-
1 zwemmen
1 swim♦voorbeelden:verboden te zwemmen • no swimming allowedgaan zwemmen • go for a swim(niet) kunnen zwemmen • (not) be able to swimonder water zwemmen • swim under waterop de rug/op de buik zwemmen • swim on one's back/frontover het Kanaal zwemmen • swim the Channel -
2 baden
1 [een bad nemen] 〈 in kuip〉 bath, Abathe; 〈 in zee〉 (go for a) swim, bathe ⇒ 〈 informeel〉 take a dip3 [geheel gehuld zijn in] be bathed/steeped (in)4 [een overvloed bezitten van] roll (in) ⇒ wallow/swim (in)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [een bad geven] bath♦voorbeelden:III 〈wederkerend werkwoord; zich baden〉1 [zich koesteren] roll (in) ⇒ wallow/swim (in) -
3 overzwemmen
♦voorbeelden:zijn paard de rivier laten overzwemmen • swim one's horse across the river -
4 afzwemmen
1 [stroomafwaarts zwemmen] swim down2 [met betrekking tot het zwemdiploma] take the final swimming test♦voorbeelden: -
5 hondje
♦voorbeelden:op zijn hondjes zwemmen • (swim) dog paddle, swim like a dogals een hondje iemand achterna lopen • run after someone like a dog -
6 op zijn hondjes zwemmen
op zijn hondjes zwemmen(swim) dog paddle, swim like a dogVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op zijn hondjes zwemmen
-
7 stroom
1 [zich voortbewegende massa vloeistof] stream ⇒ flow, 〈 stroming〉 current, 〈 grote hoeveelheid〉 flood4 [rivier] river♦voorbeelden:een stroom van tranen • a flood of tearsde zwemmer werd door de stroom meegesleurd • the swimmer was carried/swept away by the current/tidede regen viel in stromen neer • rain came down in torrents/streamstegen de stroom oproeien • 〈 ook figuurlijk〉 row/go against the currenter kwam een stroom van klachten binnen • complaints came pouring inde stroom volgen, met de stroom meegaan • 〈 ook figuurlijk〉 go/swim with the stream/tidetegen de stroom ingaan • 〈 ook figuurlijk〉 go/swim against the stream/tide3 de stroom is uitgevallen • there is a power failure/cuter staat stroom op die draad • that is a live wirezonder stroom zitten • be without (electric) power -
8 afzwemmen
v. swim away -
9 badhotel
n. hotel near the sea where one can swim -
10 freestyle
n. freestyle, type of swim competition in which a swimmer may choose the type of stroke (from the standard groups of strokes) -
11 met de stroom meegaan
v. swim with the tide -
12 onderdompelen
v. immerse, submerge, plunge, duck, swim in, douse, steep -
13 overzwemmen
v. swim -
14 slijpen
v. grind, sharpen, polish, edge, swim across -
15 zwemmen
n. swimming--------v. swim -
16 (niet) kunnen zwemmen
(niet) kunnen zwemmenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > (niet) kunnen zwemmen
-
17 aanzwemmen
1 swim (towards/up)♦voorbeelden: -
18 baan
1 [betrekking] job3 [sport] 〈ren/wielerbaan〉 track; 〈 tennis〉 court; 〈 ijs〉 rink; 〈 wedstrijdschaatsen〉 speed skating track; 〈 ski〉 run, piste; 〈 golf〉 course; 〈 afgebakend deel〉 lane5 [strook stof/behang] length, width♦voorbeelden:een vaste baan hebben • have a permanent jobgeen baan hebben • be out of a jobzijn baan opgeven • give up one's jobvan baan veranderen • change one's jobeen baan zoeken • look for a job3 wedstrijden op de lange/korte baan • long-/short-distance raceseen paar baantjes zwemmen • swim a few lengthsstarten in baan drie • start in lane three -
19 een paar baantjes zwemmen
een paar baantjes zwemmenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een paar baantjes zwemmen
-
20 een rivier oversteken/overzwemmen
een rivier oversteken/overzwemmencross a river, swim (across) a riverVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een rivier oversteken/overzwemmen
См. также в других словарях:
swim — swim; swim·mable; swim·mer; swim·mer·et; swim·mi·ly; swim·mi·ness; swim·ming·ly; swim·my; swim·ming; swim·mer·ette; … English syllables
swim — swim1 [swim] vi. swam, swum, swimming [ME swimmen < OE swimman, akin to Ger schwimmen < IE base * swem , to move vigorously, be in motion > Welsh chwyfio, to move] 1. to move through water by movements of the arms and legs, or of… … English World dictionary
Swim ~ — is a record label started in 1993 by Colin Newman of Wire and his life working partner Malka Spigel of Minimal Compact.OverviewThe first releases on the label were of their own projects conceived in swim studio these included Oracle with ex… … Wikipedia
Swim — Swim, v. i. [imp. {Swam}or {Swum}; p. p. {Swum}; p. pr. & vb. n. {Swimming}.] [AS. swimman; akin to D. zwemmen, OHG. swimman, G. schwimmen, Icel. svimma, Dan. sw[ o]mme, Sw. simma. Cf. {Sound} an air bladder, a strait.] 1. To be supported by… … The Collaborative International Dictionary of English
Swim — Swim, v. t. 1. To pass or move over or on by swimming; as, to swim a stream. [1913 Webster] Sometimes he thought to swim the stormy main. Dryden. [1913 Webster] 2. To cause or compel to swim; to make to float; as, to swim a horse across a river.… … The Collaborative International Dictionary of English
Swim — «Swim» Canción de Madonna álbum de estudio Ray of Light Publicación Marzo de 1998 Grabación … Wikipedia Español
Swim — Swim, n. 1. The act of swimming; a gliding motion, like that of one swimming. B. Jonson. [1913 Webster] 2. The sound, or air bladder, of a fish. [1913 Webster] 3. A part of a stream much frequented by fish. [Eng.] [1913 Webster] {Swim bladder},… … The Collaborative International Dictionary of English
swim — ► VERB (swimming; past swam; past part. swum) 1) propel oneself through water by bodily movement. 2) be immersed in or covered with liquid. 3) experience a dizzily confusing sensation. ► NOUN 1) an act or peri … English terms dictionary
Swim — Swim, v. i. [OE. swime dizziness, vertigo, AS. sw[=i]ma; akin to D. zwijm, Icel. svimi dizziness, svina to subside, sv[=i]a to abate, G. schwindel dizziness, schwinden to disappear, to dwindle, OHG. sw[=i]nan to dwindle. Cf. {Squemish},… … The Collaborative International Dictionary of English
Swim — bezeichnet einen Partytanz SWIM ist die Abkürzung für System Wide Information Management Diese Seite ist eine Begriffsklärung zur Unterscheidung mehrerer mit demselben Wort bezeichneter Begriffe … Deutsch Wikipedia
swim — [v] make way through water using arms, legs bathe, breast stroke, crawl, dive, dogpaddle, float, freestyle, glide, go for a swim, go swimming, go wading, high dive, move, paddle, practice, race, skinny dip*, slip, stroke, submerge, take a dip,… … New thesaurus