-
1 besturen
2 [met betrekking tot een werktuig] control, operate♦voorbeelden:1 een auto/tram besturen • drive a car/trameen schip/vliegtuig besturen • steer a ship, fly a planedoor de computer bestuurd • computer-operated -
2 bewandelen
1 [wandelen op] walk (on/over)2 [figuurlijk] take/follow/steer a/the … course♦voorbeelden:de officiële weg bewandelen • take the official linezij kunnen twee wegen bewandelen • two courses are open to them -
3 bijsturen
1 [met betrekking tot een schip/voertuig] steer (away from/clear of/towards) -
4 insturen
3 [zenden naar een plaats] send into♦voorbeelden:2 een schip de haven insturen • steer/sail a ship into the harbour3 iemand de dood insturen • send someone to his/her deatheen bericht de wereld insturen • launch a rumour -
5 klip
2 [figuurlijk] obstacle♦voorbeelden:1 blinde klip • sunken/submerged rockop een klip lopen • strike a rock -
6 sturen
1 [naar het roer/stuur luisteren] steer♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 een speler uit het veld sturen • send/order a player off the fieldvan school sturen • expel (from school)1 [een richting laten volgen] steer 〈ook van schip enz.〉; 〈 auto ook〉 drive; 〈 overgankelijk werkwoord ook〉 guide 〈 paard, pen, iemands hand〉; 〈 algemeen〉 direct♦voorbeelden:de kaart stuurt ons naar links • the map directs us to the left -
7 tussen de klippen door zeilen
tussen de klippen door zeilenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > tussen de klippen door zeilen
-
8 besturen
v. govern, rule, manage, administer; drive, steer, pilot, navigate, sail -
9 bijsturen
v. steer, cause a vehicle to move in a particular direction (by means of a wheel, rudder, etc.) -
10 koers zetten naar
v. head for, stand for, steer smb.'s course for -
11 lokken
n. friz--------v. decoy, lure, allure, wile, attract, call, steer -
12 mennen
v. drive, guide, steer, tool -
13 ontzeilen
v. steer clear of -
14 richten
v. direct, aim, sight, address, point, trend, vector, guide, steer, helm, align, flatten out, level, lay, set, conform -
15 stierkalf
n. bull calf, steer -
16 sturen
n. steerage--------v. helm, send, steer, navigate, pilot, handle -
17 sturen
• to control• to direct• to drive• to guide• to send• to send forward• to steer -
18 aansturen
1 [+ op] [naar een punt richten] head/make for♦voorbeelden: -
19 aanvaren
-
20 afsturen
1 [met betrekking tot een vaartuig] steer away♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [wegzenden] send away2 [+ op] [ergens heen zenden] send (towards)♦voorbeelden:de hond op iemand afsturen • set the dog on someone
См. также в других словарях:
steer — [stɪə ǁ stɪr] verb [transitive] 1. to guide the way a situation develops, by influencing people s ideas or actions: steer somebody to something • He managed to steer his colleagues to a compromise. steer somebody away from something • Farmers… … Financial and business terms
steer — steer; steer·abil·i·ty; steer·able; steer·er; steer·less; steer·age; … English syllables
steer — steer1 [stir] vt. [ME steren < OE stieran, akin to Ger steuern, ON styra < IE * steur , a support, post (> Gr stauros, ON staurr, post) < base * stā , to STAND] 1. to guide (a ship or boat) by means of a rudder 2. to direct the course … English World dictionary
Steer — Steer, v. t. [imp. & p. p. {Steered} (st[=e]rd); p. pr. & vb. n. {Steering}.] [OE. steeren, steren, AS. sti[ e]ran, st[=y]ran, ste[ o]ran; akin to OFries. stiora, stiura, D. sturen, OD. stieren, G. steuern, OHG. stiuren to direct, support, G.… … The Collaborative International Dictionary of English
Steer — ist der Familienname folgender Personen: Hannelore Steer (* 1943), deutsche Journalistin und Afrikanistin Rachel Steer (* 1978), US amerikanische Biathletin siehe auch: Steer by Wire Diese S … Deutsch Wikipedia
steer — Ⅰ. steer [1] ► VERB 1) guide or control the movement of (a vehicle, ship, etc.). 2) direct or guide in a particular direction. ► NOUN informal ▪ a piece of advice or information. ● steer clear of Cf. ↑ … English terms dictionary
Steer — (st[=e]r), n. [OE. steer, AS. ste[ o]r; akin to D. & G. stier a bull, OHG. stior, Icel. stj[=o]rr, [thorn]j[=o]rr, Sw. tjur, Dan. tyr, Goth. stiur, Russ. tur , Pol. tur, Ir. & Gael. tarbh, W. tarw, L. taurus, Gr. tay^ros, Skr. sth[=u]ra strong,… … The Collaborative International Dictionary of English
Steer — Steer, n. [AS. ste[ o]r, sti[ o]r; akin to D. stuur, G. steuer, Icel. st[=y]ri. [root]168. See {Steer}, v. t.] [Written also {stere}.] A rudder or helm. [Obs.] Chaucer. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Steer — Steer, n. [AS. ste[ o]ra. See {Steer} a rudder.] A helmsman; a pilot. [Obs.] Chaucer. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Steer — has multiple meanings:* Steering mechanisms used to turn while controlling the operation of a vehicle. * Castrated male cattle (ox). * Steer (song) , a song by Missy Higgins. * George Steer, British journalist and soldier … Wikipedia
steer — ‘control direction’ [OE] and steer ‘young ox’ [OE] are quite unrelated. The latter comes from a prehistoric Germanic *(s)teuraz, which also produced German and Dutch stier, Swedish tjur, and Danish tyr ‘bull’. It was descended from a base… … The Hutchinson dictionary of word origins