-
1 teleurstellend
-
2 teleurstellend
enttäuschend -
3 teleurstellend
bn -
4 teleurstellend
-
5 teleurstellend
décevant -
6 een teleurstellend boek
een teleurstellend boek -
7 disappointing
adj. teleurstellend[ dissəpojnting]♦voorbeelden: -
8 disappointingly
adv. teleurstellend[ dissəpojntinglie]1 tot mijn/onze teleurstelling♦voorbeelden:1 disappointingly, he didn't come • tot mijn/onze teleurstelling kwam hij niet -
9 off
adj. gesloten; afgezegd; aan de kant (weg); vrij (vrije dag); aan de rechterkant van de weg--------adv. verder; weg; af--------interj. verder!--------n. dicht--------prep. van; opoff1[ of] 〈→ Sporttermen: CricketSporttermen: Cricket/〉2 minder (goed) ⇒ slecht(er), teleurstellend♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:4 off chance • kleine/geringe kans4 van de baan ⇒ afgelast, uitgesteld5 weg ⇒ vertrokken, gestart6 uit(geschakeld) ⇒ buiten werking, niet aan♦voorbeelden:this sausage is off • dit worstje is bedorven3 a bit off • niet in de haak, niet zoals het hoort5 be/get off to a good/bad start • goed/slecht beginnen(be) off with you • maak dat je wegkomt6 the water is off • het water is afgesloten/niet aangesloten————————off2〈bijwoord; vaak predicatief〉1 〈 verwijdering of afstand in ruimte of tijd〉 verwijderd ⇒ weg, (er)af, ver, hiervandaan; 〈 dramaturgie〉 achter de coulissen2 〈 einde, voltooiing of onderbreking〉af ⇒ uit, helemaal, ten einde♦voorbeelden:chase the dog off • de hond wegjagenrun a few pounds off • er een paar pondjes afrennensend off a letter • een brief versturenfar off in the mountains • ver weg in de bergenoff with his head • maak hem een kopje kleineroff with it • weg ermeeoff with you • maak dat je wegkomtkill off • uitroeienturn off the radio • zet de radio af3 5% off • met 5% korting¶ off and on • af en toe, nu en danbe well/badly off • rijk/arm zijn————————off3〈 voorzetsel〉1 〈plaats of richting met betrekking tot een beweging; ook figuurlijk〉 van ⇒ van af, vandaan, verwijderd van2 〈 bron〉op ⇒ van, met, uit4 〈ligging met betrekking tot een plaats; ook figuurlijk〉van … af ⇒ naast, opzij van, uit♦voorbeelden:she fell off the chair • zij viel van de stoeltake your hands off me • hou je handen thuisit bounced off the wall • het ketste van de muur terugI bought it off a gypsy • ik heb het van een zigeuner gekochtI got this information off John • ik heb deze informatie van John gekregenlive off the land • van het land leven3 off duty • vrij (van dienst), buiten dienstI've gone off fish • ik lust geen vis meera house off the road • een huis opzij van de wegan alley off the square • een steegje dat op het plein uitkomta year or two off sixty • een jaar of wat onder de zestig -
10 a let-down
teleurstelling; iets zeer verwarrend of teleurstellend, afknapper -
11 double handed
adj. met twee handen; teleurstellend; misleidend -
12 frustrating
adj. frustrerend, ontmoedigend, teleurstellend -
13 décevant
décevant [deesvã]♦voorbeelden: -
14 frustrant
-
15 teleurstellen
1 décevoir♦voorbeelden:wij moeten u teleurstellen • nous devons vous décevoirhij werd in zijn hoop teleurgesteld • ses espoirs furent déçus -
16 beschamend
♦voorbeelden: -
17 dieptreurig
-
18 lelijk
1 [niet mooi] ugly♦voorbeelden:het was een lelijk gezicht • it looked awfullelijk schrijven • write untidilydie broek staat je lelijk • those trousers don't suit youlelijk worden • lose one's lookseen lelijke wond • a bad/nasty woundlelijk toegetakeld • be badly hurtlelijk hoesten • have a bad coughlelijk terechtkomen • get badly hurter lelijk voorstaan • be in a very bad positionhet ziet er lelijk uit • things are looking bader lelijk aan toe zijn • be in a bad wayiemand lelijk aankijken • frown at someonelelijk weer • nasty weatherlelijk tegen iemand doen • be nasty to someoneiemand uitmaken voor alles wat lelijk is • call someone all sorts of nameslelijke dingen zeggen • say mean/nasty thingsII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:zich lelijk vergissen in iemand/iets • be badly mistaken about someone/somethinger lelijk naast zitten • be way off targethij werd lelijk te grazen genomen • he really got done -
19 kläglich
См. также в других словарях:
Абора, Стэнли (младший) — Стэнли Абора Общая информация … Википедия
David Koker — Born David Koker November 27, 1921(1921 11 27) Amsterdam the Netherlands Died February 23, 1945(1945 02 23) (aged 23) Groß Rosen/Dachau Germany Nationali … Wikipedia