-
21 Pelz
〈m.; Pelzes, Pelze〉3 bontjas, -mantel♦voorbeelden:jemandem auf dem Pelz sitzen • iemand op zijn huid zitten -
22 Rand
〈m.; Randes, Ränder〉♦voorbeelden:am Rande der Gesellschaft leben • aan de zelfkant van de maatschappij levenich bin mit meiner Geduld am Rande • mijn geduld is opdas versteht sich doch am Rande • dat spreekt toch vanzelfdas interessiert mich nur am Rande • dat interesseert mij slechts zijdelingsmit etwas nicht zu Rande, zurande kommen • iets niet voor elkaar kunnen krijgen, met iets niet uit de voeten kunnenmit jemandem nicht zu Rande, zurande kommen • met iemand niet goed op kunnen schieten4 halt deinen Rand! • hou je grote mond! -
23 Scharfschießen
-
24 Schießbefehl
-
25 Schießen
-
26 Schwarze
Schwarze(r)2 zwartje, zwartkop————————Schwarze(s)〈bijvoeglijk naamwoord als zelfstandig naamwoord; o.〉♦voorbeelden: -
27 Schwarzes
Schwarze(s)〈bijvoeglijk naamwoord als zelfstandig naamwoord; o.〉♦voorbeelden: -
28 Tor
Tor!goal!————————Tor1〈m.; Toren, Toren〉 〈 formeel〉1 dwaas, gek————————Tor2〈o.; Tor(e)s, Tore〉2 〈 sport en spel〉doel, goal3 〈 sport en spel〉doelpunt, goal♦voorbeelden:1 〈 formeel〉 vor den Toren der Stadt • voor de poorten van de stad; 〈 ook〉 onder de rook van de stad〈informeel; figuurlijk〉 ins eigene Tor schießen • in eigen doel schieten, zijn eigen ruiten ingooien3 ein Tor erzielen, schießen • een doelpunt maken, scorenTor! • goal! -
29 Treffer
Treffer〈m.; Treffers, Treffer〉♦voorbeelden:einen Treffer erhalten • geraakt, getroffen worden -
30 Wurzel
Wurzel〈v.; Wurzel, Wurzeln〉♦voorbeelden:etwas hat seine Wurzel in einer Sache • iets vindt zijn oorzaak in ietsetwas mit der Wurzel ausreißen, ausrotten • iets met wortel en al uitroeien -
31 Wurzel fassen
-
32 Wurzel schlagen
-
33 Wurzeln schlagen
-
34 abdrücken
-
35 abhängen
abhängenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 laten schieten ⇒ laten vallen, ontslaan4 de telefoon ophangen, opleggen5 〈informeel; ook sport en spel〉overtreffen, voorbijstreven♦voorbeelden:das Feld abhängen • zich losmaken van het peloton -
36 abschießen
abschießen2 afschieten ⇒ neerschieten, neerhalen♦voorbeelden:¶ 〈informeel; schertsend〉 zum Abschießen aussehen • er (erg) belachelijk, potsierlijk uitzien -
37 angehen
angehen1 〈 figuurlijk〉opkomen, vechten, strijden2 (beginnen te) rotten, bederven♦voorbeelden:das mag noch angehen • dat kan er nog mee doorII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈haben/sein〉verzoeken, vragen♦voorbeelden:Probleme geschickt angehen • problemen handig aanpakken3 was mich angeht • wat mij aangaat, betreft -
38 anwachsen
anwachsen♦voorbeelden: -
39 anwurzeln
anwurzeln♦voorbeelden: -
40 auf Tontauben schießen
(auf) Tontauben schießen
См. также в других словарях:
Schieten — steht für: Schieten (Wuppertal), eine Ortslage in Wuppertal Vohwinkel Schieten (Solingen), eine Ortslage in Solingen Gräfrath Diese Seite ist eine Begriffsklärung zur Unterscheidung mehrerer mit demselben Wort bezeichnete … Deutsch Wikipedia
Schieten (Wuppertal) — Schieten Stadt Wuppertal Koordinaten … Deutsch Wikipedia
Schieten (Solingen) — Schieten Stadt Solingen Koordinaten … Deutsch Wikipedia
Schieten — Schietenintr koten.⇨Schiet1.14.Jh.,niederd … Wörterbuch der deutschen Umgangssprache
schieten — sutu … Woordenlijst Sranan
bok schieten — blaka bal … Woordenlijst Sranan
Dasnöckel — Stadt Wuppertal Koordinaten … Deutsch Wikipedia
Fernand Auwera — Fernand Van der Auwera (b. Antwerp, 26 November 1929), pseudonym Fernand Auwera is a Belgian writer. His fragile health during his youth and its impact on his life (solitude), had an effect on his first literary work.He started his career as a… … Wikipedia
Liste der Orte im Landkreis Oberallgäu — Die Liste der Orte im Landkreis Oberallgäu listet die 1032 amtlich benannten Gemeindeteile (Hauptorte, Kirchdörfer, Pfarrdörfer, Dörfer, Weiler und Einöden) im Landkreis Oberallgäu auf.[1] Systematische Liste Alphabet der Städte und Gemeinden mit … Deutsch Wikipedia
Nockershäuschen — Stadt Wuppertal Koordinaten … Deutsch Wikipedia
schießen — Vst. std. (8. Jh.), mhd. schiezen, ahd. skiozan, as. skiotan Stammwort. Aus g. * skeut a Vst. schießen , auch in anord. skjóta, ae. scēotan, afr. skiā ta, krimgt. schieten. Außergermanisch vergleicht sich allenfalls (als ig. * keu ) lit. šáuti… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache