-
1 opruimen
1 [opbergen, netjes maken] clean/clear (out) ⇒ tidy/clear (up)2 [uitverkopen] sell up/out ⇒ clear♦voorbeelden:1 een kamer opruimen • tidy/clear up a roommijnen opruimen • clear minesde rommel opruimen • clear/tidy away the messopgeruimd staat netjes • that's things nice and tidy again; 〈 ironisch〉 good riddance (to bad rubbish) -
2 ordelijk
2 [geregeld] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 orderly ⇒ 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 well-organized/-ordered, 〈 bijwoord〉 in orderly fashion, 〈 bijwoord〉 in good order♦voorbeelden:2 de demonstratie kent een ordelijk verloop • the demonstration is passing off in an orderly fashionalles gaat er ordelijk toe • everything is well-organized (there)3 een ordelijk huishouden • a tidy/well-organized household -
3 keurig
♦voorbeelden:er keurig uitzien • look neat (and tidy)/smart2 een keurig handschrift/keurige bloes • a neat hand/nice blouse3 een keurig rapport/opstel • a fine report/essayII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:keurig! • well done!keurig netjes gekleed • properly dressed -
4 net
net1〈 het〉2 [elkaar snijdende zaken] network ⇒ system, 〈 communicatie ook〉 net, mains 〈 elektrisch〉, grid 〈 gas, elektriciteit〉3 [televisiezenders] channel♦voorbeelden:netten breien/knopen • make netseen net spannen • spread a net〈 figuurlijk〉 achter het net vissen • miss out, miss the boatde koffer in het net leggen • put the suitcase in the rack〈 figuurlijk〉 iemand in zijn netten verstrikken • (en)trap/ensnare someonehet elektrische net • the (electric) mains3 het eerste/tweede net • channel one/two————————net24 [hygiënisch] clean5 [ethisch zuiver] decent♦voorbeelden:1 een nette stapel • a neat/tidy pileiets in het net schrijven/uitwerken • copy out something3 een nette buurt • a respectable/genteel neighbourhoodnette mensen • respectable/decent people‘copuleren’ is een net woord voor ‘neuken’ • ‘copulate’ is a polite word for ‘fuck’II 〈 bijwoord〉2 [pas; precies als] just♦voorbeelden:1 net goed • serves you/him/her/them right〈 ironisch〉 dat kun je net denken • you've got another thing coming, not likelyzij ging net vertrekken • she was about to leavenet iets voor hem • 〈 net wat hij zoekt〉 just the thing for him; 〈 kenmerkend voor hem〉 just like him, him all overnet wat ik dacht • just as I thoughtdat is net wat ik nodig heb • that's exactly what I need; 〈 ook ironisch〉 that's just what I need; 〈 ironisch〉 that's all I neednet wat je zegt! • just as you say!, right you are!maar net een voldoende halen • just pass, scrape throughdat was maar net aan • that was a narrow escape/close call, that was touch and gonet mis • a near miss/thingik weet het nog zo net niet • I'm not so surehet nog net halen • squeak through/byik weet het net zo min als jij • your guess is as good as minewij zijn net zo min tevreden • we aren't satisfied eitherze zeurden net zo lang tot hij meeging • they nagged him into coming alongze is net zo goed als hij • she's every bit as good as he isze hebben net zo goed een medaille verdiend • they are just as worthy of a medalde een net zoveel geven als de ander • give one just as much as the otherhet is net alsof je het leuk vindt • it's (almost) as if you think it's funnydat is het hem nou net • that's just it, there's the rubzo is het maar net • right you are!, just as you say!dan heb ik net zo lief dat je weg gaat • in that case I'd just as soon you leftje moet net doen alsof • you must pretendhet begint net zo gezellig te worden • the fun is just startingwe hadden net zo goed niets kunnen doen • we might just as well have done nothingwe kwamen net te laat • we came just too latehij is net zijn vader • he's the spitting image of his fatherik heb dat gisteren net schoongemaakt • I cleaned that only yesterdaywij zijn net thuis • we've (only) just come homewe waren er nog maar net, toen … • we had hardly arrived when …net of hij zo'n beste is • as if he's so great3 kun je dat niet netter zeggen? • can't you put that more politely? -
5 netjes
♦voorbeelden:de kamer is netjes opgeruimd • the living room is shipshape/nice and tidynetjes in orde • in proper trim2 wat ben je netjes vandaag! • you're looking smart today!netjes gekleed • all dressed upnetjes schrijven • write neatly3 iemand netjes behandelen • treat someone decently/fairlygedraag je netjes • behave yourselfdat is niet netjes • that is not done/proper; that is bad manners/formdat is niet zo netjes van je • that is not very nice of you -
6 slordig
♦voorbeelden:dat kost een slordige miljoen • that costs a cool millionII 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉♦voorbeelden:1 slordig gekleed • sloppily/carelessly dressedwat zit je haar slordig • how untidy your hair isslordig schrijven • scribble -
7 uitmesten
2 [ontdoen van rommel] clean/tidy up ⇒ clean/turn out♦voorbeelden:2 een kast uitmesten • tidy up/clear out a cupboard -
8 uitruimen
-
9 aardig centje
n. tidy sum -
10 in orde brengen
v. arrange, settle, set right, adjust, straighten, straighten out, put straight, tidy up, compose, fettle -
11 net
adj. tidy, trim, trig; elegant; handsome, spruce, fine--------adv. nicely; elegantly, beautifully; just so--------n. net, network; web, grid; string bag; mesh -
12 opruimen
v. clear away, tidy up, rid, egg -
13 ordelijk
adj. orderly, regular, tidy, neat--------adv. orderly -
14 proper
adj. neat, trim, tidy, fain--------adv. neatly -
15 schortje
n. pinafore, pinny, tidy -
16 werkmandje
n. mending basket, tidy -
17 zich opknappen
v. tidy up -
18 zindelijk
adj. clean, neat, pure, tidy--------adv. cleanly, neatly -
19 boel
〈 informeel〉♦voorbeelden:de boel de boel laten • leave things as they arezijn boeltje pakken • pack one's thingshij kan zijn boeltje wel pakken • he can/might as well pack it in (now)laat de boel maar waaien • let things take their own coursede boel aan kant maken • straighten/tidy things upde hele boel kort en klein slaan • smash everything (in sight)een mooie boel • a fine messhet is er een saaie/dooie boel • the place is dead -
20 centje
См. также в других словарях:
Tidy — Ti dy, a. [Compar. {Tidier}; superl. {Tidiest}.] [From {Tide} time, season; cf. D. tijdig timely, G. zeitig, Dan. & Sw. tidig.] 1. Being in proper time; timely; seasonable; favorable; as, tidy weather. [Obs.] [1913 Webster] If weather be fair and … The Collaborative International Dictionary of English
Tidy — may refer to: Neatness and tidiness HTML Tidy, a computer program for fixing HTML errors. Perl Tidy, a computer program for nicely reformatting Perl source code. Tidy (surname) Tidy, a text editor especially aimed at editing web content. Tidy… … Wikipedia
Tidy-H — de son vrai nom Teddy Husher, est un rappeur et acteur né le 28 juin 1973 à Compton. Il est marié, a 6 enfants dont un de sa premiere femme Karen, c est un rappeur, acteur et producteur. Il a grandi sans avoir connu son père, et sans sa mère… … Wikipédia en Français
tidy — ► ADJECTIVE (tidier, tidiest) 1) arranged neatly and in order. 2) inclined to keep oneself and one s possessions neat and in order. 3) informal (of an amount) considerable. ► NOUN (pl. tidies) 1) (also … English terms dictionary
Tidy — Ti dy, v. t. [imp. & p. p. {Tidied}; p. pr. & vb. n. {Tidying}.] To put in proper order; to make neat; as, to tidy a room; to tidy one s dress. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
tidy — [adj1] clean, neat apple pie order*, businesslike, chipper*, cleanly, in good shape, methodical, neat as a pin*, ordered, orderly, shipshape*, sleek, snug, spick and span*, spruce, systematic, to rights*, trim, uncluttered, well groomed, well… … New thesaurus
tidy — [tī′dē] adj. tidier, tidiest [ME tidi, seasonable, honest, hence in good condition < tide: see TIDE1] 1. neat in personal appearance, ways, etc.; orderly 2. neat in arrangement; in order; trim 3. Informal a) fairly good; satisfactory … English World dictionary
Tidy — Ti dy, n. (Zo[ o]l.) The wren; called also {tiddy}. [Prov. Eng.] [1913 Webster] The tidy for her notes as delicate as they. Drayton. [1913 Webster] Note: This name is probably applied also to other small singing birds, as the goldcrest. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
Tidy — Ti dy, v. i. To make things tidy. [Colloq.] [1913 Webster] I have tidied and tidied over and over again. Dickens. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Tidy — Ti dy, n.; pl. {Tidies}. 1. A cover, often of tatting, drawn work, or other ornamental work, for the back of a chair, the arms of a sofa, or the like. [1913 Webster] 2. A child s pinafore. [Prov. Eng.] Wright. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
tidy — index compact (pithy), meticulous Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary