-
1 acclaim
n. toejuiching, bijval, gejuich--------v. toejuichen, uitroepenacclaim1[ əkleem] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 toejuiching ⇒ bijval, gejuich♦voorbeelden:————————acclaim2〈 werkwoord〉 -
2 applaud
-
3 applause
-
4 cheer
n. juichkreet; vrolijkheid--------v. juichen; opvrolijkencheer1[ tsjiə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:3 of/with good cheer • welgemoed, vrolijk————————cheer21 juichen ⇒ schreeuwen, roepen♦voorbeelden:¶ cheer up! • kop op!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 toejuichen ⇒ aanmoedigen, opvrolijken♦voorbeelden:2 cheer up • opmonteren, opvrolijken -
5 hail
n. hagel, regen, stortvloed; (welkomst)groet--------v. hagelen; begroeten; toejuichenhail1[ heel]♦voorbeelden:1 a hail of bullets • een regen/hagel van kogels〈 formeel〉 all hail to Caesar! • heil en voorspoed aan Caesar!hail to you! • saluut!————————hail2♦voorbeelden:blows hailed down (up)on the boy's back • het regende slagen op de rug van de jongen→ hail from hail from/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
6 hooray
-
7 hurrah
-
8 hurray
interj. hoera!--------n. uitroep van aanmoediging--------v. toejuichenhurray, hooray1 hoera(atje) ⇒ hoezee, hoerageroep♦voorbeelden:¶ hip, hip, hurray! • hiep, hiep, hoera! -
9 root for the team
root for the teamhet team toejuichen/steunen -
10 root
n. wortel; oorsprong--------v. wortel schieten; geworteld zijn; wroeten, woelen; te voorschijn halen, opscharrelenroot1[ roe:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 oorsprong ⇒ wortel, basis♦voorbeelden:¶ root and branch • met wortel en tak, grondigpull up one's roots • een ander leven beginnenput down roots • zich vestigen, zich thuis gaan voelenstrike at the roots of • een vernietigende aanval doen op————————root23 wroeten ⇒ graven, woelen♦voorbeelden:¶ root for the team • het team toejuichen/steunenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:→ root out root out/ -
11 we'd welcome a change
-
12 welcome
adj. gewenst; graag; verfrissend; hartelijk verwelkomd; vrij (zonder meer toegestaan)--------interj. uitroep gebruikt om een bezoeker of recente aankomst op vriendelijke wijze te begroeten; groet aan een nieuwkomer--------n. receptie, iemand verwelkomen--------v. iemand ontvangen, welkom heten, graag ontvangenwelcome1[ welkəm]1 welkomstgroet ⇒ welkom, verwelkoming♦voorbeelden:¶ welcome! • welkom!1 onthaal♦voorbeelden:bid someone welcome • iemand welkom heten¶ outstay one's welcome • langer blijven dan men welkom is, blijven plakken→ warm warm/————————welcome2〈 welcomeness〉♦voorbeelden:make someone (feel) welcome • iemand het gevoel geven dat hij welkom isII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉♦voorbeelden:you're welcome to the use of my books • je mag mijn boeken gerust gebruiken¶ ‘thank you’ ‘you're welcome’ • ‘dank u’ ‘geen dank/graag gedaan’————————welcome3〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
13 applause of the audience
het applaus van het publiek,de toeschouwers (in de handen klappen,toejuichen) -
14 hoorah
interj. hoera!--------n. uitroep van waardering, blijdschap--------v. hoera, toejuichen -
15 no man cries stinking fish
men kan zichzelf niet toejuichen of een opinie hebben over de daden die we hebben gedaan
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский