-
21 een tas wegpakken
een tas wegpakkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een tas wegpakken
-
22 grijpen
2 [meesleuren] drag (along)♦voorbeelden:hij greep zijn kans • he grabbed/seized his chance〈 figuurlijk〉 door iets gegrepen zijn • be (deeply) affected/moved by somethingvoor het grijpen liggen • be there for the takingiets voor het grijpen hebben • have something for the asking♦voorbeelden:naar iets grijpen • reach/make a grab for somethingnaar de fles grijpen • reach for/turn to the bottle -
23 grissen
♦voorbeelden: -
24 iemand aan de dood ontrukken
iemand aan de dood ontrukkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand aan de dood ontrukken
-
25 iemand de hoed van het hoofd afrukken
iemand de hoed van het hoofd afrukkentear/snatch the hat off someone's headVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand de hoed van het hoofd afrukken
-
26 iemand een bal afvangen
iemand een bal afvangensnatch the ball from under someone's hands/noseVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand een bal afvangen
-
27 iemand iets afhandig maken
iemand iets afhandig makenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand iets afhandig maken
-
28 iets aan de vergetelheid ontrukken
iets aan de vergetelheid ontrukkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets aan de vergetelheid ontrukken
-
29 oppakken
1 [opnemen] take/pick/lift up♦voorbeelden:snel oppakken • snatch up, grab2 opgepakt worden • 〈 door de politie〉 get run in/picked up; 〈 groepen in onrustige werelddelen〉 get rounded up -
30 proberen tussendoor wat te slapen
proberen tussendoor wat te slapenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > proberen tussendoor wat te slapen
-
31 snel oppakken
snel oppakkensnatch up, grab -
32 trekken
1 [kracht uitoefenen op iets] pull3 [spierbewegingen maken] stretch4 [luchtstroom doorlaten] draw5 [in een richting getrokken worden] pull6 [lijken (op)] be like♦voorbeelden:aan een sigaar trekken • puff at/draw a cigarover een rivier trekken • cross a riverten strijde/te velde trekken • go into battlede kinderen trekken nogal naar hun vader • the children take more to their father2 [aantrekken] draw4 [gewichtheffen] snatch♦voorbeelden:2 publiek/kopers trekken • draw an audience/customersvolle zalen trekken • play to/draw full houses1 [in genoemde toestand/op genoemde plaats brengen] pull3 [naar zich toehalen, ook figuurlijk] draw4 [aftreksel maken van] make6 [doen ontstaan] draw7 [uit een plaats vandaan halen] get♦voorbeelden:iemand aan zijn haar trekken • pull someone's hairiemand aan zijn mouw trekken • pull (at) someone's sleeveeen horoscoop trekken • cast a horoscopelering trekken uit iets • learn (a lesson) from something〈 wiskunde〉 de wortel uit een getal trekken • find/extract the (square/cube/ 〈enz.〉 ) root of a number8 gezichten trekken • make/pull (silly) faces -
33 tussendoor
2 [tussentijds] between times♦voorbeelden:proberen tussendoor wat te slapen • try to snatch some sleep
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Snatch — Título Cerdos y diamantes / Snatch: Cerdos y diamantes Ficha técnica Dirección Guy Ritchie Dirección artística Julie Philpott … Wikipedia Español
Snatch — Tu braques ou tu raques Snatch : Tu braques ou tu raques Titre original Snatch Réalisation Guy Ritchie Acteurs principaux Jason Statham Brad Pitt Benicio del Toro Alan Ford Scénario Guy Ritchie Durée 1h43 Sortie … Wikipédia en Français
Snatch — may mean: * Snatch (sexual slang), a term for the vagina. * Snatch (film), a British gangster movie by director Guy Ritchie. * Snatch theft, grab and run theft from a motorcycle, in Malaysia. * Snatch , the name of the first chapter of Snatcher … Wikipedia
snatch at — To try to snatch or seize • • • Main Entry: ↑snatch * * * snatch at [phrasal verb] snatch at (something) : to grab or try to grab (something) quickly or eagerly chaotic city streets where thieves snatch at tourists wallets often used figuratively … Useful english dictionary
Snatch — Snatch, v. t. [imp. & p. p. {Snatched}; p. pr. & vb. n. {Snatching}.] [OE. snachen, snechen; akin to D. snakken to gasp, to long (for), to desire. Cf. {Snack}, n., {Sneck}.] 1. To take or seize hastily, abruptly, or without permission or… … The Collaborative International Dictionary of English
Snatch — Snatch, v. i. To attempt to seize something suddenly; to catch; often with at; as, to snatch at a rope. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Snatch — Snatch, n. 1. A hasty catching or seizing; a grab; a catching at, or attempt to seize, suddenly. [1913 Webster] 2. A short period of vigorous action; as, a snatch at weeding after a shower. Tusser. [1913 Webster] They move by fits and snatches.… … The Collaborative International Dictionary of English
snatch — [n] small part bit, fragment, piece, smattering, snippet, spell; concepts 264,832 Ant. whole snatch [v] grab away abduct, catch, clap hands on, clutch, collar*, gain, get fingers on*, grapple, grasp, grip, jerk, jump, kidnap, make off with, nab,… … New thesaurus
snatch — [snach] vt. [ME snacchen, prob. var. of snakken, to seize; akin to snaken: see SNACK] 1. to grasp or seize suddenly, eagerly, or without right, warning, etc.; grab 2. to remove abruptly or hastily 3. to take, get, or avail oneself of hastily or… … English World dictionary
snatch´i|ly — snatch|y «SNACH ee», adjective. done or occurring in snatches; disconnected; irregular. –snatch´i|ly, adverb … Useful english dictionary
snatch|y — «SNACH ee», adjective. done or occurring in snatches; disconnected; irregular. –snatch´i|ly, adverb … Useful english dictionary