-
1 bumping
slingering -
2 out-of-trueness
slingering -
3 rocking
slingering -
4 throw
slingering -
5 total indicator movement
slingeringEnglish-Dutch technical dictionary > total indicator movement
-
6 oscillation
n. slingering, schommeling; oscillatie (radio); het overspringen van twee punten[ ossilleesjn]1 oscillatie ⇒ schommeling, trilling -
7 sling
n. slinger; slingerverband; draagdoek; draagriem; lus, (hijs)strop--------v. (weg)slingeren; zwaaien, smijtensling1[ sling] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 slinger————————sling21 (weg)slingeren ⇒ zwaaien, smijten2 ophangen3 (op)hijsen met een strop/leng♦voorbeelden: -
8 swag
-
9 sway
n. zwaai; heerschappij, macht, overwicht, invloed--------v. slingeren, zwaaien, schommelensway1[ swee] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 invloed ⇒ druk, overwicht, dwang♦voorbeelden:bear/hold sway • de scepter zwaaien————————sway2♦voorbeelden:1 sway to the music • deinen/wiegen op de maat van de muziekII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
10 winding
adj. kronkelend; jonglerend; spiraalvormig--------n. kronkeling, slingering--------v. kronkelen; winden; opwinden; omwinden; veranderen van richting[ wajnding]2 kronkel(ing) ⇒ bocht, draai -
11 unlimited oscillation
onbeperkte slingering -
12 eccentricity
excentriciteitslingerslingering -
13 oscillation
oscillatieschommelingslingeringtrilling -
14 run-out
slagslingeringuitloopuitputting -
15 swing
schommelingslingeringzwaai -
16 wobble
slagslingering
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Все языки
- Африкаанс
- Нидерландский
- Хинди