-
1 stew
n. gestoofd vlees; visvijver, oesterbed--------v. stoven, smorenstew1[ stjoe:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hutspot♦voorbeelden:1 Irish stew • stoofschotel van schapenvlees, ui en aardappelen————————stew2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 stew in one's own juice
in zijn eigen sap gaarkoken -
3 Irish stew
gestoofde vlees en groente, iers gerechtIerse stoofschotel/hutspot————————stoofschotel van schapenvlees, ui en aardappelen -
4 be in/get into a stew
be in/get into a stewopgewonden zijn/raken -
5 let someone stew (in one's own juice)
English-Dutch dictionary > let someone stew (in one's own juice)
-
6 let someone stew in his own juice
iemand in zijn eigen vet/sop gaar laten kokenEnglish-Dutch dictionary > let someone stew in his own juice
-
7 let someone stew in their own juice
English-Dutch dictionary > let someone stew in their own juice
-
8 let someone stew
-
9 Irish
adj. Iers (betr. Ierland)--------n. Iers (taal; Ieren, bew. v. Ierland)Irish1[ ajjərisj]I 〈 eigennaam〉1 Iers ⇒ de Ierse taal, (Iers-)GaelischII 〈meervoud; werkwoord altijd meervoud; the〉1 de Ieren————————Irish21 Iers ⇒ van/uit Ierland♦voorbeelden:the Irish Sea • de Ierse ZeeIrish stew • Ierse stoofschotel/hutspot¶ Irish bull • gebazel, onzin -
10 juice
-
11 let
n. verhindering; huren; verhuren; "terugkomen" (bij tennis)--------v. laten; de mogelijkheid geven; geven; verhuren; laten liggen; ontdekkenlet1[ let]♦voorbeelden:————————let2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 laten ontsnappen ⇒ bevrijden, loslaten♦voorbeelden:1 she wants to, but her mother won't let her • ze wil wel, maar ze mag niet van haar moederlet someone go • iemand laten gaanlet me have that • geef (maar/eens) hierlet something be known • iets laten wetenplease, let me buy this round • laat mij nu toch dit rondje aanbiedenlet there be no mistake about my opinion • laat er over mijn mening geen misverstand bestaanlet me hear/know • hou me op de hoogtelet me see • eens kijkenlet's face it • laten we wel wezen4 let x be y/z • stel x is y/z, gegeven x is y/zlet something be • iets laten rustenlet drop/fall • (zich) laten (ont)vallenlet fly (at) • uithalen (naar)let someone get on with it • iemand zijn gang laten gaanlet oneself go • zich laten gaanlet someone have it • iemand de volle laag/ervan langs gevenlet pass • laten lopen, onweersproken latenlet something ride • iets op zijn beloop latenlet someone stew • iemand in zijn eigen sop laten gaarkokenlet through • laten passeren, doorlatenlet into • binnenlaten in, toelaten tot; in vertrouwen nemen over, vertellen -
12 own
adj. van mij (van jou, van haar, etc.); zelf--------v. behoren tot; dank verschuldigd zijn aan; erkennen; bezittenown1[ oon] 〈bijvoeglijk naamwoord; voornaamwoord〉1 eigen ⇒ van … zelf, eigen bezit/familie♦voorbeelden:mind one's own business • zich met zijn eigen zaken bemoeienthey ate of their own cooking • zij aten uit hun eigen keukenleave someone to his/her own devices/resources • iemand aan zijn lot overlatenan own goal • een doelpunt in eigen doelput/set one's own house in order • orde op zaken stellentake the law into one's own hands • het recht in eigen handen nemen, voor eigen rechter spelentake matters into one's own hands • de zaak zelf onder handen nemenlet someone stew in his own juice • iemand in zijn eigen vet/sop gaar laten kokenbe one's own man/master • zijn eigen heer en meester/onafhankelijk zijnthe truth for its own sake • de waarheid op zich(zelf)my time is my own • ik heb de tijd aan mezelffor one's own use • voor eigen gebruiknot have a moment/minute/second to call one's own • geen moment voor zichzelf hebbenhe finally came into his own • eindelijk kreeg hij wat hem toekwamit has a value all its own • het heeft een heel bijzondere waardemay I have it for my own? • mag ik het echt hebben?/houden?he has a computer of his own • hij heeft zijn eigen computerfor reasons of his own • om persoonlijke redenenhave a way of his own • zo zijn eigen manier van doen hebbenmy own self • ikzelf, ik persoonlijkin his own (good) time • wanneer het hem zo uitkomt/uitkwam→ come into come into/————————own2♦voorbeelden:he owned to having said that • hij gaf toe dat hij dat gezegd hadII 〈 overgankelijk werkwoord〉
См. также в других словарях:
stew — stew; stew·ard·ess; stew·ard·ly; stew·ard·ship; stew·ards·man; stew·ar·tia; stew·art·ite; stew·art·ry; stew·art s; stew·art; stew·ard; stew·ard·ry; … English syllables
Stew — Stew, v. t. [imp. & p. p. {Stewed}; p. pr. & vb. n. {Stewing}.] [OE. stuven, OF. estuver, F. [ e]tuver, fr. OF. estuve, F. [ e]tuve, a sweating house, a room heated for a bath; probably of Teutonic origin, and akin to E. stove. See {Stove}, and… … The Collaborative International Dictionary of English
Stew — Stew, n. [OE. stue, stuwe, OF. estuve. See {Stew}, v. t.] 1. A place of stewing or seething; a place where hot bathes are furnished; a hothouse. [Obs.] [1913 Webster] As burning [AE]tna from his boiling stew Doth belch out flames. Spenser. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
Stew — ist: englischsprachige Bezeichnung für einen Eintopf, siehe z.B. Irish Stew oder Brunswick Stew Diminutiv von Stewart (Vorname) Stew (Musiker) alias Mark Stewart (* 1961), US amerikanischer Singer Songwriter Siehe auch: Stu … Deutsch Wikipedia
stew — [n1] mixture, miscellany brew, goulash*, hash, jumble, medley, mélange, mishmash, mulligan*, olio*, pasticcio*, pie*, potpourri, salmagundi*, soup; concepts 432,457,460,461 Ant. element stew [n2] commotion; mental upset agitation, confusion,… … New thesaurus
stew — ► NOUN 1) a dish of meat and vegetables cooked slowly in liquid in a closed dish or pan. 2) informal a state of anxiety or agitation. 3) archaic a public steam bath. 4) archaic a brothel. ► VERB 1) cook slowly in liquid in a closed dish or pan.… … English terms dictionary
stew — stew1 [sto͞o, styo͞o] vt. [ME stuen < MFr estuver, to stew, bathe < VL * extufare < L ex, out + Gr typhos, steam, smoke < IE * dheubh < base * dheu , blow, be turbid > DULL] to cook by simmering or boiling slowly for a long time … English World dictionary
Stew — Stew, v. i. To be seethed or cooked in a slow, gentle manner, or in heat and moisture. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Stew — Stew, n. [Cf. {Stow}.] 1. A small pond or pool where fish are kept for the table; a vivarium. [Obs. or Prov. Eng.] Chaucer. Evelyn. [1913 Webster] 2. An artificial bed of oysters. [Local, U.S.] [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
stew — index imbroglio Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
stew — vb *boil, seethe, simmer, parboil … New Dictionary of Synonyms