-
1 capacity
capaciteitgeheugencapaciteitinhoudprestatievermogenruimtevermogenwerkvermogen -
2 capacity buying
capaciteit inkopen -
3 output
capaciteitopbrengstoutputprestatieproductierendementuitdraaiuitganguitgangssignaaluitgangsvermogenuitvoer -
4 capacity
n. bekwaamheid; capaciteit[ kəpæsətie] 〈meervoud: capacities〉♦voorbeelden:1 in my capacity of chairman • in mijn hoedanigheid van voorzitter/als voorzitter1 vermogen ⇒ capaciteit, aanleg2 capaciteit ⇒ inhoud, volume♦voorbeelden:productive capacity • productiecapaciteitseating capacity • aantal zitplaatsenfilled to capacity • tot de laatste plaats bezetwork to capacity • op volle kracht werken -
5 disk capacity
schijf capaciteit, de opslag capaciteit van een schijf of diskette -
6 capacitance
capacitantiecapaciteitelektrische capaciteit -
7 demonstrated capacity
aangetoonde capaciteitwerkelijke capaciteit -
8 rated capacity
berekende capaciteitgecalculeerde capaciteit -
9 -powered
- powered[ pauəd]1 met … vermogen/capaciteit 〈van motor; ook figuurlijk〉♦voorbeelden:a high-powered car • een auto met een krachtige motor -
10 capability
n. bekwaamheid[ keepəbillətie] 〈meervoud: capabilities〉1 vermogen ⇒ capaciteit, bekwaamheid2 potentievermogen ⇒ vatbaarheid, ontvankelijkheid♦voorbeelden:1 nuclear capability • nucleaire potentie/slagkracht -
11 content
adj. tevreden--------n. inhoud; inhoud (vat)--------n. tevredenheid; voldoening--------v. tevreden zijn; genoegen nemen (met)content1[ kontent]1 capaciteit ⇒ volume, omvang, inhoud(smaat)3 gehalte♦voorbeelden:II 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————content2[ kəntent] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 tevreden ⇒ blij, content————————content3♦voorbeelden:1 content oneself with • zich tevredenstellen met, genoegen nemen met -
12 efficiency
n. effectiviteit, productiviteit, doeltreffendheid (zonder verlies aan tijd of moeite); hotelkamer met een klein keukentje en een tafel[ iffisjnsie]1 efficiëntie ⇒ doeltreffendheid, doelmatigheid -
13 gauge
n. meter (water, gas, enz.); maat--------v. standaard/ maat; peilglasgauge11 〈 benaming voor〉(standaard/ijk)maat ⇒ vermogen, capaciteit, inhoud; binnenwerkse maat 〈 van pijp, buis enz.〉, kaliber 〈 ook van vuurwapens〉; spoorbreedte/wijdte 〈 ook van wagen〉; diepgang 〈 van schip〉2 〈 benaming voor〉 meetinstrument ⇒ meter; kaliber; peilglas; maatstok; drukniveaumeter; gradenboog; regenmeter; windmeter————————gauge21 meten ⇒ uit/af/opmeten, peilen2 schatten ⇒ taxeren, ramen -
14 input
n. invoer (in computers); geven; kracht, intensiteit, capaciteit (van een motor); stof gebruikt voor productieproces (economie)--------v. invoeren van gegevens in computerinput1[ inpoet] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 toevoer ⇒ invoer, inbreng4 ingang————————input2 -
15 power
adj. gemotoriseerd, bekrachtiging--------n. kracht; vermogen; capaciteit; mogendheid; macht (in wiskunde), electriciteitscapaciteit--------v. energie leveren (aan, voor); aandrijvenpower1[ pauə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 gave ⇒ talent, aanleg2 macht ⇒ vermogen, mogelijkheid4 invloed ⇒ macht, controle5 (vol)macht ⇒ recht, bevoegdheid6 invloedrijk iemand/iets ⇒ mogendheid, autoriteit8 (drijf)kracht ⇒ (elektrische) energie, stroom♦voorbeelden:come in/into power • aan het bewind/de macht komen6 the Great Powers • de grootmachten, de grote mogendhedenunder one's own power • op eigen kracht10 to the power (of) • tot de … macht〈 informeel〉 more power to your elbow • veel geluk, succes————————power2〈 werkwoord〉1 aandrijven ⇒ van energie voorzien, voeden -
16 quality
adj. kwaliteit(s)--------n. kwaliteit; aard, eigenschap, goede eigenschap, karakteristiek; karakter, natuur; goede kwaliteit[ kwollətie] 〈meervoud: qualities〉1 kwaliteit ⇒ deugd, capaciteit2 eigenschap ⇒ kenmerk, karakteristiek♦voorbeelden:quality of life • leefbaarheid, kwaliteit van het bestaanhave the quality of gaining people's confidence • het vermogen bezitten het vertrouwen van de mensen te winnenin the quality of President • in de hoedanigheid van PresidentII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; ook attributief〉1 kwaliteit ⇒ waarde, gehalte♦voorbeelden:quality newspaper • kwaliteitskranthigh/low quality wood • hout van goede/slechte kwaliteitof poor/good quality • van slechte/goede kwaliteitpeople of quality • mensen van standing -
17 run down
uitgeput raken; verlopen; omverlopen, overrijden; opsporen; uitputten (onderwerp); afbreken, afgeven op; verminderenrun down2 uitgeput raken ⇒ verzwakken, op raken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 opsporen ⇒ vinden, te pakken krijgen♦voorbeelden:4 how dare you run her down? • hoe durf je haar te kleineren? -
18 second-strike capability
-
19 second-strike
-
20 volume
n. boek; deel (van een boekenreeks); capaciteit; bijvoegsel; volume; graad van geluidsterkte; hoeveelheid, kwantiteit, omvang[ voljoe:m]1 (boek)deel ⇒ band, bundel2 jaargang♦voorbeelden:♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Composante Terre — La Composante Terre (en néerlandais : Landcomponent) est l armée de terre des Forces armées belges. Depuis le 2 janvier 2007, son commandant est le Général major Eddy Testelmans. L organisation de la Composante Terre repose sur le… … Wikipédia en Français
Kapazität — Sf std. (16. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. capācitās Fassungsvermögen . Dies ist ein Abstraktum zu l. capāx umfassend, brauchbar , das zu l. capere fassen gehört (kapieren). Die Verschiebung zu bedeutender Vertreter eines Fachgebiets ist… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache