-
21 advocate
n. advocaat, verdediger, voorstander--------v. bepleiten; steunen, voorstander zijn vanadvocate1[ ædvəkit] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 verdediger ⇒ voorstander, advocaat————————advocate2[ ædvəkeet] 〈 werkwoord〉1 bepleiten ⇒ verdedigen, voorstaan♦voorbeelden:1 he advocates sending children to school at the age of three • hij is er voorstander van kinderen op driejarige leeftijd naar school te sturen -
22 aid
n. hulp; steun; bijstand--------v. helpen; bijstaanaid1[ eed] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hulp ⇒ bijstand, assistentie2 hulpmiddel ⇒ apparaat, toestel♦voorbeelden:1 come/go to someone's aid • iemand te hulp komen/snellenin aid of • ten dienste van〈 informeel〉 what's that in aid of? • waar is dat goed voor/dient dat toe?first aid • eerste hulp (bij ongelukken), EHBO————————aid2〈 werkwoord〉1 helpen ⇒ steunen, bijstaan, bevorderen♦voorbeelden: -
23 back the wrong horse
de verkeerde kant steunen,op het verkeerde paard wedden -
24 back
adj. van achter, achter--------adv. achteruit; terug; achter--------n. rug; leuning; eind; verdediger (bij basketbal)--------v. bijstaan; naar achter leidenback1[ bæk]2 achter(hoede)speler ⇒ verdediger, back♦voorbeelden:(flat) on one's back • (ziek) in bedhave broken the back of something • het grootste deel/ergste van iets achter de rug hebben〈 informeel〉 get/put someone's back up • iemand irriteren/kwaad makenpat oneself on the back • tevreden zijn over zichzelfpat someone on the back • iemand een goedkeurend klopje gevenput one's back into something • ergens de schouders onder zettenglad to see the back of someone • iemand liever zien gaan dan komenstab someone in the back • iemand een dolk in de rug steken, iemand verradenturn one's back on • de rug toekeren〈 informeel〉 be on someone's back • veel/altijd kritiek hebben op iemand→ scratch scratch/II 〈telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉1 achterkant/zijde ⇒ keerzijde, rug♦voorbeelden:the back of a book/hand • de rug van een boek/handat the back • achterintalk through the back of one's neck • uit zijn nek kletsen————————back22 terug-♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 get in through/by the back door • een baan krijgen via kruiwagens/dank zij oneerlijke manipulaties————————back3→ back away back away/, back down back down/, back off back off/, back onto back onto/, back out back out/, back up back up/1 achteruit bewegen ⇒ achteruitrijden, (doen) achteruitgaan♦voorbeelden:back the car out of the garage • de auto achteruit uit de garage rijdenback (one's car) into another car • achteruitrijden tegen een andere auto♦voorbeelden:→ back up back up/————————back4〈 bijwoord〉6 achterom♦voorbeelden:back in 1975 • (nog/reeds/destijds) in 1975 -
25 banker
n. iemand die in een bank werkt; bankier; cassière; deler die de bank in het casino houdt; iemand die verantwoordelijk is voor de bank in een kaartspel; steviggebouwde houten of stenen werkbank gebruikt door beeldhouwers om hun werk te steunen tijdens het kerven of door steenhouwers gebruikt om hun werk te houwen; (Nieuw Zeeland en Australië) rivier die buiten zijn oevers treedt (Informeel)[ bængkə]1 bankier -
26 be strong for
be strong forveel ophebben met, krachtig steunen -
27 bear out
bear out1 (onder)steunen ⇒ bekrachtigen, staven♦voorbeelden:1 bear someone out • iemands verklaring/verhaal bevestigen -
28 bear up
-
29 behind
adv. achteraan--------n. achterste--------prep. achterbehind1[ bihhajnd] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————behind2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:look behind • omkijkenhe came from behind • hij kwam van achterenbehind in my work • achterop met mijn werkbe behind with the rent • achter zijn met de huur————————behind3〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:my best years are behind me • mijn beste jaren heb ik gehadput one's problems behind one • zijn problemen van zich afzettenthe bus is behind schedule • de bus heeft vertragingbehind the times • niet mee met zijn tijdbehind the wheel • aan/achter het stuurwho is behind this? • wie is hiervoor verantwoordelijk?4 we are/stand behind you • wij staan achter je/steunen je -
30 bolster up
bolster up1 met kussen(s)/peluw(s) (onder)steunen♦voorbeelden: -
31 bolt
adv. plotseling; helemaal--------n. grendel; bout; schroef; lichtflits; pijl; rol met stof--------v. aanschroeven; vergrendelen; sluiten; op slot doen; snel doorslikkenbolt1[ boolt] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 bliksemstraal/flits♦voorbeelden:————————bolt22 (plotseling/verschrikt) op(zij)/wegspringen3 doorschieten ⇒ (vroegtijdig/te vroeg) in het zaad schieten4 met bouten bevestigd zitten/zijnII 〈 overgankelijk werkwoord〉4 〈Amerikaans-Engels; informeel; politiek〉 treden uit 〈 eigen partij〉 ⇒ weigeren te steunen, zich afscheiden van♦voorbeelden:bolt someone out • iemand buitensluiten————————bolt3〈 bijwoord〉1 recht♦voorbeelden: -
32 boost
n. impuls; verhoging; steun--------v. impulseren; verhogen, verheffen; steunenboost1[ boe:st] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 duw (omhoog) ⇒ zetje, (onder)steun(ing)3 stimulans ⇒ aanmoediging, versterking4 reclame/propaganda(campagne)♦voorbeelden:————————boost2〈 werkwoord〉1 (op/omhoog)duwen ⇒ een duwtje/zetje geven, ondersteunen4 stimuleren ⇒ aanmoedigen, bevorderen♦voorbeelden:4 boost one's spirits • iemand opkikkeren/opvrolijkenboost trade • de handel aanzwengelen -
33 bracket
n. steun, plankdrager, kraagsteen--------v. tussen haakjes zetten; onder één groep brengenbracket1[ brækit] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 steun ⇒ plankdrager, kraagsteen, console♦voorbeelden:————————bracket2〈 werkwoord〉 -
34 buoy
n. boei--------v. drijvend houden; steunen; aanmoedigenbuoy1[ boj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————buoy2〈 werkwoord〉1 drijvend/vlot houden2 schragen ⇒ ondersteunen, dragen♦voorbeelden:→ buoy up buoy up/ -
35 cantilever
n. console; cantilever--------v. steunen bouwen[ kæntillie:və]1 cantilever ⇒ kraagligger, console -
36 carry a motion
-
37 countenance
n. aanzicht, uitdrukking; bemoedigend, steunend--------v. aanmoedigen; permitterencountenance1[ kauntinnəns]1 gelaat ⇒ gelaatstrekken/uitdrukking3 welwillende/bemoedigende blik♦voorbeelden:1 kalmte ⇒ gemoedsrust, zelfbeheersing2 (morele) steun ⇒ instemming, goedkeuring♦voorbeelden:1 keep one's countenance • zijn zelfbeheersing bewaren; 〈 in het bijzonder〉 zijn lachen kunnen houdenlose countenance • van zijn stuk rakenout of countenance • van zijn stuk gebracht————————countenance2〈 werkwoord〉1 goedkeuren ⇒ (stilzwijgend/oogluikend) toestaan, dulden -
38 cromlech
-
39 decide
v. besluiten, beslissen[ dissajd]1 beslissen ⇒ een beslissing nemen, een keuze maken♦voorbeelden:she decided on the red boots • ze besloot de rode laarsjes te nemendecide against • in het ongelijk stellendecide for/in favour of • vonnis wijzen ten gunste vanII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:2 your integrity has decided me to support you • vanwege je integriteit heb ik besloten je te steunenthat decides me/it/the matter • dat geeft de doorslag -
40 groan and moan
См. также в других словарях:
Holländische Sprache — Niederländisch Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur mundartlich in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische Klassifikation … Deutsch Wikipedia
Niederländisch-Flämische Sprache — Niederländisch Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur mundartlich in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische Klassifikation … Deutsch Wikipedia
Niederländische Sprache — Niederländisch (Nederlands) Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur dialektal in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische… … Deutsch Wikipedia
Stöhnen — Stöhnen, verb. reg. neutr. welches das Hülfswort haben erfordert, anhaltend seufzend, mit Seufzen Athem holen, sowohl zum Zeichen großer Mattigkeit, als auch eines heftigen Schmerzens, welches von dem Ächzen wenig verschieden ist. Seufzen und… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Лукоки, Джоди — Джоди Лукоки Общая информация … Википедия
stöhnen — stöhnen: Die seit dem 16. Jh. bezeugte nhd. Form geht zurück auf mitteld. (14. Jh.) stenen, mnd. stenen »mühsam atmen, ächzen«, dem die gleichbedeutenden starken Verben mniederl. stenen, aengl. stenan entsprechen; vgl. auch ablautend niederl.… … Das Herkunftswörterbuch
Klage — 1. Das kann keine Klage heissen, da kein Richter bei Gericht ist. – Graf, 441, 334; Klingen, 28a, 2. Die Klage konnte rechtswirksam nur am Gerichtsorte und vor dem Richter gestellt werden, nicht in dessen Wohnung oder sonst irgendwo. 2. Die Klage … Deutsches Sprichwörter-Lexikon