-
1 to influence
beïnvloeden -
2 affect
v. betreffen; voorwenden; beïnvloeden[ əfekt]1 affecteren ⇒ voorwenden, doen alsof♦voorbeelden:5 how will the new law affect us? • welke invloed zal de nieuwe wet op ons hebben?tax increases affect the whole population • belastingverhogingen treffen de hele bevolking -
3 incline
n. helling, hellend vlak--------v. neigen, verbuigen, krom buigen, buigen; afdalen; beinvloeden; richtenincline1[ ingklajn] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————incline2[ inklajn]1 neigen ⇒ geneigd zijn, een neiging hebben/vertonen♦voorbeelden:I incline to/towards fatness • ik heb aanleg om dik te worden1 (doen) hellen ⇒ af/neer/overhellen♦voorbeelden:♦voorbeelden:2 your words do not incline me to change my mind • ik zie in uw woorden geen aanleiding om van gedachten te veranderenI am inclined to think so • ik neig tot die gedachte -
4 influence
n. invloed; iemand die invloed uitoefent, invloedrijk; onder invloed van alcohol--------v. beïnvloedeninfluence1[ infloeəns] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 invloed ⇒ inwerking, macht♦voorbeelden:influence on/upon • (onbewuste) invloed ophave influence over/with someone • overwicht over iemand hebben————————influence2〈 werkwoord〉1 beïnvloeden ⇒ invloed hebben/(uit)oefenen op -
5 act on
handelen volgens...act on, act upon♦voorbeelden: -
6 act upon
-
7 agree with
het eens zijn metagree with〈voornamelijk ontkennend/vragend〉1 bevallen ⇒ gunstig beïnvloeden, bekomen♦voorbeelden:mussels do not agree with me • mosselen verdraag ik niet————————agree withkloppen met, overeenstemmen met, passen bij -
8 bias
n. vroegere kennis; draai--------v. verdraaien van kennisbias1[ bajjəs] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 aanleg4 〈 bowls〉 eenzijdige verzwaring 〈 van bal〉 ⇒ 〈 bij uitbreiding〉 afwijking 〈in vorm en/of loop van de bal〉, effect♦voorbeelden:1 a bias towards the left • een voorkeur voor/neiging naar swithout bias • onbevooroordeeld————————bias2〈werkwoord; bias(s)ed〉♦voorbeelden: -
9 colour
n. kleur, schakering--------v. kleuren, vervencolour11 kleur2 verf(stof) ⇒ kleurstof, pigment3 kleurtje ⇒ gelaatskleur, tint♦voorbeelden:change colour • van kleur verschietenlose colour • bleek wordenhave little colour • er bleekjes uitzien¶ let's see the colour of your money • laat eerst je geld eens zien, eerst betalen4 soort ⇒ aard, slag♦voorbeelden:2 clubkleuren ⇒ insigne, lint3 gevoelens ⇒ positie, opvatting♦voorbeelden:2 get/win one's colours • opgesteld worden, meespelen in de ploegtrooping the colour(s) • vaandelceremonie bij het wisselen van de wacht→ false false/————————colour2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
10 govern
v. regeren, besturen[ guvn]1 regeren♦voorbeelden:1 the Queen reigns, but the ministers govern • de Koningin heerst, maar de ministers regerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bepalen ⇒ beheersen, beïnvloeden♦voorbeelden:1 governing body • bestuurslichaam, raad van beheer -
11 imbue
v. inspireren, sterk beïnvloeden; vervullen, doordringen; ervoor zorgen een gevoel of idee in zich op te nemen; doordringen, doen opnemen[ imbjoe:]♦voorbeelden: -
12 impressionable
adj. makkelijk te beïnvloeden; beïnvloedbaar[ impresjnəbl] 〈impressionably; zelfstandig naamwoord: impressionability〉 -
13 induce
v. veroorzaken; drijven; beinvloeden; overtuigen; bespoedigen; aanmoedigen; inspireren; konklusie trekken; moeilijke vraag stellen[ indjoe:s]1 bewegen tot ⇒ brengen tot, nopen2 teweegbrengen ⇒ veroorzaken, leiden tot; 〈 in het bijzonder medicijnen, geneeskunde〉 opwekken 〈 weeën〉♦voorbeelden: -
14 leading question
leidende vraag (een tendentieuse vraag die het antwoord v.d. getuige kan beinvloeden) -
15 leaven
n. zuurdeeg, zuurdesem; invloed--------v. desemen; doortrekken, doordringenleaven12 toevoeging ⇒ zweem, gehalte1 rijsmiddel ⇒ gist/bakpoeder————————leaven2〈 werkwoord〉1 gist/zuurdeeg toevoegen aan ⇒ zuren -
16 manipulate
v. in werking stellen; laten werken, werken met; met de hand bedienen; goed weten te bedienen; slecht beïnvloeden, manipuleren[ mənipjoeleet] -
17 parameter
n. parameter (ook in computers), maatstaf; (in computers) een bepaalde waarde (berekening) die aan een funktie gegeven wordt voor het beïnvloeden van de uitvoering[ pəræmittə]♦voorbeelden: -
18 predetermine
v. van tevoren besluiten[ prie:dittə:min] 〈zelfstandig naamwoord: predetermination〉1 vooraf bepalen ⇒ vooraf vastleggen, voorbeschikken2 aanzetten tot ⇒ ertoe brengen, beïnvloeden♦voorbeelden:1 the colour of someone's eyes is predetermined by that of his parents • de kleur van iemands ogen wordt bepaald door die van zijn ouders -
19 predispose
v. doen neigen, beïnvloeden1 doen neigen ⇒ geschikt maken, vatbaar maken♦voorbeelden:1 she has nothing that predisposes me to like her • zij heeft niets dat mij ertoe brengt haar aardig te vinden -
20 push
n. druk; compressie; aanval; initiatief; hulp--------v. duwen; wegduwen; drukken; initiatief nemen; hasjiesj verkopenpush1[ poesj]1 duw ⇒ stoot, zet, ruk♦voorbeelden:〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 at a push • als het echt nodig is, in geval van nood2 druk ⇒ nood, crisis♦voorbeelden:1 to get a job like that you need a lot of push • om zo'n baan te krijgen moet je heel wat aankunnen2 if/when it comes/came to the push • als het erop aankomt/aankwam————————push21 duwen ⇒ stoten, schuiven, dringen2 vorderingen maken ⇒ vooruitgaan, doorgaan, verder gaan3 zich (uitermate) inspannen ⇒ doorzettingsvermogen/ondernemingslust hebben♦voorbeelden:2 push ahead/along/forward/on • (rustig) doorgaan/verder gaanpush by/past someone • iemand voorbijdringenpush ahead/along/forward/on with • vooruitgang boeken/opschieten metII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 stimuleren ⇒ bevorderen, promoten, voorthelpen, pushen3 druk uitoefenen op ⇒ lastig vallen, aandringen bij♦voorbeelden:1 push the button • op de knop/bel drukkenpush the car • de auto aanduwenpush a door open • een deur openduwenhe pushes the matter too far • hij drijft de zaak te ver doordon't push your sister to take that decision • zet je zus niet aan tot dat besluitpush one's way through a crowd • zich een weg banen door een menigteI pushed myself to do it • ik dwong mezelf het te doen〈informeel; figuurlijk〉 push someone about/around • iemand ruw/slecht behandelen; iemand commanderen, iemand met minachting behandelenthey pushed our work aside • ze schoven ons werk terzijde; 〈 figuurlijk〉 ze gaven ons werk geen kanspush back one's hair • zijn haar naar achteren strijkenpush back the enemy • de vijand terugdringenhe was pushed down • hij werd ondergeduwdpush oneself forward • zich op de voorgrond dringenpush someone forward as a candidate • iemand als kandidaat naar voren schuivenpush over a lady • een dame omverlopenpush over a table • een tafel omgooienthat pushed prices up • dat joeg de prijzen omhoogpush someone into action • iemand tot actie dwingenthe disaster pushed all other news off the front pages • de ramp verdrong al het andere nieuws van de voorpagina'spush one's work onto someone else • zijn werk op iemand anders afschuiven/aan iemand anders opdringenshe pushed him to the verge of suicide • ze dreef hem bijna tot zelfmoordpush oneself • zichzelf promoten, zichzelf weten te verkopen3 don't push your luck (too far)! • stel je geluk niet te veel op de proef!he is pushed (for time/money) • hij heeft bijna geen tijd/geld, hij zit krap (in zijn tijd/geld)he pushed me for money • hij probeerde geld van mij los te krijgen¶ push home • uitvoeren, toedienen, krachtig ondernemen/uiteenzettenthe attack was pushed home with considerable force • de aanval werd met veel kracht uitgevoerd
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Taal Aktie Komitee — Le Taal Aktie Komitee ou TAK (« comité d action linguistique ») est un groupe d’action extrémiste flamand né en 1972 de la rencontre entre l avocat gantois Piet De Pauw, membre de la Volksunie et ancien membre de la VMO; et son client… … Wikipédia en Français