-
1 slaapplaats
-
2 slaapplaats
-
3 slaapplaats
n. sleeping place, sleeping accommodation, roost -
4 slaapplaats
-
5 slaapplaats
-
6 slaapplaats
dortoir -
7 een geïmproviseerde slaapplaats
een geïmproviseerde slaapplaatsan improvised/a makeshift bedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een geïmproviseerde slaapplaats
-
8 kip
n. dutje (slang); slaapplaats, bed; eenvoudig logement; maffen (slang)--------v. maffen; gaan maffen; gaan slapenkip11 slaapplaats ⇒ logement, bed————————kip2〈werkwoord; kipped〉 〈Brits-Engels; informeel〉 -
9 roost
n. roeststok; slaapplaats; kooi--------v. op stok gaanroost1[ roe:st] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 roest ⇒ stok, kippenhok♦voorbeelden:¶ it will come home to roost • je zult er zelf de wrange vruchten van plukken, het zal zich wrekenrule the roost • de baas zijn, de lakens uitdelen————————roost2〈 werkwoord〉1 roesten ⇒ op stok zitten, slapen -
10 kooi
I.deKäfig mII.de [slaapplaats in vrachtwagen of schip]Koje f -
11 bed down
bed downII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
12 bed
n. bed; bodem; bloembed--------v. in de tuin planten; grondslagbed1[ bed] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 bed(ding) ⇒ grondslag, onderlaag; (bodem)laag5 seks♦voorbeelden:separation from bed and board • scheiding van tafel en bedit is time for bed • het is bedtijddouble/single bed • tweepersoons/eenpersoonsbedspare bed • logeerbedkeep (to) one's bed • het bed houdentake to one's bed • het bed moeten houdenwet one's bed • bedwaterenno bed of roses • geen pretje→ wrong wrong/————————bed2〈werkwoord; bedded〉2 planten♦voorbeelden:→ bed down bed down/ -
13 berth
n. hut,kooi (in trein); ankerplaats; parkeren--------v. ankeren, vastleggen; te slapen leggenberth1[ bə:θ] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kooi ⇒ hut, couchette♦voorbeelden:→ wide wide/————————berth2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
14 sleep
n. slaap; coma--------v. slapen; uitrusten; liggen (- met)sleep1[ slie:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:go to sleep • gaan slapen, in slaap vallenmy foot has gone to sleep • mijn voet slaaptnot lose sleep over something • niet wakker liggen van ietssend to sleep • in slaap doen vallenhave a good sleep • goed slapen————————sleep2♦voorbeelden:sleep late • uitslapensleep on • doorslapensleep out • buitenshuis/in de open lucht slapensleep on/over something • een nachtje over iets slapensleep together • met elkaar naar bed gaansleep with someone • met iemand naar bed gaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:sleep off one's hangover • zijn roes uitslapen -
15 bed-and-breakfast
logies met ontbijt, plattelands verblijfplaats dat haar gasten een slaapplaats en ontbijt biedt; overeenkomst in hotels van logies en ontbijt in hotelbed-and-breakfast (B&B) -
16 lodgings
n. gehuurde kamers; gehuurd huis; slaapplaats -
17 kooi
♦voorbeelden: -
18 strobed
-
19 bed
1 [slaapplaats; plaats in verpleeginrichting] bed3 [leger van wild] bed♦voorbeelden:het bed opmaken • make the bedgoed in bed zijn • be good in bedin/te bed liggen • lie/be in bednaar bed gaan • go to bednaar bed gaan met iemand • go to bed with someonemet jan en alleman naar bed gaan • sleep aroundnaar bed brengen, in bed stoppen • put to bedbij het naar bed gaan • at bedtimeontbijt op bed krijgen • get breakfast in bediemand uit bed halen • drag someone out of bed -
20 improviseren
Страницы
- 1
- 2
См. также в других словарях:
slaapplaats — sribipresi … Woordenlijst Sranan