-
1 telling
-
2 telling
n. counting -
3 telling
• adding up• addition• count• counting• numbering -
4 de telling bijhouden
de telling bijhoudenkeep count/scoreVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de telling bijhouden
-
5 integriteit van de telling van tekens
• character count integrityNederlands-Engels Technisch Woordenboek > integriteit van de telling van tekens
-
6 periodieke telling
• cycle countingNederlands-Engels Technisch Woordenboek > periodieke telling
-
7 sigma-telling
• S-count• sigma-count -
8 raak
1 [het doel treffend] home4 [geslaagd in de gelijkenis] true to life♦voorbeelden:raak slaan • hit/strike homeieder schot was raak • every shot went homehet was bijna raak • it was a near miss〈 ironisch〉 het is weer raak • they're at it again 〈 ze doen het weer〉; here we go again 〈 het begint weer〉3 rake woorden • apt/well-chosen wordsiemand raak typeren • give an apt description of someonedie was raak, zeg! • that's telling him!raak van toon • just the right tonemaar raak slaan • hit right and leftklets maar raak • say what you likevraag maar raak • fire away -
9 tekenend
♦voorbeelden: -
10 veelzeggend
-
11 confessie
n. confession, admission (of guilt, sin, etc.); declaration of faith; telling of one's sins to a priest -
12 doorvertellen
v. continue telling again -
13 pakkend
adj. catching, taking, telling -
14 uitbrander
n. scolding, dressing down, wigging, set down, telling off, wipe, raspberry -
15 achter
achter1〈 bijwoord〉1 [aan de achterkant] behind ⇒ at the rear/back3 [in achterstand] behind(hand)4 [aan het eind] 〈zie voorbeelden 4〉♦voorbeelden:achter in de tuin • at the bottom of the gardenachter op het schip • astern〈 sport〉 achter staan • be behind/trailingvier punten achter staan • be four points down————————achter2〈 voorzetsel〉1 [met betrekking tot plaats] behind ⇒ at the back/rear of2 [met betrekking tot tijd] after♦voorbeelden:achter het huis • behind/at the back of the housezet een kruisje achter je naam • put a tick against your namehij bleef achter een spijker hangen • he got caught on a nailachter zijn typemachine/computer • at his typewriter/computerachter je! • behind you!zij sloot de deur achter mij • she shut the door behind/after me2 achter elkaar • one after the other, in succession, in a row¶ achter iets komen • find out about something; 〈 met betrekking tot een raadsel〉 get to the bottom of somethingachter iemand staan • stand behind someoneachter iets staan • approve of something, back somethinger zit/steekt meer achter • there is more to iteindelijk ben ik er achter! • 〈 met betrekking tot een raadsel〉 at last I've got to the bottom of it; 〈 heb ik er slag van〉 I've got the hang/knack of it at last -
16 bek
2 [muil] snout, muzzle4 [gezicht] mug♦voorbeelden:een grote bek hebben • have a big/loud mouth〈 informeel〉 breek me de bek niet open • you're telling me!hij deed geen bek open • he never said a word〈 informeel〉 hou je grote bek • shut up!iemand op zijn bek geven • hit someone in the mug -
17 ben je er ook achter?
ben je er ook achter?you're telling me!; 〈 ironisch〉 that was quick!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ben je er ook achter?
-
18 boender
-
19 breek me de bek niet open
breek me de bek niet openyou're telling me!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > breek me de bek niet open
-
20 commissie
2 [handel] commission4 [bestelling] order5 [comité] committee, delegation♦voorbeelden:commissie van toezicht • supervisory/watchdog committee; 〈school enz.〉 board of visitors/governorsde Europese Commissie • the European Commissioneen commissie instellen • appoint/set up/form a committeein een commissie zitten • be on a committeecommissie ad hoc • ad hoc committeeboeken in commissie bestellen • order books on sale or returniets in commissie kopen/verkopen • buy/sell something on commissionals ik lieg, dan lieg ik in commissie • ±I'm telling the truth as I've been told it
См. также в других словарях:
Telling — Tell ing, a. Operating with great effect; effective; as, a telling speech. {Tell ing*ly}, adv. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
telling — [tel′iŋ] adj. 1. having an effect; forceful; striking [a telling retort] 2. that tells or reveals much SYN. VALID tellingly adv … English World dictionary
telling — index caveat, cogent, conversation, demonstrative (illustrative), determinative, disclosure (act of disclosing), eloquent … Law dictionary
telling — compelling, convincing, cogent, sound, *valid Analogous words: forceful, forcible, *powerful, potent: *effective, effectual, efficacious: *conclusive, decisive, determinative, definitive … New Dictionary of Synonyms
telling — [adj] effective, significant cogent, considerable, conspicuous, convincing, crucial, decisive, devastating, effectual, forceful, forcible, important, impressive, influential, marked, operative, potent, powerful, satisfactory, satisfying, solid,… … New thesaurus
telling — ► ADJECTIVE ▪ having a striking or revealing effect; significant. DERIVATIVES tellingly adverb … English terms dictionary
telling — [[t]te̱lɪŋ[/t]] tellings 1) N VAR The telling of a story or of something that has happened is the reporting of it to other people. Herbert sat quietly through the telling of this saga... These stories grow in the telling. 2) ADJ GRADED If… … English dictionary
telling — tell|ing1 [ˈtelıŋ] adj 1.) having a great or important effect = ↑significant ▪ a telling argument 2.) showing the true character or nature of someone or something, often without being intended telling comment/example/detail etc >tellingly adv… … Dictionary of contemporary English
telling — /ˈtɛlɪŋ / (say teling) adjective 1. having force or effect; effective; striking: a telling blow. 2. indicative of one s feelings; revealing: a telling blush. –phrase 3. take a telling, Colloquial to be warned: he ought to take a telling. {tell1 + …
telling — tellingly, adv. /tel ing/, adj. 1. having force or effect; effective; striking: a telling blow. 2. revealing; indicative of much otherwise unnoticed: a telling analysis of motivation in business. [1850 55; TELL1 + ING2] Syn. 1. powerful, forceful … Universalium
telling — {{Roman}}I.{{/Roman}} noun Telling is used after these nouns: ↑fortune, ↑story {{Roman}}II.{{/Roman}} adj. Telling is used with these nouns: ↑anecdote, ↑criticism, ↑critique, ↑detail, ↑example, ↑phrase, ↑ … Collocations dictionary