-
1 content
adj. tevreden--------n. inhoud; inhoud (vat)--------n. tevredenheid; voldoening--------v. tevreden zijn; genoegen nemen (met)content1[ kontent]1 capaciteit ⇒ volume, omvang, inhoud(smaat)3 gehalte♦voorbeelden:II 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————content2[ kəntent] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 tevreden ⇒ blij, content————————content3♦voorbeelden:1 content oneself with • zich tevredenstellen met, genoegen nemen met -
2 content oneself with
genoeg hebben aan-, tevreden zijn met-zich tevredenstellen met, genoegen nemen met -
3 please
adv. alstublieft--------v. uitdrukken van tevredenheid, tevreden zijn met; behagenplease1[ plie:z] 〈 werkwoord〉♦voorbeelden:she's hard to please • het is haar moeilijk naar de zin te maken2 do as you please! • doe zoals je wilt!please yourself! • ga je gang!————————please2♦voorbeelden:1 may I come in, please? • mag ik alstublieft binnenkomen?2 do come in, please! • komt u toch binnen, alstublieft!3 ‘A beer?’ ‘Yes, please’ • ‘Een biertje?’ ‘Ja, graag’ -
4 satisfy
v. voldoen aan; bevredigen, tevreden stellen; belonen; nakomen[ sætisfaj] 〈 satisfied〉1 voldoen ⇒ toereikend zijn, (goed) genoeg zijn2 voldoen ⇒ genoegen schenken, tevreden stemmenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 tevredenstellen ⇒ genoegen/voldoening schenken, bevredigen2 vervullen ⇒ voldoen aan, beantwoorden aan4 stillen ⇒ bevredigen, verzadigen6 (terug/af)betalen ⇒ voldoen, vereffenen 〈 schuld〉♦voorbeelden:1 be satisfied with • tevreden/voldaan zijn overbe satisfied that • ervan overtuigd zijn dat, de zekerheid (verkregen) hebben dat
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский