Перевод: с английского на нидерландский

с нидерландского на английский

zeil

Толкование Перевод

1 make sail

zeil bijzetten; onder zeil zetten

make sail

zeil bijzetten

English-Dutch dictionary > make sail
2 sail

n. zeil; zeilen; vertrekken (v.e. schip); zeiltuig; zeilinstallatie
--------
v. zeilen; varen; vertrekken

sail¹

[ seel] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 zeil ⇒ de zeilen

2 〈meervoud: sail〉 (zeil)schip ⇒ zeil

3 〈 geen meervoud〉 zeiltocht(je) ⇒ boottocht(je)

4 molenwiek ⇒ zeil

♦voorbeelden:

1   crowd (on) sail • veel zeil bijzetten

     make sail • zeil bijzetten

     set sail • de zeilen hijsen; onder zeil gaan

     under sail • met de zeilen gehesen

3   it will be a week's sail • het is een weekje varen

     take someone for a sail • met iemand gaan zeilen

→ wind wind/

————————

sail²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 varen ⇒ zeilen, per schip reizen

2 afvaren ⇒ vertrekken, uitvaren

3 glijden ⇒ zweven, zeilen

♦voorbeelden:

1   sail close to/near the wind • scherp bij de wind zeilen; 〈 figuurlijk〉 bijna zijn boekje te buiten gaan

     did you go sailing at all? • heb je nog gezeild?

2   we're sailing for England tomorrow • we vertrekken morgen naar Engeland

3   she sailed through her finals • ze haalde haar eindexamen op haar sloffen

→ false false/

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 bevaren

2 besturen 〈 schip〉

English-Dutch dictionary > sail
3 floorcloth

n. dweil, doek om vloer te dweilen; zwabber, stokdweil; vloerbedekking, zeil; (Theater) doek dat wordt geverfd om speciaal effect te creëren of dat op de toneelvloer wordt gelegd om actegebied aan te duiden

floorcloth

1 dweil ⇒ wrijfdoek, poetsdoek

2 vloerbedekking ⇒ zeil

English-Dutch dictionary > floorcloth
4 halyard

n. touw voor hijsen v.d. vlag (of zeil)

halyard

[ hæliəd] 〈 scheepvaart〉

1 (zeil)val

2 vlaggenlijn

English-Dutch dictionary > halyard
5 under canvas

onder vol zeil

under canvas

in een tent, in tenten

————————

under canvas

onder vol zeil

English-Dutch dictionary > under canvas
6 boltrope

n. (Zeevaart) touw vastgenaaid langs de lage kant van een zeil om het steviger te maken en scheuren van het zeil te voorkomen

English-Dutch dictionary > boltrope
7 ball

n. bal; bal (dansfeest)
--------
v. tot bal vormen; tot een bal maken; klonteren; deelnemen aan geslachtsgemeenschap

ball¹

[ bo:l]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 bal 〈 ook sport〉 ⇒ 〈 alleen sport〉 worp, schop, slag

2 bol ⇒ bolvormig voorwerp, bal

3 prop ⇒ kluwen, bol

4 rond lichaamsdeel ⇒ bal 〈 van voet〉; muis 〈 van hand〉; oogbol/appel

5 kogel

6 bal ⇒ dansfeest

7 〈 slang〉 plezier ⇒ leut, lol

8 〈meervoud; vulgair〉 ballen ⇒ kloten

♦voorbeelden:

1   the ball is in your court • nu is het jouw beurt 〈 ook figuurlijk〉

     〈 figuurlijk〉 keep one's eye on the ball • een oogje in het zeil houden

     〈 figuurlijk〉 keep the ball rolling • de zaak aan de gang houden

     set/start the ball rolling • de zaak aan het rollen brengen

7   have a ball • zich fantastisch amuseren

8   have someone by the balls • iemand bij de kladden hebben

     balls! • gelul!

¶ on the ball • wakker, op zijn hoede

     be (right) on the ball • op de hoogte/ad rem zijn

II 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 balspel ⇒ 〈 Amerikaans-Engels in het bijzonder〉 honkbal

♦voorbeelden:

1   play ball • met de bal spelen; 〈 Amerikaans-Engels〉 honkbal spelen; 〈 figuurlijk〉 meewerken

————————

ball²

〈 werkwoord〉

1 een bal maken van

2 〈 vulgair〉 neuken ⇒ naaien

♦voorbeelden:

1   he balled the paper into a wad • hij frommelde het papier tot een prop

→ balls up balls up/

English-Dutch dictionary > ball
8 bend the sail

bend the sail

het zeil aanslaan

English-Dutch dictionary > bend the sail
9 bend

n. bocht; kromming; knoop
--------
v. buigen; aanleunen; krommen; zich laten overtuigen; verdraaien

bend¹

[ bend] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 buiging ⇒ kromming, knik

2 bocht ⇒ draai

3 〈meervoud; werkwoord vaak enkelvoud; the; informeel〉 caissonziekte

♦voorbeelden:

2   a sharp bend in the road • een scherpe bocht in de weg

¶ (go) (a)round the bend • knettergek (worden)

     the noise drove me round the bend • het lawaai maakte me hoorndol

————————

bend²

〈 bent, bent [ bent]〉

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 buigen ⇒ zwenken, neigen

2 (zich) buigen ⇒ zich onderwerpen, wijken

♦voorbeelden:

1   the road bends (to the) left • de weg buigt naar s

     bend down • zich bukken, vooroverbuigen

2   he doesn't bend easily • hij geeft niet gemakkelijk toe

     bend before/to someone's power • voor iemands macht buigen/wijken

¶ bend over backwards • zich vreselijk uitsloven

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 spannen

2 buigen ⇒ krommen, verbuigen

3 onderwerpen ⇒ (doen) buigen, plooien

4 richten ⇒ concentreren

5 〈 scheepvaart〉 aanslaan 〈 van zeilen〉 ⇒ vastmaken, vastknopen 〈 van lijnen en vallen〉

♦voorbeelden:

1   bend a bow • een boog (op)spannen

2   he accidentally bent the can opener • per ongeluk verboog hij de blikopener

     〈 figuurlijk〉 bend the rules • de regels toepassen/interpreteren zoals het 't beste uitkomt

     bend down/up • naar beneden/boven buigen

3   bend someone to one's will • iemand naar zijn hand zetten

4   all eyes were bent on her • aller ogen waren op haar gericht

     bend one's mind to a problem • zijn aandacht op een probleem richten

5   bend the sail • het zeil aanslaan

English-Dutch dictionary > bend
10 boardsailing

n. windsurfen, surfen op een smalle plank met een zeil

boardsailing

〈 sport〉

1 (het) plankzeilen ⇒ (het) (wind)surfen

English-Dutch dictionary > boardsailing
11 canvas

adj. v. e. grof weefsel gemaakt
--------
n. canvas, zeildoek
--------
v. zeildoek

canvas

, 〈 Amerikaans-Engels spelling ook〉 canvass [ kænvəs]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 doek ⇒ stuk schilderslinnen; (olieverf)schilderij

2 (circus)tent ⇒ tentenkamp

3 〈 scheepvaart〉 presenning ⇒ dekzeil

4 〈the; boksen, worstelen〉 het canvas ⇒ 〈 worstelen〉 de mat

♦voorbeelden:

4   〈 informeel〉 kiss the canvas • knock-out gaan

     〈 boksen〉 on the canvas • tegen het canvas

II 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 canvas ⇒ zeildoek, tentdoek

2 schilderslinnen

3 borduurgaas

4 〈 scheepvaart〉 zeilvoering

♦voorbeelden:

1   under canvas • in een tent, in tenten

4   under canvas • onder vol zeil

English-Dutch dictionary > canvas
12 crowd (on) sail

crowd (on) sail

veel zeil bijzetten

English-Dutch dictionary > crowd (on) sail
13 keep a look-out

keep a look-out

een oogje in het zeil houden

English-Dutch dictionary > keep a look-out
14 keep one's eye on the ball

keep one's eye on the ball

de aandacht erbij houden

————————

keep one's eye on the ball

een oogje in het zeil houden

English-Dutch dictionary > keep one's eye on the ball
15 look-out

look-out

1 het uitkijken

2 uitkijkpost

3 uitzicht

♦voorbeelden:

1 keep a look-out • een oogje in het zeil houden

be on the look-out for • op zoek zijn naar

English-Dutch dictionary > look-out
16 lower away

lower away

〈 scheepvaart〉

1 een boot neerlaten

2 het zeil strijken

English-Dutch dictionary > lower away
17 luff

n. loef, voorste gedeelte van zeil
--------
v. loeven

luff¹

[ luf] 〈 zelfstandig naamwoord〉〈 scheepvaart〉

1 loef(zijde)

————————

luff²

〈 scheepvaart〉

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 〈+up〉 (op)loeven

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 tegen de wind in brengen

2 de loef afsteken

English-Dutch dictionary > luff
18 peg down a flap

peg down a flap

een zeil vastpennen

English-Dutch dictionary > peg down a flap
19 peg

n. tentharing; pin; kapstok
--------
v. ophangen aan een haakje/kapstok; vastpennen (met een tentharing)

peg¹

[ peg] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 pin ⇒ pen, plug

2 schroef 〈 van een snaarinstrument〉

3 (tent)haring

4 paal ⇒ grenspaal

5 kapstok 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ haak, voorwendsel

6 〈 Brits-Engels〉 wasknijper

♦voorbeelden:

5   the meeting was used as a peg to hang their complaints on • de vergadering werd gebruikt als voorwendsel om te kunnen klagen

     buy clothes off the peg • confectiekleding kopen

¶ take someone down a peg (or two) • iemand een toontje lager doen zingen

→ square square/

————————

peg²

〈 pegged〉

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉 → peg away peg away/, peg out peg out/

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 vastpennen ⇒ vastpinnen/pluggen

2 〈 Brits-Engels〉 (met wasknijpers) ophangen

3 doorpriemen

4 〈 economie〉 stabiliseren ⇒ bevriezen

♦voorbeelden:

1   peg down a flap • een zeil vastpennen

     peg someone down • iemand beperkingen opleggen; 〈 informeel〉iemand vastpinnen/leggen

     he's hard to peg down • je krijgt moeilijk vat op hem

→ peg out peg out/

English-Dutch dictionary > peg
20 reef

n. rif; reef, klip; zandbank; eind van zeil (van boot)
--------
v. wat inbinden

reef¹

[ rie:f] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 rif

2 klip 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ obstakel, moeilijkheid

3 〈 zeilen〉 reef ⇒ rif

————————

reef²

〈 werkwoord〉〈 zeilen〉

1 reven ⇒ inhalen, inbinden

English-Dutch dictionary > reef

Страницы

См. также в других словарях:

Zeil — Straße in Frankfurt am M … Deutsch Wikipedia
Zeil — Vue de Zeil depuis la terrasse du Main Tower Situation Coordonnées … Wikipédia en Français
Zeil — Zeil. La Zeil es una calle en el centro de Fráncfort del Meno, Alemania. Desde el final del siglo XIX es una de las calles comerciales más famosas de Alemania. Antes de la Segunda Guerra Mundial era también conocida por sus grandes edificios,… … Wikipedia Español
Zeil — Zeil, 1) Stadt im Landgericht Eltmann des Verwaltungsdistricts Haßfurt im baierischen Kreise Unterfranken, am Main u. an der Baierischen Westbahn; Schloß, Pottaschesiederei, Schleifsteinbrüche, Papiermachéfabrik; 1420 Ew.; dabei die Burgruine… … Pierer's Universal-Lexikon
Zeil — Zeil, Stadt im bayr. Reg. Bez. Unterfranken, nahe dem Main, (1905) 1735 E … Kleines Konversations-Lexikon
zeil — zeil(e, zeill obs. Sc. forms of zeal … Useful english dictionary
Zeil — Infobox Road in Frankfurt am Main Name=Zeil Imagesubtitle=Kaufhof Zeil Use=Shopping street Length=1.2 km [Stadtvermessungsamt Frankfurt am Main. CD ROM „Amtliche Stadtkarten“ . Cityguide, 2005. [http://cityguide… … Wikipedia
Zeil — Цайль Общая информацияГермания Протяжённость 1,2 км Вид на улицу Zeil c воздуха … Википедия
Zeil — Original name in latin Zeil Name in other language State code DE Continent/City Europe/Berlin longitude 50.00986 latitude 10.5947 altitude 235 Population 6016 Date 2013 02 19 … Cities with a population over 1000 database
Zeil (Begriffsklärung) — Zeil steht für: Zeil, eine Einkaufsstraße im Frankfurt am Main Zeil am Main, Stadt im Landkreis Haßberge, Bayern Zeil (Arnstorf), Ortsteil des Marktes Arnstorf, Landkreis Rottal Inn, Bayern Zeil (Buchbach), Ortsteil des Marktes Buchbach,… … Deutsch Wikipedia
Zeil am Main — Zeil am Main … Wikipédia en Français

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

zeil

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

zeil

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: