-
1 teach-in
-
2 teach
v. onderwijzen; leren1 onderwijzen ⇒ leren, lesgeven♦voorbeelden:〈 Amerikaans-Engels〉 teach school • onderwijzer(es)/docent(e) zijnbe taught (how) to swim • zwemmen lerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:2 experience taught him that … • bij ondervinding wist hij dat … -
3 teach school
onderwijzer(es)/docent(e) zijn -
4 teach someone a lesson
-
5 teach someone manners
-
6 teach a duck to swim
overbodig werk doen -
7 teach a lesson
een les leren -
8 teach an old dog new tricks
gewoontes veranderen -
9 teach pendant
instructiepaneelleerpaneelprogrammeringspaneel -
10 teach programming
leerprogrammering -
11 I will teach him to betray our plans
English-Dutch dictionary > I will teach him to betray our plans
-
12 you cannot teach an old dog new tricks
English-Dutch dictionary > you cannot teach an old dog new tricks
-
13 lesson
n. les; les (ik heb mijn lesje geleerd); gedeelte uuit de Bijbel; voorbeeld; verwijt--------v. de les lezen, berispen; leren; bewijzen[ lesn]♦voorbeelden:take lessons in drawing • op tekenles zittenteach someone a lesson • iemand een lesje leren -
14 manner
n. manier; weg; gewoonte; beleefdheid[ mænə]♦voorbeelden:in a manner of speaking • bij wijze van sprekenwhat manner of man is he? • wat voor een man is hij?all manner of • allerleino manner of • geen enkele (soort van)it's bad manners • dat is onbeleefdteach someone manners • iemand mores leren¶ mend one's manners • zich/zijn leven beteren→ born born/ -
15 old
adj. oud; bejaard; oud (niet nieuw); antiek; van vroeger; op de leeftijd--------n. leeftijd--------n. ouderen, bejaardenold1[ oold] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:heroes of old • helden uit het verleden————————old2〈older; ook elder, eldest〉1 oud ⇒ bejaard, antiek2 versleten ⇒ gebruikt, vervallen, afgedankt4 ervaren ⇒ bekwaam, gerijpt5 verouderd ⇒ ouderwets, in onbruik geraakt♦voorbeelden:1 old age • ouderdom, hoge leeftijd(not) make old bones • (niet) oud worden〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 old boy/girl • vadertje, moedertje, oudjeold gold • donker goud, bruingoud(en kleur)old maid • oude vrijsteras old as the hills • zo oud als de weg naar Romean old name • een gevestigde naamthe oldest profession • het oudste beroepan old retainer • een oude trouwe dienaar〈 spreekwoord〉 you cannot teach an old dog new tricks • oude beren dansen leren is zwepen verknoeien; oude honden leert men moeilijk pootje gevenyoung and old • jong en oud, iedereenthe old • de bejaarden, de ouderenan old hand at poaching • een doorgewinterde stroperan old offender • een recidivistold stager • oude rot, veteraan〈 spreekwoord〉 you cannot put old heads on young shoulders • grijze haren groeien op geen zotte bollenbe old in knavery • een doortrapte schurk zijnthe old guard/school • mensen van de oude stempel, traditionalistenhe worked like old boots • hij werkte berehard/steenharda chip off the old block • helemaal zijn/haar vader/moederOld Glory • nationale vlag van de USAold maid • oud wijfold moon • laatste kwartier van de maanmoney for old rope • iets voor niets, gauw/gemakkelijk verdiend geldold salt/sweat • zeerotcome/play the old soldier (over someone) • de baas spelen (over iemand) 〈op basis van grotere ervaring/vaardigheid〉〈 informeel〉 old woman • lastige/vitterige vrouw→ grand grand/II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 voormalig ⇒ vroeger, gewezen, ex-, oud-♦voorbeelden:the (same) old story • hetzelfde liedjeold stuff • oud nieuws, oude koekold Etonian • oud-leerling van Eton¶ 〈Brits-Engels; slang〉 old bean/cock/egg/fruit/stick/thing • ouwe/beste (jongen/meid)old boy/girl • oud-leerling(e) (van Engelse school)the old man • 〈 informeel〉 de ouwe 〈 ook scheepskapitein〉; de baas 〈 ook echtgenoot〉; mijn ouweheer/ouweold master • (schilderij van) oude meesterthe old sod • het vaderland〈 informeel〉 any old thing will do • alles is goed/bruikbaarthe Old World • de Oude Wereld, de oostelijke hemisfeer; 〈 Amerikaans-Engels〉(continentaal) Europa, de Oude Wereld〈 informeel〉 any old how • om het even hoe, hoe ook→ high high/
См. также в других словарях:
teach — W2S1 [ti:tʃ] v past tense and past participle taught [to:t US to:t] ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(school/college etc)¦ 2¦(show somebody how)¦ 3¦(change somebody s ideas)¦ 4¦(experience shows something)¦ 5 that ll teach you (to do something) 6 teach somebody a… … Dictionary of contemporary English
teach — [ titʃ ] (past tense and past participle taught [ tɔt ] ) verb *** 1. ) intransitive or transitive to help students to learn something in a school, college, university, etc. by giving classes: How long have you been teaching here? teach… … Usage of the words and phrases in modern English
Teach-in — auch: Teach|in 〈[ti:tʃı̣n] n. 15〉 politische Diskussionsversammlung, bei der durch Aufklärung Missstände aufgedeckt werden sollen [<engl. teach „lehren“ + in „in“] * * * Teach in, Teach|in [ti:t̮ʃ |ɪn], das; s, s [engl. teach in, zu: to teach … Universal-Lexikon
Teach-In — Жанр Поп, европоп Годы 1969 1980 Страна … Википедия
Teach — (t[=e]ch), v. t. [imp. & p. p. {Taught} (t[add]t); p. pr. & vb. n. {Teaching}.] [OE. techen, imp. taughte, tahte, AS. t[=ae]cean, imp. t[=ae]hte, to show, teach, akin to t[=a]cn token. See {Token}.] 1. To impart the knowledge of; to give… … The Collaborative International Dictionary of English
Teach-In — Pays d’origine Pays Bas (Enschede) Genre musical Pop Années d activité 1969 1 … Wikipédia en Français
Teach-in — est un groupe qui a gagné le Concours Eurovision de la Chanson pour les Pays Bas le 22 mars 1975 à Stockholm en Suède au S:t Eriksmässan, Älvsjö avec 152 points (Chef d orchestre: Harry van Hoof). Cette victoire fut remarquée parce qu’ils étaient … Wikipédia en Français
Teach-In — steht für: Teach in, eine Form einer Lehr , Diskussions und Informationsveranstaltung Teach In (Band), eine niederländische Popgruppe Teach In (Technik), eine Technik der Roboterkalibrierung … Deutsch Wikipedia
teach — teach, *instruct, educate, train, discipline, school are comparable when they mean to cause to acquire knowledge or skill. Teach implies a direct showing to another with the intent that he will learn; it usually suggests the imparting of… … New Dictionary of Synonyms
Teach-In — were a group who won the Eurovision Song Contest 1975, representing the Netherlands. Teach In were Gettie Kaspers, Chris de Wolde, Ard Weenink, Koos Versteeg, John Gaasbeek and Ruud Nijhuis. The band was formed in 1967, with a different line up… … Wikipedia
Teach — Teach, v. i. To give instruction; to follow the business, or to perform the duties, of a preceptor. [1913 Webster] And gladly would he learn, and gladly teach. Chaucer. [1913 Webster] The priests thereof teach for hire. Micah iii. 11. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English