-
1 support
n. steun; broodwinning, levensonderhoud; ondersteuning--------v. ondersteuning, dragen, voorstaan; hulp verlenen; toestemmen; versterken; aanmoedigen; onderhoudensupport1[ səpo:t]1 steun(stuk) ⇒ stut, drager, draagbalk1 steun ⇒ hulp, ondersteuning2 onderhoud ⇒ levensonderhoud, middelen van bestaan♦voorbeelden:————————support2〈 werkwoord〉1 (onder)steunen ⇒ stutten, dragen2 steunen ⇒ helpen, bijstaan; verdedigen, bijvallen; subsidiëren4 (ver)dragen ⇒ doorstaan, verduren♦voorbeelden:support a policy • een beleid verdedigen3 support oneself/one's family • zichzelf/zijn familie onderhouden¶ supporting programme • bijfilm, voorfilm(pje)supporting part/role • bijrol -
2 supporter
n. aanhanger; supporter[ səpo:tə]1 steun(stuk) ⇒ stut, drager, draagbalk2 verdediger ⇒ aanhanger, voorvechter -
3 countenance
n. aanzicht, uitdrukking; bemoedigend, steunend--------v. aanmoedigen; permitterencountenance1[ kauntinnəns]1 gelaat ⇒ gelaatstrekken/uitdrukking3 welwillende/bemoedigende blik♦voorbeelden:1 kalmte ⇒ gemoedsrust, zelfbeheersing2 (morele) steun ⇒ instemming, goedkeuring♦voorbeelden:1 keep one's countenance • zijn zelfbeheersing bewaren; 〈 in het bijzonder〉 zijn lachen kunnen houdenlose countenance • van zijn stuk rakenout of countenance • van zijn stuk gebracht————————countenance2〈 werkwoord〉1 goedkeuren ⇒ (stilzwijgend/oogluikend) toestaan, dulden -
4 nog
n. sterke drank; ingemetseld stuk hout (voor steun van plafond)--------v. met pennen bevestigen[ nog]
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский