-
1 floorcloth
n. dweil, doek om vloer te dweilen; zwabber, stokdweil; vloerbedekking, zeil; (Theater) doek dat wordt geverfd om speciaal effect te creëren of dat op de toneelvloer wordt gelegd om actegebied aan te duidenfloorcloth1 dweil ⇒ wrijfdoek, poetsdoek -
2 mop
n. zwabber, dweil; afwaskwast, kwast--------v. dweilen; zwabberen; afwegenmop1[ mop] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————mop2〈werkwoord; mopped〉1 (aan/schoon) dweilen ⇒ zwabberen♦voorbeelden:→ mop up mop up/ -
3 swab
n. zwabber, mop, wis; prop watten, wattenstaafje; tampon; uitstrijkje (geneeskunde)--------v. zwabberen, wissenswab1[ swob] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————swab2〈werkwoord; swabbed〉1 zwabberen ⇒ (op)dweilen, opnemen
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский