bien cette toilette • dit toiletje staat haar heel goedporter qn. en triomphe • iemand in triomf op de schouders dragenporter à la poste • postenporter qc. à sa perfection • iets tot in de puntjes verzorgenporter devant le tribunal • voor het gerecht brengenporter en terre • ten grave dragenporter son regard sur • zijn blik laten gaan overporter la conversation sur • het gesprek brengen opporter ses efforts sur • zich helemaal inzetten voorporter son regard vers • zijn blik richten oplivre portant le titre • boek met als titelporter les traces, les marques de • sporen vertonen vanêtre porté à croire que • alle reden hebben om te geloven dattout porte à croire que • alles wijst erop datporter au compte profits et pertes • op de winst-en-verliesrekening boekenporter sur un registre • inschrijven, boeken2 het … maken 〈 gezondheid〉5 zich laten verleiden (tot) ⇒ gaan (tot), komen (tot), zover komen dat♦voorbeelden:3 se porter candidat à • zich kandidaat stellen voor, solliciteren naarse porter garant de • borg staan voorse porter en tête (de) • vooropgaan, vooraan gaan rijdenles regards se portent sur • de blikken richten zich oples soupçons se portent sur lui • de verdenking valt op hem5 se porter aux dernières extrémités • ontzettend kwaad, handtastelijk worden————————v1) steunen (op)6) dragen8) veroorzaken9) tonen10) vertonen, bezitten11) aanzetten (tot)12) vermelden, inschrijven -
18 circonflexe
circonflexe [sierkõfleks]♦voorbeelden:1 sourcils circonflexes • gebogen, hoekige wenkbrauwen¶ accent circonflexe • accent circonflexe, ‘dakje’ 〈bijv. ê〉 -
19 faubourien
faubourien [fooboerjẽ],faubourienne [fooboerjen]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 bewoner, bewoonster van een voorstad van Parijs ⇒ bewoner van de arbeidersbuurten aan de rand van Parijs♦voorbeelden: -
20 terroir
terroir [terwaar]〈m.〉♦voorbeelden:mots du terroir • streekgebonden, regionale uitdrukkingenil sent son terroir • men merkt onmiddellijk uit welke streek hij komt
- 1
- 2
См. также в других словарях:
accent — [ aksɑ̃ ] n. m. • 1265; lat. accentus I ♦ 1 ♦ Augmentation d intensité de la voix sur un son, dans la parole (accent d intensité dit à tort accent tonique, les deux accents étant difficiles à distinguer en latin). Mus. Mise en relief d un point… … Encyclopédie Universelle
accent — ACCÉNT, accente, s.n. 1. Pronunţare mai intensă, pe un ton mai înalt etc. a unei silabe dintr un cuvânt sau a unui cuvânt dintr un grup sintactic. ♦ Semn grafic pus de obicei deasupra unei vocale pentru a marca această pronunţare sau altă… … Dicționar Român
accent — ACCENT. s. m. Infléxion de la voix, maniére de prononcer. Il n a point de mauvais accent. on connoist à son accent de quelle Province il est. accent Normand. accent Gascon. On dit poëtiquement. Les accens de la voix. tristes accens. accens… … Dictionnaire de l'Académie française
accent — 1. The noun is stressed on the first syllable and the verb (meaning ‘to lay stress on, to emphasize’ in various senses) on the second. 2. In general use, an accent is ‘individual, local, or national mode of pronunciation’, as in a Scottish accent … Modern English usage
accent — Accent. m. Est pur Latin, et signifie l elevation, ou rabbaissement, ou contour de la voix en prononçant quelque diction, Accentus, et consequemment signifie les virgules et marques apposées aux mots indicans les endroits d iceux où il faut… … Thresor de la langue françoyse
Accent — Ac cent , n. [F. accent, L. accentus; ad + cantus a singing, canere to sing. See {Cant}.] 1. A superior force of voice or of articulative effort upon some particular syllable of a word or a phrase, distinguishing it from the others. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
Accent — may refer to:peech and language* Accent (linguistics), pronunciation common to a certain language dialect * Stress (linguistics), tone levels and emphasis used in many languages to provide information when using the language * Stress (phonology)… … Wikipedia
accent — [ak′sent΄; ] chiefly Brit [, ak′sənt; ] for v. [, ak′sent΄, ak sent′] n. [Fr < L accentus < ad , to + cantus, pp. of canere, to sing: a L rendering of Gr prosōidia (see PROSODY), orig. referring to the pitch scheme of Gr verse] 1. the… … English World dictionary
Accent — (v. lat.), 1) Hebung u. Senkung der Laute durch die Stimme; entweder von mechanischen od. oratorischen Ursachen herrührend, u. daher grammatischer od. Wort , u. oratorischer od. Rede A.; 2) Zeichen dieser Betonung. Der grammatische od. Wort A.,… … Pierer's Universal-Lexikon
Accent — Ac*cent , v. t. [imp. & p. p. {Accented}; p. pr. & vb. n. {Accenting}.] [OF. accenter, F. accentuer.] [1913 Webster] 1. To express the accent of (either by the voice or by a mark); to utter or to mark with accent. [1913 Webster] 2. To mark… … The Collaborative International Dictionary of English
Accent — wird in folgenden Zusammenhängen verwendet: französisches Wort für das Akzentzeichen Accent, ehemalige niederländische politische Wochenzeitschrift ein Automodell, siehe Hyundai Accent Siehe auch: Akzent … Deutsch Wikipedia