-
1 болван
n1) gener. een hork van een vent, een houten klaas, stommerd, stommerik, suffer, uil, uilskop, uilskuiken2) colloq. knul, loeres3) sl. theemuts -
2 глупец
n1) gener. gek, mal, malloot, zot, domkop, dwaashoofd, nar, os, schaapskop, stommeling, stommerd, stommerik2) colloq. mafketel3) liter. dikkop, eend, eendvogel -
3 дурак
n1) gener. sufferd, zwakzinnig, sukkel, ezelsveulen, idioot, kwibus, nar, os, quibus, uil, zotskap (äóðà), domkop, dommerik, dwaas, dwaashoofd, een zote kerel, gek, onbenul (äóðà), schaapskop, stommerd, stommerik, uilskop, uilskuiken, zot2) colloq. deb (Фламандский), onnozelaar, mafketel -
4 олух
-
5 booby
n. domoor,sul[ boe:bie] 〈meervoud: boobies〉 -
6 duffer
-
7 numbskull
-
8 botcher
n. stommerd, sukkel, sufferd -
9 imbécile
-
10 ganache
-
11 un imbécile
un(e) imbécile -
12 Blödian
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский
- Французский