-
1 accede
v. toetreden, ambt aanvaarden, troon bestijgen, instemmen, toestemmen3 toestemmen ⇒ aanvaarden, inwilligen♦voorbeelden: -
2 agree
v. het eens zijn; toestemmen; overeenkomen[ əgrie:]1 akkoord gaan ⇒ het eens zijn, het eens worden, afspreken2 overeenstemmen ⇒ goed opschieten, passen♦voorbeelden:agree to do something • afspreken iets te zullen doenI agree! • vind ik ook!I don't agree! • vind ik niet!agree on/upon something • het ergens over eens zijn, een akkoord bereiken over ietsagree to something • met iets instemmen, in iets toestemmenagree with someone about something • het met iemand over iets eens zijnagree that • ermee akkoord gaan/ook vinden datagreed! • akkoord!2 agree with • kloppen met, overeenstemmen met, passen bij→ agree with agree with/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bepalen ⇒ overeenkomen, afspreken♦voorbeelden: -
3 assent
n. toestemming--------v. toestemmenassent1[ əsent] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 toestemming ⇒ instemming, aanvaarding♦voorbeelden:by common assent • met algemene stemmen, unaniem————————assent21 toestemmen ⇒ instemmen, aanvaarden♦voorbeelden: -
4 agree to something
agree to somethingmet iets instemmen, in iets toestemmen -
5 approve
v. instemmen; goedkeuren[ əproe:v]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 goedkeuren ⇒ toestemmen in, akkoord gaan met♦voorbeelden: -
6 connivance at/in
connivance at/in -
7 connivance
n. oogluikingconnivance, connivence[ kənajvns]2 oogluiking ⇒ stilzwijgende medewerking/toestemming, medeweten bij misdrijven♦voorbeelden:2 how much do I get for my connivance? • wat krijg ik als ik de andere kant op kijk?connivance at/in • het stilzwijgend toestemmen in -
8 consent
n. toestemming; er mee instemmen--------v. stemt toe; is het er mee eensconsent1[ kənsent] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 toestemming ⇒ instemming, goedkeuring♦voorbeelden:————————consent2〈 werkwoord〉1 toestemmen ⇒ zijn goedkeuring/toestemming geven, zich bereid verklaren♦voorbeelden: -
9 fall in with
het eens zijn met-,vallen met-fall in with -
10 support
n. steun; broodwinning, levensonderhoud; ondersteuning--------v. ondersteuning, dragen, voorstaan; hulp verlenen; toestemmen; versterken; aanmoedigen; onderhoudensupport1[ səpo:t]1 steun(stuk) ⇒ stut, drager, draagbalk1 steun ⇒ hulp, ondersteuning2 onderhoud ⇒ levensonderhoud, middelen van bestaan♦voorbeelden:————————support2〈 werkwoord〉1 (onder)steunen ⇒ stutten, dragen2 steunen ⇒ helpen, bijstaan; verdedigen, bijvallen; subsidiëren4 (ver)dragen ⇒ doorstaan, verduren♦voorbeelden:support a policy • een beleid verdedigen3 support oneself/one's family • zichzelf/zijn familie onderhouden¶ supporting programme • bijfilm, voorfilm(pje)supporting part/role • bijrol -
11 uphold
-
12 accede to
aanvaarden,inwilligen,toestemmen -
13 assenter
n. toestemmen, instemmen -
14 silence means assent
zwijgen is als toestemmen
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский