-
1 tapoter
tapoter [taapottee]1 zachtjes tikken, trommelen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 klopjes, tikjes geven♦voorbeelden:tapoter la joue de qn. • iemand op de wang tikken -
2 бренчать
vgener. aantikken (на музыкальном инструменте), tingelen, rammelen, rinkelen, rinkinken, tjingelen, tokkelen (на инструменте) -
3 звонить
vgener. (о телефоне, звонке) overgaan, bellen (bij iem.-ê êîìó-ô.), bengelen (в колокол), kleppen (о колоколе), luiden, tingelen, aanbellen (к кому-л.), aanschellen (к кому-л.), (о будильнике) aflopen, klingelen, luien, schellen -
4 звякать
vgener. klikklakken, tingelen -
5 jingle
n. gerinkel; rijmklank, rijmpje, jingle--------v. ringelen, bellen; rijmen (lied)jingle1[ dzjinggl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 geklingel ⇒ gerinkel, getinkel————————jingle2〈 werkwoord〉1 (doen/laten) klingelen ⇒ (doen) rinkelen/tingelen -
6 plunk
adv. plons (in water)--------n. tokkelen (op muziekinstrument); laten vallen (sl.)--------v. tokkelen (op muziekinstrument); laten vallen op (sl.); neerploffenplunk1————————1 tokkelen ⇒ tokkelend (doen) ken, tingelen (op)♦voorbeelden:2 plunk down • neersmijten/neergooien————————〈 bijwoord〉1 met een plof/klap♦voorbeelden: -
7 ting
-
8 tinkle
n. gerinkel, getingel--------v. rinkelen, tinkelentinkle1[ tingkl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 gerinkel————————tinkle2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
9 pianoter
pianoter [pie.aanottee]〈 werkwoord〉 -
10 tapoter du piano
tapoter du piano -
11 bimmeln
См. также в других словарях:
dangjan — *dangjan, *dangwjan, *dengwan germ., schwach. Verb: nhd. schlagen, hämmern, dengeln, tengeln; ne. beat (Verb); Rekontruktionsbasis: an., ae., ahd.; Etymologie: s. ing. *dʰen (3) … Germanisches Wörterbuch
dhen-3 — dhen 3 English meaning: to hit, push Deutsche Übersetzung: ‘schlagen, stoßen” Note: From Root dhen 1 : “ to run, *flow” derived Root dhen 2 : ‘surface of hand/land, etc. (*dry land)” meaning “arid flat area”, then from Root dhen 2 … Proto-Indo-European etymological dictionary